Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de veralgemening van de verplichte EPB-certificering voor de renovatie van de Brusselse gebouwen

Indiener(s)
Marie Nagy
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1161)

 
Datum ontvangst: 22/06/2022 Datum publicatie: 20/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 14/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/06/2022 Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag p.m.
06/07/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enkele maanden geleden had ik de gelegenheid u vragen te stellen over de onlangs ingevoerde Renolution-strategie. In uw antwoord zei u dat er sprake was van een hervorming van het verplichtingenstelsel om bijzondere aandacht te besteden aan de renovatie van gebouwen in de EPB-klassen F en G, d.w.z. de meest energie-intensieve. In dit alternatieve voorstel zou de centrale rol van het EPB-certificaat in de renovatiestrategie voor gebouwen behouden blijven, aangezien eigenaars nog steeds verplicht zouden zijn een EPB-certificaat te laten opstellen om te bepalen welke klasseverbeteringen moeten worden uitgevoerd en alle eigendommen aan een EPB-certificeringsverplichting onderworpen zouden zijn.

Dit zou een (kleine) revolutie zijn. Hoewel de EPB-certificering is veralgemeend met gerichte verplichtingen, hebben we nog lang niet het hele Brusselse gebouwenbestand gecertificeerd. Het onderwerpen van alle eigendommen aan een EPB-certificeringsverplichting doet echter zeker veel vragen rijzen over de personele en financiële middelen die moeten worden ingezet, alsmede over de operationele haalbaarheid van een dergelijke verplichting.

Naast deze vragen is er ook nog de vraag naar de relevantie van het EPB-certificaat. Zoals u weet, is er veel kritiek geweest op deze methode, of liever op deze berekeningsmethoden. Ze werd bekritiseerd vanwege de onnauwkeurigheid ervan voor oudere gebouwen (met name door de codering van ongunstige waarden bij gebrek aan bewijsstukken), vanwege de verschillen in behandeling tussen gebouwen, vanwege veranderingen die niet altijd gelijktijdig plaatsvinden of vanwege onrealistische schattingen. Tenslotte ontbreekt de dimensie betreffende de aanpassing van gedragingen volledig.

Graag een antwoord op volgende vragen daaromtrent:

  1. Hoe zal de verplichting van EPB-certificering worden uitgebreid tot alle gebouwen? Met welke termijnen? Welke publiciteit? Welke sancties?

  2. Beschikt u over cijfers waaruit blijkt dat het aantal certificeerders momenteel toereikend is om aan een dergelijke verplichting te voldoen? Heeft u contact gehad met uw ambtgenoot Bernard Clerfayt over dit onderwerp? Hoe zit het met de opleiding van meer EPB-certificeerders?

  3. Waarom heeft u de EPB gekozen als centraal criterium in de renolution strategie? Hoe reageert u op de kritiek op deze berekeningsmethoden? Welke inspanningen zijn reeds geleverd om de berekeningsmethoden tussen gewesten en gebouwtypes te harmoniseren?

  4. Hoe kunnen de kosten van een dergelijke maatregel voor de Brusselse gezinnen worden beperkt?

 
 
Antwoord    1
Tot op heden heeft meer dan 50% van het Brusselse woningbestand een geldig EPB-certificaat. Vanaf 2026 is het de bedoeling dat alle woningen een geldig EPB-certificaat hebben. Vóór die datum zal een nieuw en uitgebreider model van het EPB-certificaat worden ingevoerd. De gegevens van de oude EPB-certificaten kunnen uiteraard in dat nieuwe model worden geïntegreerd. Intussen gaat de EPB-certificering van het woningbestand door.
Wat de mede-eigendommen betreft, zou ik er ook op willen wijzen dat Leefmilieu Brussel momenteel een nieuw systeem aan het ontwikkelen is dat het mogelijk zal maken om alle resterende certificaten efficiënter op te stellen voor appartementen in ‘gedwongen’ mede-eigendom, die de helft van de appartementen in Brussel vertegenwoordigen.
Dat mechanisme voor de certificering van het volledige woningbestand is begin 2022 in het kader van de Renolution-alliantie voorgesteld aan de belanghebbenden. De goedkeuring van de gewijzigde bepalingen van het BWLKE tot integratie van dat systeem in de loop van 2023 zal gepaard gaan met een specifieke communicatiecampagne.
2.
De toename van het aantal certificateurs is niet het enige element dat het mogelijk maakt om de uitdaging die deze verplichting inhoudt, zo goed mogelijk aan te gaan. Het EPB-certificaat, dat oorspronkelijk werd gebruikt om woningen met elkaar te vergelijken, moet namelijk worden omgevormd. Het EPB-certificaat moet een doeltreffend instrument worden om het Brusselse woningbestand te modelleren en de renovatie ervan te plannen. Om dat doel te bereiken, zijn verschillende projecten in uitvoering:
In de eerste plaats moeten de EPB-actoren worden hervormd; momenteel bestaan er EPB-adviseurs en -certificateurs met afzonderlijke opleidingen. Leefmilieu Brussel wil een meer geharmoniseerde EPB-opleiding organiseren, via modules, omdat de beroepen in de loop der tijd steeds meer op elkaar gaan lijken en het Gewest 361 EPB-adviseurs heeft erkend, waarvan er tot op heden slechts 25 de dubbele erkenning van adviseur en certificateur hebben. Er moeten bruggen worden gebouwd tussen die actoren om hen in staat te stellen in de verschillende beroepen actief te zijn, waardoor het aantal mensen dat EPB-certificaten van goede kwaliteit kan afleveren, zal toenemen.
Ten tweede zal voor vergunningsaanvragen die vanaf januari 2021 werden ingediend, aan het einde van de EPB-procedure door Leefmilieu Brussel een EPB-certificaat worden afgegeven waarin alle uitgevoerde werkzaamheden zijn opgenomen. Vóór die datum moesten de eigenaars aan het einde van de werkzaamheden een beroep doen op een certificateur en hem alle documenten van de EPB-procedure tonen, zodat hij het EPB-certificaat kon opstellen. Dat zal het dus mogelijk maken om bijgewerkte EPB-certificaten op te stellen zonder dat de certificateur er tijd aan hoeft te besteden.
Ten derde moet de opdracht van ‘certificateur mede-eig’ worden ontwikkeld en uitgevoerd, wat aanzienlijke schaalvoordelen zal opleveren. De start van de IT-ontwikkeling en de testfase is gepland voor oktober 2022. Die certificering zal de tijd die nodig is voor de certificering van elk appartement aanzienlijk verkorten doordat een globaal certificaat voor de gemeenschappelijke ruimten wordt verstrekt.
Er moet worden voorzien in mechanismen voor vereenvoudigde – of zelfs automatische – updates van certificaten. Er moet worden nagedacht over de koppeling van de Renolution-premies met het oog op de bijwerking van de gegevens van het EPB-certificaat door Leefmilieu Brussel na de toekenning van een premie voor energiewerkzaamheden.
Om er zeker van te zijn dat er voldoende capaciteit is om het hele woningbestand te certificeren, is het ook van essentieel belang om de Brusselse woningpas in te voeren met de unieke identificatie van de woningen en met de machtigingen om toegang te krijgen tot de documenten die door de eigenaar worden beheerd. Dat instrument, dat in Vlaanderen al enkele jaren bestaat, is een sleutelelement voor de goede werking van het systeem. Er zijn besprekingen aan de gang met mijn collega Bernard Clerfayt, aangezien het gebouwenpaspoort een IT-instrument is dat de centralisatie mogelijk zal maken van nuttige gegevens over woningen die veel verder gaan dan het EPB-certificaat.
Bovendien heeft de regering de WG Opleiding-Tewerkstelling van de Renolution-alliantie opgedragen ervoor te zorgen dat de sector en de certificatiemarkt tegen een betaalbare prijs kunnen voldoen aan de vraag als gevolg van de certificaatverplichting voor woningen.
Vandaag beschikken alle 183 Brusselse residentiële certificateurs over een diploma of bewezen ervaring en zijn ze geslaagd voor een veeleisend centraal examen. Dat aantal neemt geleidelijk toe.
3.
De uitvoering van de bovengenoemde maatregelen zal nodig zijn om de certificering van het gehele gebouwenbestand te waarborgen: harmonisatie van de actoren in de sector, ontwikkeling van een gecentraliseerde certificering voor mede-eigendommen, geautomatiseerde update van de certificaten, enz.
Wat de kwaliteit van de certificaten betreft, wordt vastgesteld dat veel kenmerken gecodeerd waren en nog steeds zijn met standaardwaarden die van zeer beperkt belang zijn en die de resultaten vertekenen. In feite hebben eigenaars nog steeds een vrij beperkt belang bij het mobiliseren van het nodige bewijsmateriaal om te zorgen voor een EPB-resultaat dat in overeenstemming is met de energiestatus van het gebouw. Het verplicht behalen van een bepaalde energieprestatiedrempel, de invoering van fiscale stimuleringsmaatregelen die afhankelijk zijn van het behalen van een EPB-niveau, zou voor eigenaars een sterke stimulans moeten zijn om de nodige bewijsstukken te bewaren en zo de kwaliteit van de resultaten te verbeteren. Bovendien zou ik erop willen wijzen dat uit de laatste studies blijkt dat de invloed van de energieklasse op de verkoopprijs steeds groter wordt.
Wat de harmonisatie van de berekeningsmethoden betreft, komen de methoden voor de certificering van Vlaamse, Waalse en Brusselse woningen voor meer dan 70% overeen. Dat zijn enigszins vereenvoudigde versies van de berekeningsmethode die voor nieuwe woningen wordt gebruikt. In het Brussels Gewest werken we al twee jaar aan één enkele berekeningsmethode voor alle woningen en hebben we alle beschikbare methoden in detail geanalyseerd.
4.
De invoering van het systeem voor verplichte renovatie is bedoeld om de kosten van energie-uitgaven voor Brusselse gezinnen te beperken.
De gemiddelde prijs van een EPB-certificaat is 150 euro inclusief btw. Die kost is vrij laag ten opzichte van het belang ervan. Zeker als we dat bedrag vergelijken met de energiekosten die nu worden gedragen door degenen die de door hun EPB-certificaat aanbevolen werkzaamheden niet hebben laten uitvoeren.
Zorgvuldig werken aan het verzamelen van energiegegevens over het Brusselse woningbestand, het raadplegen van de relevante documenten en het coderen ervan om de beste opties voor de uit te voeren werkzaamheden te berekenen, kan alleen maar een aanzienlijke meerwaarde opleveren voor de huidige renovatiewerkzaamheden, die soms in onwetendheid worden uitgevoerd, met een onzeker effect. Het EPB-certificaat kan Belgische gezinnen duizenden euro’s per jaar aan gas- en elektriciteitskosten besparen door goed advies te geven, of hen in staat stellen hun spaargeld niet te verspillen aan onnodige of inefficiënte renovaties.
Om de kosten voor de Brusselse gezinnen te beperken, is het dus van essentieel belang dat de certificaten correct worden opgesteld en dat de gegevens ervan kunnen worden opgeslagen in een woningpas en na de uitvoering van de werkzaamheden doeltreffend opnieuw kunnen worden gebruikt voor updates.