Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende dwangsommen in verband met het overvliegen van Brussel

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1179)

 
Datum ontvangst: 06/07/2022 Datum publicatie: 03/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 29/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Het Brussels Gewest heeft de federale regering laten veroordelen in het kader van de vluchten boven Brussel. De overlast ging de gewestelijke normen ver te boven. Sinds deze beslissing klagen veel gemeenten echter nog steeds over het overvliegen van de stad vanaf de nationale luchthaven van Zaventem.

In december 2021 werd in de pers gemeld dat er al meer dan 17,5 miljoen euro aan dwangsommen was opgelegd.

In dit getouwtrek tussen de gewestelijke en de federale regering hadden wij graag meer details gehad over de evolutie van de sancties. Zelfs dwangsommen kunnen een beperkte reikwijdte hebben in die zin dat zij een "plafond" kunnen hebben.

Mijn vragen zijn dus :

  • Welk bedrag aan dwangsommen heeft het Gewest geïnd, per route, sinds de beslissing van 19 juli 2017 van de federale overheid voor overtredingen van de geluidsnorm?

  • Wat is het bedrag dat sinds de beslissing van 9 december is geïnd?

  • Werden de in de genoemde beslissingen vastgestelde maxima telkens bereikt?

 

 
 
Antwoord    1)
Het was strikt genomen niet het vonnis van 19 juli 2017 dat aanleiding gaf tot het innen van dwangsommen. Na te hebben vastgesteld dat de overtredingen bleven voortduren en dat de door dat vonnis opgelegde maatregelen niet volledig werden uitgevoerd, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 22 juni 2018 een nieuwe stakingsvordering inzake leefmilieu ingesteld met betrekking tot de geluidshinder die wordt veroorzaakt door het overvliegen van zijn grondgebied.
In het vonnis van 1 februari 2019 van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel wordt erkend dat het probleem van de geluidshinder als gevolg van de nachtelijke exploitatie van de luchthaven bijzondere aandacht verdient.
Dat vonnis verbood daarom voor een periode van 18 maanden elke toename van het aantal overtredingen op het Brusselse geluidshinderbesluit van 27 mei 1999 voor de periode van 23.00 uur tot 07.00 uur voor vertrekken op de Kanaalroute, vertrekken op de Ringroute en landingen op baan 01. In het vonnis is bepaald dat 2017 als referentiejaar wordt genomen voor de vaststelling van eventuele toenames en dat de vergelijking per maand wordt gemaakt om rekening te houden met verkeersschommelingen die met name verband houden met de vakantieperiodes of de seizoenen.
Om de naleving van dat verbod af te dwingen, ging het vonnis gepaard met dwangsommen voor grote overtredingen op het Brusselse geluidshinderbesluit. Onder ‘grote overtreding’ wordt verstaan elke overtreding gelijk aan of groter dan 5 dB(A) ten opzichte van de grenswaarden, uitgedrukt in SEL, van het Brusselse geluidshinderbesluit.
Om de opvolging van dat vonnis te verzekeren, is het aantal overschrijdingen van 5 dB(A) of meer van maand tot maand vergeleken. Elke extra overtreding, in vergelijking met de overeenkomstige maand in 2017, leidt tot een dwangsom van 10.000 euro.
De bedragen van de dwangsommen die Leefmilieu Brussel in het kader van deze vordering heeft berekend na afloop van de vereiste 18 maanden en wetende dat voor elk van de drie betrokken routes een maximumbedrag van 3.000.000 euro is vastgesteld, zijn de volgende:
- 3.000.000 euro voor de Ringroute;
- 370.000 euro voor de Kanaalroute;
- 3.000.000 euro voor de landingen op baan 01.
Al die dwangsommen zijn betaald aan het Brussels Gewest.
2)
In maart 2020 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de zaak opnieuw aanhangig gemaakt bij de stakingsrechter.
In het vonnis van 9 december 2020 handhaaft de rechtbank de dwangsommen voor elke overschrijding van meer dan 5 dB ten opzichte van de grenswaarden, uitgedrukt in SEL, van het geluidshinderbesluit, voor de nachtperiode (van 23.00 uur tot 7.00 uur), op de Kanaal- en Ringroute en de landingen op baan 01. De vergelijking moet steeds worden gemaakt met de overeenkomstige maanden van het kalenderjaar 2017.
De dwangsom bedraagt nog steeds 10.000 euro per vastgestelde overtreding. Maar de regeling geldt nu voor 24 maanden met een maximum van 5.000.000 euro voor elk van de drie betrokken routes. De betekening vond plaats op 30 december 2020 en is ingegaan op 1 februari 2021.
Het bedrag van de dwangsommen voor de periode van 1 februari 2021 tot 30 juni 2022 is:
- 780.000 euro voor de Ringroute;
- 110.000 euro voor de Kanaalroute;
- 5.000.000 euro voor de landingen op baan 01.
3)
In het kader van het vonnis van 1 februari 2019 is het maximum van 3.000.000 euro bereikt voor de Ringroute in september 2019 en voor landingen op baan 01 in april 2020.
In het kader van het vonnis van 9 december 2020 is het maximum voor landingen op baan 01 bereikt in april 2022.