Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het advies van brupartners over de hervorming van het abattement van de registratierechten bij de aankoop van een vastgoed.

Indiener(s)
Tristan Roberti
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 504)

 
Datum ontvangst: 08/09/2022 Datum publicatie: 05/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 05/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/09/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Afgelopen mei kondigde u aan dat de regering een akkoord had bereikt over een hervorming van het abattement van de registratierechten voor de aankoop van een onroerend goed. Deze hervorming betreft verschillende aspecten, zoals de verhoging van het hoofdabattement van 25.000 euro naar 200.000 euro, de invoering van een aanvullend abattement in geval van energierenovatie en de verhoging van de drempel waarboven het abattement niet meer van toepassing is, van 500.000 euro naar 600.000 euro in verhouding tot de waarde van het aan te kopen onroerend goed.

Op 16 juni heeft Brupartners een advies over dit hervormingsproject aangenomen dat op zijn minst kritisch is. Onder de door Brupartners naar voren gebrachte punten vinden wij met name :

  • het feit dat het de bedoeling was het effect van het abattement op de woonomstandigheden en op de aankoopmarkt in Brussel te evalueren en dat deze evaluatie nog gaande is;

  • het feit dat de beschikbare steun voornamelijk wordt ingezet door eigenaar-bewoners en marginaal wordt ingezet op het particuliere huurbestand en dat het derhalve wenselijk zou zijn de vormen van aanvullende overheidssteun te reserveren voor energierenovaties die in aanwezigheid van meerdere bewoners worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door na te gaan of het wenselijk is te voorzien in premies voor "energierenovatie" voor kopers-huurders, door de prijsmaxima te versoepelen door ze afhankelijk te maken van het onderhoud van de bewoners van het gebouw en van het mechanisme van de conventionering van de huurprijzen;

  • diverse overwegingen betreffende de gevolgen van de nadere regels van het abattement op de vastgoedprijzen.

De Ecolofractie is niet gekant tegen de door u voorgestelde hervorming. Ze werd aangekondigd in de algemene beleidsverklaring van juli 2019 en er werd een akoord bereikt binnen de regering. Zoals wij reeds in de uitwisselingen over de Renolution-strategie hebben onderstreept, lijkt de invoering van het aspect energierenovatie in het onroerendgoedbelastingbeleid ons bovendien een zeer geschikte stap voorwaarts, aangezien de Renolution-strategie transversaal moet zijn en op verschillende soorten hefbomen moet kunnen steunen (economie, stedenbouw, fiscaliteit enz.). En wij delen het idee dat de eigendomsoverdracht een belangrijk moment is om renovatiewerkzaamheden uit te voeren, omdat het gemakkelijker is grote energiewerkzaamheden uit te voeren voordat de woning wordt betrokken of verhuurd.

Het lijkt ons echter dat de bezwaren en voorstellen van Brupartners het verdienen om door de regering in overweging te worden genomen.

Daarom wil ik u de volgende vragen voorleggen:

  • Hoe zit het met de door Brupartners in haar advies genoemde evaluatie? Zijn de effecten van de vorige hervorming voldoende bestudeerd om de huidige hervorming te onderbouwen?

  • Met betrekking tot energierenovatie stelt Brupartners de vraag hoe ervoor kan worden gezorgd dat de maatregelen meer ten goede komen aan de huurders en niet alleen aan de eigenaar-bewoners en noemt in dit verband enkele mogelijkheden. Zijn deze mogelijkheden door het gewest onderzocht en is het waarschijnlijk dat zij in de hervorming of in een externe hervorming zullen worden geïntegreerd?

  • Wat is de reactie van de regering op de analyse van Brupartners over de gevolgen van de maatregelen voor de vastgoedprijzen? Is dit aspect voldoende bestudeerd?

  • Zijn er in het kader van deze hervorming andere adviezen ingewonnen, met name die van de Adviesraad voor huisvesting? Hoe snel zal de hervorming aan ons parlement worden voorgelegd?

 
 
Antwoord    In antwoord op deze vragen kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger, Financiën het volgende meedelen.

Brupartners heeft inderdaad enig kritiek geuit op het voorontwerp van ordonnantie tot herziening van het abattement.

Ten eerste vrezen de sociale partners een verdere stijging van de vastgoedprijzen door de koopkrachtverbetering van een groter aantal potentiële kopers. Later in het advies merken ze echter op dat "
de stijging (van de vastgoedprijzen en dus van de ontvangsten registratierechten) niet gewaarborgd is en dat de stijging van de rentevoeten kan leiden tot een vertraging (van de markt)".


Het betrokken abattement is voorbehouden aan één welbepaalde categorie kopers, met name zij die geen eigenaar zijn van een andere woning (of zich engageren deze te verkopen), en heeft hierdoor weinig impact op de vastgoedprijzen. En een verlaging van de registratierechten vergroot uiteraard de koopkracht van deze welbepaalde categorie zodat ze zich beter kunnen profileren op de markt of een ruimer budget voor renovatiewerken overhouden.




Een tweede punt van kritiek betreft het plafond van 500.000 euro, dat zou stijgen naar 600.000 euro en dat kan aanzetten tot fraude om van het abattement te genieten.

Brupartners pleit voor een meer proportionele regeling. Het risico op fraude om in een minder dure schijf te vallen, is dan even groot; dit tegenvoorstel maakt alles alleen maar ingewikkelder en ondoorzichtiger. Bovendien bepaalt de fiscale wetgeving dat de bevoegde belastingdiensten tegen prijsbewimpeling kunnen optreden en de rechten kunnen berekenen op basis van de verkoopwaarde in plaats van de verkoopprijs.

Brupartners vraagt ook dat kopers van grotere (dus duurdere) woningen ook worden aangezet om te renoveren, wat mij moeilijk lijkt te rijmen met een proportioneel plafond of met het handhaven van een dergelijk plafond zonder meer.


Brupartners pleit ook voor een korting op basis van facturen opgemaakt door een bedrijf om de werkgelegenheid in Brussel te stimuleren. Ze zouden dus diegenen uitsluiten die (bij gebrek aan middelen) zelf de handen uit de mouwen willen of moeten steken, terwijl er geen garantie is dat kopers dan een beroep zullen doen op Brusselse bedrijven.

Het lijkt me voor de hand liggend dat de maatregel op zich de economische bedrijvigheid in Brussel zal stimuleren zonder hiertoe het administratieve apparaat te belasten.

Brupartners vraagt ​​ook om een uitbreiding ​​ van de abattementen voor energierenovatie voor kopers-verhuurders. Sinds de invoering ervan in 2003 was (en blijft) de doelstelling van het abattement de vestiging van middeninkomens en jonge gezinnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een langere periode te behouden.



Het doel van het abattement (en van het aanvullende reno-abattement) is dan ook de toegang tot het bezit van een eigen woning te bevorderen voor een publiek dat kan bijdragen tot meerontvangsten in de personenbelasting (daar waar eigenaar-verhuurders vaak niet onderhevig zijn aan de Brusselse personenbelasting).

Dit belet niet om op andere niveaus te voorzien in alternatieven of premies voor andere doelgroepen (ik kom hier nog op terug).

Tot slot pleit Brupartners voor evaluaties (interregionaal of niet) van de vastgoedmarkt alvorens een herziening van het abattement in te voeren.

Door de stijging van de vastgoedprijzen sinds 2017 en de laatste herziening van het abattement, betalen de Brusselse gezinnen steeds meer registratierechten bij de aankoop van hun eigen woning en is het daarom hoog tijd om te corrigeren zoals voorzien in het regeerakkoord binnen de grenzen van onze budgettaire middelen.

Om af te sluiten op het advies van Brupartners, de sociale partners formuleren een aantal relevante voorstellen die de volle aandacht van de Brusselse regering verdienen (dringende noodzaak om alle gebouwen in Brussel te renoveren, ondersteuning van de Brusselse economie, gezonde fiscale concurrentie tussen regio's, betaalbare huurmarkt voor iedereen, enz.), maar het abattement heeft een heel specifiek doel en is geen mirakeloplossing voor al deze aandachtspunten.

Ook de Raad voor het Leefmilieuraad werd geraadpleegd. De Raad is ingenomen met het voornemen om de renovatie van de Brusselse gebouwen te bespoedigen, ook al heeft hij ook bedenkingen.

Allereerst vraagt ​​de Raad zich af of het plafond (van 600.000 euro) ook moet gelden voor het abattement bij energetische renovatie. Gelet het gaat om een aanvullend abattement gelden inderdaad dezelfde voorwaarden.

Ook stelt de Raad dat ook kopers van grotere woningen of gebouwen die niet bestemd zijn als hoofdverblijfplaats, zouden moeten worden aangemoedigd om te renoveren. Ik kan deze visie alleen maar delen, een groot deel van het Brusselse gebouwenbestand heeft dringend nood aan meer energie-efficiëntie, maar gezien de beschikbare middelen beperken we ons tot de basisdoelstelling van het abattement.


Ten slotte zou het uitsluiten van Europese ambtenaren, zoals de Raad lijkt te suggereren, van een fiscaal voordeel in een belasting die zij ook betalen bij de aankoop van hun woning, ontegensprekelijk de Brusselse fiscale wetgeving blootstellen aan gerechtelijke procedures met weinig kans van slagen.

Sinds deze adviezen van Brupartners en de Raad voor de Leefomgeving heeft het BISA aan de sociale partners een ontwerprapport voorgelegd over
de evaluatie van de impact op het doelpubliek van de hervorming van het abattement op de registratierechten.

Dit rapport is nog niet afgerond noch gevalideerd door de regering, maar het duidt reeds op enkele vaststellingen:

- elk jaar genieten meer dan 7.000 huishoudens, dwz iets meer dan de helft van de kopers van een woning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van een abattement;
- de meeste begunstigden woonden al in Brussel;
- de meerderheid van de begunstigden is jonger dan 36 jaar;
- een op de twee mensen die een woning in Brussel kopen, doet dat voor het eerst in zijn leven;
- kopers in Brussel zijn vaker alleenstaand en gemiddeld jonger dan in de rest van het land;
- het aandeel buitenlanders dat een woning koopt in Brussel is hoger dan in de rest van België;
- kopers met een abattement hebben een lager gemiddeld inkomen dan kopers zonder toeslag.


Samengevat, de fiscale hervorming van 2017 en de verhoging van het abattement hebben ertoe bijgedragen dat de jonge middenklasse in Brussel kan kopen en blijven wonen.

Het abattement beantwoordt dus aan haar doelstelling, maar is zeker niet het enige instrument dat een eigenaar of een huurder kan aanzetten tot renovatie van zijn eigendom. Ik verwijs naar andere overheidsinitiatieven zoals Renolution en Ecoreno.

Sinds 1 januari van dit jaar zijn de premies Energie, renovatie en gevelverfraaiing namelijk hervormd en samengevoegd tot één systeem: de Renolution-premies.


In totaal zijn er maar liefst 45 premies beschikbaar voor renovatie- en energiebesparende werken. Er is Renolution-hulp voor alle soorten gebouwen: eengezinswoningen, kantoren, winkels, scholen, industrie... en voor verschillende profielen van aanvragers: eigenaren, verhuurders, huurders, gebouwbeheerders... De twee belangrijkste toekenningsvoorwaarden zijn ongewijzigd : deze premies zijn alleen beschikbaar voor werkzaamheden uitgevoerd door professionals en zijn alleen van toepassing op gebouwen ouder dan 10 jaar.

En sinds 1 augustus dekt de Ecoreno-lening de financiering van alle soorten werken, van traditionele renovatie tot beveiliging, inclusief isolatie en verbetering van de energieprestaties. Afhankelijk van hun inkomen zal de rente voor eigenaar-bewoners en huurders 0 tot 1% zijn. Vanaf januari 2023 kunnen ook verhuurders er gebruik van maken; zij zulle, betalen een rente van 1 tot 2%.


Tot slot : de herziening van het abattement heeft als hoofddoel - zoals voorzien in het regeerakkoord - om het aan te passen aan de vastgoedprijzen, want als de prijzen stijgen, stijgt de fiscale punctie voor de kopers mechanisch.


Door het abattement te verhogen wordt er dan ook naar gestreefd om de koopkracht van kandidaat-kopers zoveel mogelijk te behouden, zodat zij toegang kunnen krijgen tot een hypothecaire lening en zo eigenaar kunnen worden. En het bijkomende renovatie-abattement is bedoeld om diezelfde kopers te belonen die bereid zijn te investeren in een ingrijpende energetische renovatie.

Na de hierboven besproken adviezen werd de tekst ook voorgelegd aan het advies van de Raad van State, die zijn advies eind augustus heeft overgemaakt.

De belangrijkste opmerking betreft het abattement voor de aankoop van een bouwgrond.

De Raad van State werpt een ongelijke behandeling op omdat het bedrag van dit specifiek abattement niet zou worden verhoogd, terwijl ook de prijzen van bouwgronden sinds 2017 zijn gestegen.

Het ontwerp van ordonnantie werd aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State, inclusief een verhoging van het abattement voor de aankoop van een bouwgrond. De tekst werd op 15 september jl. in derde en laatste lezing door de Regering goedgekeurd en op 19 september naar het parlement gestuurd om te worden besproken en gestemd.