Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verscheidenheid aan bomen en planten die door Leefmilieu Brussel in het Brussels Gewest zijn gezaaid en verplant

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1206)

 
Datum ontvangst: 07/09/2022 Datum publicatie: 18/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 11/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

De terugkeer van de biodiversiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vereist ook verscheidenheid aan bomen en planten die worden geplant, gezaaid en verplant in de door Leefmilieu Brussel beheerde bloemperken en groene ruimten. Ik had u trouwens daarover in augustus 2020 een vraag gesteld en zou graag op de hoogte worden gehouden van de evoluties op dat gebied.
In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Hoeveel verschillende variëteiten worden gezaaid en/of verplant in de door Leefmilieu Brussel beheerde bloemperken en groene ruimten?
  • Welke soorten bomen en planten worden doorgaans door Leefmilieu Brussel geplant, gezaaid en/of verplant in de bloemperken?
  • Op welke basis worden die keuzes gemaakt?
  • Waar precies gebeuren die aanplantingen? In welke gemeenten? In welke wijken? Op welke basis worden die keuzes gemaakt?
  • Wat is de begroting voor de aanplantingen? Wat is de verdeling per soort plant?
  • Wat is de begroting voor het onderhoud van de aanplantingen? Wat is de verdeling per soort plant? Hoeveel personen zijn belast met het onderhoud van de aanplantingen?
  • Werden de variëteiten de laatste jaren aangepast aan de nieuwe klimatologische omstandigheden en de hoge temperaturen?
    • Zo ja, waarom?
    • Zo neen, waarom niet?
  • Wat is er gepland op het vlak van onderhoud? Bestaan er een bestek of andere documenten voor het onderhoud van die bloemperken en groene ruimten?
  • Werken de diensten van Leefmilieu Brussel en de gemeentelijke groendiensten samen? Worden de wijk- en/of handelaarsverenigingen eventueel betrokken bij de aanleg en/of het onderhoud van de bloemperken?

 

 

 
 
Antwoord    1.
In een context van aanpassing aan de klimatologische en demografische uitdagingen en het behoud van de hulpbronnen, en omwille van het behoud en de verrijking van de biodiversiteit en de verfraaiing van de parken, diversifieert Leefmilieu Brussel de planten die het kiest voor de groene ruimten die het beheert. Zo zijn er in 2020 bijna 732 verschillende soorten en/of cultivars aangeplant in de gewestelijke groene ruimten, als volgt verdeeld:

- 113 soorten en/of cultivars bomen;
- 122 soorten en/of cultivars struiken;
- 201 soorten en/of cultivars vaste planten;
- 41 soorten en/of cultivars tweejarige planten;
- 102 soorten en/of cultivars eenjarige planten;
- 95 soorten en/of cultivars verwilderingsbollen;
- 58 soorten en/of cultivars tuinbouwbollen.

Die cijfers omvatten niet de zaadmengsels die worden gebruikt voor het inzaaien en verrijken van bloemenweiden en -gazons.
2.
Zoals eerder gezegd, is er in de gewestelijke groene ruimten een grote diversiteit aan beplantingen. Het zou dus niet zinvol zijn om een uitputtende lijst te geven in dit antwoord. De belangrijkste categorieën van beplantingen zijn bomen (met inbegrip van fruitbomen), struiken, vaste planten, een- en tweejarige planten, tuinbouw- en verwilderingsbollen en mengsels voor bloemenweiden en -gazons. De beplantingen kunnen zowel inheems zijn als afkomstig uit de tuinbouw. In de bosmassieven, zoals het Dudenpark of het Park van Woluwe wordt natuurlijke regeneratie aangemoedigd.
3.
De keuzes worden gemaakt door personen in het veld onder leiding van landschapsarchitecten of bio-ingenieurs die belast zijn met het beheer van de sites. De aanpak is altijd lokaal en kan nooit globaal worden toegepast. De keuzes worden echter geleid door criteria die voor het hele gewest gelden:
-
omgevingsomstandigheden: bodemsoort (pH, vochtigheid, structuur, mogelijke verontreiniging), blootstelling (schaduw, halfschaduw, zon), microklimaat (blootgesteld, beschermd, enz.);
-
biodiversiteit: creëren, behouden of versterken van de connectiviteit en leefgebieden voor plant- en diersoorten, beperken van de risico's op verspreiding van ziekten en plagen (diversificatie van beplantingen, beperking van grootschalige monospecifieke aanplantingen);
-
structuur van de site: landschapselementen en architecturale compositie-elementen (plantenmassa's en lineaire elementen, bomenrijen of geïsoleerde bomen, bosjes, groene kamers, enz.);
-
sociale context: functies en gebruiksintensiteit van de site, participatieve benaderingen;
-
historische context: in het geval van erfgoedsites is de plantkeuze onderworpen aan bepaalde regels (volgens de beschermingsgraad) en aan een praktijk zoals gedefinieerd in het Handvest van Florence;
-
verfraaiing: bloemen, vruchten, gebladerte (groenblijvend, herfstkleuren, enz.);
-
economie: kostprijs van de aankoop van de planten, kostprijs van de aanplantingen (inclusief materialen en logistiek) en van het onderhoud ervan (op korte, middellange en lange termijn);
-
duurzaamheid: duurzaamheid van de aanleg (bv. vervanging van eenjarige planten door vaste planten), keuze voor planten met een kleinere omvang voor een beter aanslaan, enz.

4.
De aanplantingen worden uitgevoerd in alle gewestparken die onder de bevoegdheid van Leefmilieu Brussel vallen, d.w.z. 111 sites van in totaal 550,51 ha (exclusief het Zoniënwoud, de randbossen en de natuurreservaten). De diensten voeren aanplantingen uit in de negentien gemeenten. Wijken met een gebrek aan groene ruimten, zoals geïdentificeerd in het Natuurplan en volgens de oriënteringen van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling, krijgen echter bijzondere aandacht op het vlak van de aanleg van nieuwe groene ruimten en de versterking van de aanplantingen.

De keuzes worden gemaakt wanneer de gelegenheid zich voordoet voor wat nieuwe aanleg betreft en volgens bepaalde criteria of behoeften voor de ruimten die momenteel worden beheerd:
- renovatie of herstel van ruimten en inrichtingen;
- vervanging van planten na extreme gebeurtenissen (droogte, storm, enz.);
- beheerplannen van bosgebieden of Natura 2000-gebieden;
- verbetering en versterking van de draagkracht voor biodiversiteit;
- creatie van nieuwe functies (boomgaarden, moestuinen, speelplaatsen, enz.), visuele schermen (goede burenrelaties) of materialisatie van grenzen;
- versterking van koelte-eilanden;
- wensen van de inwoners.

5.
In 2021 werd voor de aankoop van planten 174.731,01 euro uitgetrokken voor 557.009 aangekochte planten. Het budget voor de aankoop van planten voor 2022 zal beschikbaar zijn in het volgende beheerverslag, dat begin 2023 aan de regering ter beschikking zal worden gesteld.

De uitsplitsing naar type plant is:
- bomen: 18.106,60 euro
- struiken: 55.046,14 euro
- verwilderingsbollen: 36.293,57 euro
- tuinbouwbollen: 7.247,10 euro
- eenjarige planten: 26.475,05 euro
- tweejarige planten: 10.578,80 euro
- vaste planten: 20.983,75 euro

Naast dat bedrag werden 24 kg zaadmengsels aangekocht voor een totaal van 2.120,05 euro.

6.
De bedragen verbonden aan de overheidsopdrachten voor diensten voor het onderhoud van groene ruimten door bedrijven bedroegen in 2021, voor alle parken samen, 3.798.514,51 euro. Het is niet mogelijk om een ​​uitsplitsing naar type plant te geven.

In datzelfde jaar stonden 138,5 VTE tuinmannen in voor het onderhoud van de groene ruimten.

7.
Ja, het aanpassen van de plantkeuze voor aanplantingen is onvermijdelijk geworden om de klimaatuitdagingen aan te gaan en bij te dragen aan het behoud van de hulpbronnen. Beheerders merken immers al jaren steeds meer plotselinge en onomkeerbare gevolgen voor de vegetatie, zoals de achteruitgang van het boompatrimonium, die verband houdt met diverse problemen (plagen, schimmels, ziekten, enz.), die zelf in de hand worden gewerkt door de verstoring van het klimaat.

Leefmilieu Brussel kiest daarom soorten die beter aangepast zijn aan de klimaatverandering en geeft de voorkeur aan het aanplanten van kleinere bomen wanneer de context dat toelaat. De soorten bomen die momenteel worden geplant, moeten zijn aangepast aan de huidige klimaatomstandigheden, maar ook aan de verwachte klimaatomstandigheden over 20 of 30 jaar. Ook de aanplantmethodes evolueren naar massieven of rijen met gediversifieerde bomen, waarbij monocultuur zoveel mogelijk wordt uitgesloten. 

Wat de andere beplantingen betreft, kiezen de beheerders voor soorten en variëteiten die zijn aangepast aan de lokale context, die weinig water nodig hebben en waarvan de esthetiek de verfraaiing van de groene ruimten garandeert. Sinds vele jaren wordt in de aangeplante perken ook bodembedekking toegepast om de bodem vochtig te houden.

8.
Het onderhoud van de gewestelijke groene ruimten gebeurt zowel in eigen beheer, door de teams van tuinmannen van Leefmilieu Brussel, als in onderaanneming via overheidsopdrachten voor diensten.

Wat die laatste betreft, bestaan er verschillende bestekken en documenten die een kader bieden en richting geven aan de te nemen maatregelen: algemeen onderhoud van de groene ruimten, fytosanitaire opvolging en expertise, onderhoud van het bomenerfgoed (snoeien en kappen), beheerplannen van bosgebieden, Natura 2000-beheerplannen, enz.

Die documenten en opdrachten vloeien voort uit de expertise en de competentiepolen die binnen Leefmilieu Brussel zijn ontstaan rond het beheer van groene ruimten (tuinmannen, landschapsarchitecten, bio-ingenieurs, biologen, enz.).

9.
Leefmilieu Brussel heeft een dienst ‘Facilitator Natuur’ opgericht voor professionals in de groene sectoren, waaronder de gemeentelijke diensten. Deze dienst vormt een aanvulling op de adviezen die op vraag van de gemeenten kunnen worden gegeven in het kader van inrichtingsprojecten. De communicatie met de gemeentelijke groendiensten verloopt via verschillende kanalen, zoals workshops rond het ontwerpen van het referentiesysteem voor ecologisch beheer, conferenties en opleidingen rond biodiversiteit in de stad, en ook via een ondersteuningscel voor de gemeenten, die gesubsidieerd wordt in het kader van de vermindering van het pesticidegebruik maar in de praktijk meer algemene aspecten in verband met het beheer van groene ruimten behandelt. Daarnaast leidt Leefmilieu Brussel het opstellen van Natura 2000-beheerplannen die een adequaat beheer van halfnatuurlijke milieus mogelijk maken. In het algemeen is elke overheidsinstantie echter verantwoordelijk voor het beheer van haar eigen groene ruimten.

Overigens willen steeds meer Brusselaars opnieuw in contact komen met de natuur en zich de openbare ruimte opnieuw toe-eigenen. Verschillende participatieve benaderingen maken dat mogelijk. De meest zichtbare voorbeelden zijn collectieve of individuele moestuinen.