Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de monitoring van de export in defensiegerelateerde sectoren

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 685)

 
Datum ontvangst: 21/07/2022 Datum publicatie: 20/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/08/2022 Ontvankelijk
09/09/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

De Vlaamse defensiegerelateerde sector blijkt heel wat groter en diverser dan uit de vergunde wapensector kan worden afgeleid, zo blijkt uit een nieuw rapport van het Vlaams Vredesinstituut. Het rapport waarschuwt daarbij ook voor de nieuwe uitdagingen die daarmee gepaard gaan, onder meer door te onderstrepen dat hoogtechnologische sectoren zoals robotica, artificiële intelligentie, biotechnologie, kwantumcomputing, ruimtevaart en cyberveiligheid steeds belangrijker worden in militaire toepassingen.

Het bepalen of goederen of technologieën ‘specifiek aangepast of ontwikkeld zijn voor militair gebruik’ en dus vergunningsplichtig zijn, is een grote uitdaging voor alle gewesten. Het voorbeeld van Barco-beeldschermen, die ongecontroleerd in Russisch Pantsir-luchtafweergeschut ingebouwd werden, illustreert dat deze uitdaging nu al reëel is voor bestaande producten.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u toelichten op welke manier de monitoring van de defensiegerelateerde sectoren plaatsvindt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Door welke actoren wordt de administratie hieromtrent bijgestaan? Wordt u ook bijgestaan door het Vlaams Vredesinstituut om tot een correcte rapportage binnen het Brussels Gewest te kunnen komen?

  • Kan u nader toelichten welke omvang deze sectoren kennen en hoe dit zich verhoudt tot de situatie uit voorgaande jaren? Hoe verhoudt deze omvang zich tot de omvang van de vergunde wapensector? Hoe groot is deze ‘grijze zone’ binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke sensibiliseringscampagnes worden hieromtrent gevoerd? Welke acties en middelen voorziet u daartoe?

  • Kan u nader toelichten naar welke landen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest producten exporteert die gelinkt zijn aan de genoemde defensiegerelateerde en/of hoogtechnologische sectoren (zowel globaal als opgesplitst per sector)? Hoe verhouden deze aantallen zich tegenover de aantallen uit voorgaande jaren? Hoe evolueren de marktaandelen per betrokken land? Kan u duiden of daar ook bepaalde problematische gevallen bij vastgesteld werden? Zo ja, kan u duiden of er een draaiboek bestaat om bedrijven hieromtrent in te lichten en hen te wijzen op hun verantwoordelijkheden?

 
 
Antwoord    In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden sedert vier jaar meerdere acties ondernomen, namelijk:
a. In 2018 publiceerde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in samenwerking met het Waals Gewest, richtlijnen voor alle in Brussel gevestigde universiteiten (inclusief de Koninklijke Militaire School) en onderzoekscentra. Het doel bestaat erin de academische en onderzoekswereld bewust te maken van de export van technologieën voor tweeërlei gebruik, die vaak zonder medeweten van de onderzoekers plaatsvindt. Het is dus belangrijk dat de onderzoekers zich bewust worden van het probleem. Daarom worden er twee keer per jaar vergaderingen georganiseerd, om de academische wereld op de hoogte te houden van de evoluties inzake de regelgeving omtrent goederen voor tweeërlei gebruik en om uit te wisselen over de best practices ter zake. Deze vergaderingen maakten het onder meer mogelijk om binnen elke universiteit een autoriteit op te richten die verantwoordelijk is voor het toezicht op dit probleem alsook voor de regelmatige bewustmaking van de onderzoekers, en dit in samenwerking met de vergunningverlenende autoriteiten. De volgende vergadering vindt plaats in het najaar van 2022.

b. Aangezien het Vlaamse Vredesinstituut (VVI) onder de bevoegdheid van de Vlaamse Overheid valt, lijkt het delicaat een beroep te doen op de diensten van het VVI voor de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigde ondernemingen. In het verleden werd daarentegen al eens een beroep gedaan op diensten en structuren zoals hub.brussels en BECI, om de ondernemingen te identificeren die mogelijks actief zijn in de wapenindustrie.
c. In 2021 bestelde de cel Vergunningen een studie, met als doel de volgende informatie te verzamelen:

(1) Een algemene stand van zaken van de wetenschap op het vlak van opkomende technologieën (emerging technologies of EMT). Dit volgt op een door het Amerikaanse ministerie van Handel georganiseerde openbare raadpleging, die als doel had opmerkingen te verzamelen over "de criteria die het mogelijk zouden maken de opkomende technologieën te identificeren die noodzakelijk zijn voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten". In dat opzicht hebben de Verenigde Staten de Europese Unie gevraagd een stand van zaken op te stellen van veertien opkomende technologieën. Het betreft de technologieën in de onderstaande tabel.
(2) Er werd gevraagd een gelijkaardige actie te ondernemen op het vlak van autonome bewapening. De lidstaten die het Verdrag inzake bepaalde conventionele wapens (CCW) hebben ondertekend, onderhandelen al sinds 2014 over "kwesties i.v.m. opkomende technologieën op het vlak van autonome dodelijke wapensystemen", en het leek nuttig dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de hoogte werd gehouden van de stand van zaken binnen de wetenschap.
(3) Voor de punten (1) en (2) werd er gevraagd naar een stand van zaken van de specifieke wetenschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Aan dit deel van de studie wordt er momenteel gewerkt.
(4) De oprichting van een platform dat een jaarlijks overleg zou organiseren tussen de verschillende federale en gewestelijke bevoegde entiteiten (gewesten, FOD Buitenlandse Zaken, FOD Economie, enz.). Uit de monitoring van de opkomende technologieën blijkt immers de noodzaak een coördinatie tussen de verschillende autoriteiten in te voeren, om de middelen en expertises te bundelen.
(zie bijlage)

- Uit het antwoord op de vorige vraag blijkt de aandacht die wordt besteed aan de sector van goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik. Wat de reikwijdte van de sector betreft, wordt er regelmatig overlegd met de Staatsveiligheid, die de cel Vergunningen informeert over elke onderneming die actief zou kunnen zijn in de sector van de bewapening en goederen voor tweeërlei gebruik. Op diezelfde manier informeert de cel Vergunningen de Staatsveiligheid over iedere nieuwe onderneming in de sector. Ook de douane wordt bij het proces betrokken met het oog op controle. Wanneer ondernemingen hun hoofdzetel naar een ander gewest verhuizen, wordt er informatie uitgewisseld tussen de betrokken gewesten om het toezicht op de ondernemingen te optimaliseren.

(1) Alle landen die betrokken zijn bij de export van defensiegerelateerde producten (= militaire goederen en technologieën) en goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik komen over het algemeen aan bod in de door de cel Vergunningen opgestelde jaarverslagen.
(2) Gelet op het lage aantal vergunningen is het niet erg relevant een trend vast te stellen, en dit is al enkele jaren het geval.
(3) Wat de export van defensiegerelateerde producten en goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik betreft, is er niet echt een probleem voor de ondernemingen omdat ze al jaren vergunningen voor nagenoeg identieke goederen (per onderneming) aanvragen.
(4) De cel Vergunningen informeert nieuwe ondernemingen over de procedures.
(5) Idealiter werd er in de loop van 2021 - begin 2022 een informatieseminarie georganiseerd. J
(6) Er worden momenteel een aantal richtlijnen op het vlak van Internal Compliance Program opgesteld, overeenkomstig met wat wordt geëist in de nieuwe verordening (EU) 2021/821 voor uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik (dual use).