Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende follow-up van de samenstelling van het wagenpark van de ministeriële kabinetten

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1368)

 
Datum ontvangst: 22/09/2022 Datum publicatie: 22/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 21/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/10/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In 2020 en 2021 heb ik u vragen gesteld over de samenstelling van het wagenpark van uw kabinet. Er werden veranderingen en aanpassingen aangekondigd, maar wat is er gebeurd?

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

Hoeveel voertuigen zijn er in uw kabinet? Wat zijn de CO2-emissies van die voertuigen? Kunt een lijst van het wagenpark uitgesplitst per brandstoftype geven?
Welke gemiddelde  CO2-uitstoot is toegestaan voor het hele wagenpark van het kabinet? Wordt die uitstoot gerespecteerd?
Kunt u in het kader van de lage-emissiezone de  euronorm van de verschillende voertuigen meedelen?
Wat zijn de veranderingen sinds uw antwoord van een jaar geleden?
Wat zijn de behoeften en hoeveel voertuigen moeten worden aangeschaft?
Is er geïnvesteerd in elektrische/hybride/andere voertuigen?
Hebt u geïnvesteerd in zachte mobiliteit voor het kabinet?
Beschikt u over een mobiliteitsbudget voor deelvoertuigen?

 

 
 
Antwoord    Ons kabinet heeft 1 wagen en twee fietsen die worden gedeeld.
De wagen heeft een uitstoot van 127g/km en kan nog tot december 2029 rijden in de LEZ.
Er is geen behoefte of plan om meer wagens aan te kopen. Verder hebben we twee elektrische fietsen die gebruikt kunnen worden door medewerkers voor verplaatsingen in het kader van hun werk.
We hebben geen mobiliteitsbudget voor ons kabinet.