Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het Simone Veil-Pact

Indiener(s)
Nicole Nketo Bomele
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 972)

 
Datum ontvangst: 11/07/2022 Datum publicatie: 08/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 20/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag    De seksuele en reproductieve rechten van vrouwen zijn een belangrijke barometer voor de staat van de vrijheden van een land. De toegang tot abortus is, zoals wij weten, een fundamenteel maar kwetsbaar recht dat bij sommigen nog steeds tot de meest virulente spanningen leidt. Het besluit van het Hooggerechtshof van de VS om het recht op abortus in te trekken, richt nu al schade aan. Een 10-jarig verkrachtingsslachtoffer werd een abortus geweigerd in Ohio. Zij was zes weken zwanger en had de uiterste termijn voor een abortus in de noordelijke staat van de VS overschreden. Als gevolg daarvan was zij gedwongen naar Indiana te reizen om toegang te krijgen tot de procedure, aangezien de staat Indiana de toegang tot abortus nog niet heeft verboden of beperkt. Het is echter waarschijnlijk dat dit besluit zal worden genomen tijdens een bijzondere zitting van de staatsvergadering die deze maand wordt gehouden.

In het licht van deze enorme tegenslag voor de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen is het belangrijker dan ooit dat progressieve democraten de rijen sluiten, zowel op nationaal als op Europees niveau. In 2020 zijn in het Europees Parlement besprekingen begonnen over het pact van Simone Veil. Het Simone Veil-pact van heeft tot doel de rechten van de vrouw in de Europese Unie van bovenaf te harmoniseren. Het is een politieke verbintenis van de lidstaten om maatregelen te nemen die het gunstigst zijn voor de rechten van de vrouw, met name in de strijd tegen gendergerelateerd geweld en in de politieke vertegenwoordiging. Alle lidstaten die deze verklaring hebben ondertekend, zullen in hun eigen wetgeving de maatregelen en praktijken moeten opnemen die reeds doeltreffend zijn gebleken voor de bescherming van de rechten van de vrouw. Het pact is dan ook bedoeld als pijler van een Europees feministisch beleid en beoogt de merkbare verschillen op dit gebied tussen de 27 lidstaten uit de weg te ruimen. De verwijzing naar Simone Veil ligt voor de hand, aangezien zij het was die de wet tot decriminalisering van abortus in Frankrijk tot stand bracht. Lidstaten als Polen en Malta in het bijzonder liggen in het vizier omdat in hun landen het recht op abortus aanzienlijk beperkt of zelfs verboden is. Abortus is volledig verboden in Malta en is momenteel alleen toegestaan in geval van verkrachting, incest of gevaar voor de moeder in Polen.

Mevrouw de staatssecretaris, mijn vragen zijn de volgende:

  • Hebt u kennis genomen van het Simone Veil Pact? Steunt u het?

  • Zijn er op Europees niveau bijeenkomsten georganiseerd van de ministers die verantwoordelijk zijn voor de gendergelijkheid  en/of de vrouwenrechten?

  • Pleit u bij de federale regering zodat België dit pact zou ondertekenen?

  • Werd de ondertekening van het pact besproken op de “Conférence intrafrancophone droits des femmes”?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Ik heb inderdaad kennisgenomen van het Simone Veil-pact, zoals ik de leden van de Commissie Gelijke Kansen en Vrouwenrechten in april bij het antwoord op mondelinge vraag nr. 7139 ook heb laten weten. U moet weten dat er tal van raakvlakken zijn tussen de algemene doelstellingen van dit pact en alle initiatieven die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op grond van zijn bevoegdheden neemt.

Het Simone Veil-pact is immers een verklaring rond vijf thema's: seksuele en reproductieve rechten, gezinsleven, bestrijding van geweld tegen vrouwen, gelijkheid op het werk en politieke vertegenwoordiging.

Omtrent de
bestrijding van geweld tegen vrouwen heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, zoals u weet, in 2020 het eerste Brusselse plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen aangenomen, dat 56 initiatieven omvat. Ze zijn gebaseerd op de prioriteiten van het Verdrag van Istanbul.

Gelijkheid op het werk is dan weer een belangrijke doelstelling van het genderplan 2022-2025, dat de regering op 23 juni 2022 in eerste lezing heeft aangenomen en dat momenteel ter advies van de adviesorganen voorligt, waarna dit najaar een tweede, laatste lezing zal volgen. Meerdere maatregelen focussen op de participatie van vrouwen aan het Brusselse sociaal-economische leven via de arbeidsmarkt, het openbaar ambt, de economie en het ondernemerschap. Inzake de politieke vertegenwoordiging van vrouwen heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met het oog op de man-vrouwverdeling een ordonnantie aangenomen die politieke partijen verplicht voor de gewestelijke en gemeenteverkiezingen ritslijsten in te dienen. Voor de plaatselijke besturen bestaat er een maatregel om te zorgen voor daadwerkelijke pariteit op het vlak van de uitvoerende mandaten binnen de Brusselse gemeenten. Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft op 9 februari 2018 immers een ordonnantie goedgekeurd die de Nieuwe Gemeentewet wijzigt opdat de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de uitvoerende macht van de gemeenten evenwichtiger zou zijn (de schepenen in het college). Krachtens deze ordonnantie geldt het volgende nieuwe pariteitsprincipe: er moeten evenveel schepenen van het vrouwelijke als van het mannelijke geslacht zijn. Deze nieuwe regels werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het eerst in de praktijk omgezet na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018.

De s
eksuele en reproductieve rechten, tot slot, beide jarenlange strijdpunten van de naamgeefster van het pact, behoren weliswaar niet tot onze gewestelijke bevoegdheid, maar verbanden met onze initiatieven, die zijn er volgens ons toch wel. Dankzij de versterking van vrouwenrechten in verschillende facetten van het leven, die we in het bijzonder nastreven via gelijkheid op het werk en de strijd tegen geweld, staan vrouwen ook sterker om hun seksuele en reproductieve rechten ten volle te beleven.
Bij elke Belgische tussenkomst op internationale fora, bijvoorbeeld op de Conferentie van de Verenigde Naties over de status van de vrouw in maart, zorgt het Brussels Gewest er bovendien voor dat de verdediging van de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen altijd op de agenda staat.

De ondertekening van dit Pact kwam niet aan bod tijdens de IMC vrouwenrechten en ik ben niet uitgenodigd op interfederale of internationale bijeenkomsten hierover. Zonder afbreuk te doen aan de draagwijdte, blijkt uit de lezing dat het Pact vooral gaat om de seksuele en reproductieve rechten, wat een gemeenschaps- en federale bevoegdheid is, en vooral gericht is op landen waar deze rechten zwaar in het gedrang komen gelet op de recente actualiteit. Het Pact vereist geen concrete verbintenissen die verder gaan dan wat het Gewest reeds doet.