Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de effecten van de studie "le sans-chez-soirisme : suite ou fin ?" op uw beleid

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1011)

 
Datum ontvangst: 04/10/2022 Datum publicatie: 20/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 07/12/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/10/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Samen met de beweging Droit à un toit / Recht op een dak heeft het Syndicat des immenses bij de afdeling DULBEA van de ULB de studie "Le sans-chez-soirisme : suite ou fin ?” besteld. [1]

Naar aanleiding van die studie, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  1. Hebt u kennis genomen van het eindverslag van deze studie dat op 18 juli 2022 werd uitgebracht en de twee belangrijkste conclusies ervan, namelijk:

  • Bijna 5.500 personen dakloos laten kost het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet 50 miljoen euro (het "daklozen"-budget van minister Alain Maron), maar, rekening houdend met de onrechtstreekse kosten, ongeveer 220 miljoen euro;

  • De gemiddelde kosten van een dakloze voor het Gewest (41.000 euro) zijn vergelijkbaar met de kosten van herhuisvesting?

  1. De noodzaak van een paradigmaverschuiving blijkt duidelijk uit de studie. Daarom wil ik graag weten wat het aanbod is aan diensten of projecten om daklozen te helpen?

  2. die het Gewest onderzoekt?

  3. waarover wordt nagedacht in uw kabinet?

 

 
 
Antwoord    Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag:

De vaststelling in de studie over de werkelijke kosten van thuisloosheid is geen verrassing. Het beleid dat wij willen invoeren heeft eerder betrekking op preventie dan op opvang
strictu sensu.

Verschillende van onze projecten liggen in die lijn: de hervorming van de uithuiszettingsprocedure en het wintermoratorium.

In het kader van deze twee maatregelen konden wij aantonen dat de middelen die uitgetrokken moesten worden, lager waren dan de kosten voor de gemeenschap voor de opvang van personen die uit huis worden gezet. We delen dus de redenering die in de studie wordt aangehouden dat de middelen zo veel mogelijk op voorhand moeten worden toegewezen om de druk op de overheidsfinanciën te verminderen en preventief te kunnen optreden.

Met betrekking tot het beleid voor de herhuisvesting van thuislozen moet u weten dat actie 27 van het Noodplan voor Huisvesting tot doel heeft het opvangaanbod voor daklozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit te breiden.


Deze actie voorziet in twee projectoproepen, die in 2021 en 2022 werden uitgeschreven.
De eerste projectoproep is gericht aan de gemeenten en de OCMW's, met het oog op de aankoop en/of renovatie van woningen bestemd voor daklozen.

De bedoeling is de gemeenten en de OCMW's te ondersteunen bij de renovatie en inrichting van woningen die op duurzame wijze ter beschikking van de daklozen worden gesteld. De gemeente en/of het OCMW verbinden zich ertoe om het huurbeheer van de betrokken woningen op zich te nemen.

Voor deze woningen wordt een overeenkomst van ten minste tien jaar gesloten met een of meer psychosociale actoren die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van daklozen, onder toezicht van Bruss’help.


Drie gemeenten hebben een project ingediend in het kader van deze projectoproep: Anderlecht, Brussel en Watermaal-Bosvoorde, en ook deze drie OCMW’s: Sint-Agatha-Berchem, Brussel en Etterbeek.

De zes ingediende projecten zullen ongeveer 25 mensen herhuisvesten en werden voor een totaalbedrag van 1.255.276,97 euro gesubsidieerd.


De tweede oproep is een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling gericht aan de SVK’s en heeft betrekking op het ter beschikking stellen van woningen voor dakloze personen en gezinnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het is de bedoeling om op termijn 400 woningen permanent ter beschikking te stellen van daklozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarbij het huurbeheer van de woning wordt verzekerd en ervoor wordt gezorgd dat elke gehuisveste persoon, ten laatste bij het intrekken in de woning, begeleiding krijgt van een dienst die gespecialiseerd is in de psychosociale begeleiding van daklozen, onder toezicht van Bruss’help.



In 2022 hebben drie SVK’s besloten in totaal 12 woningen ter beschikking te stellen van daklozen, maar waarschijnlijk komen er in 2023 nog meer woningen bij.

Meer in het algemeen en los van deze oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, worden bepaalde woningen van het SVK-woningenbestand specifiek ingezet voor daklozen.


Volgens de gegevens van het overzicht op 30/09/2021, de meest recente gegevens waarbij de cijfers volledig en gevalideerd zijn, waren 125 woningen specifiek bestemd voor daklozen. Er moet worden opgemerkt dat als de transitwoningen worden meegerekend, het totale aantal op 473 woningen komt. De gegevens van het overzicht van 30/09/2022 zullen tegen het einde van het jaar beschikbaar zijn.

In het algemeen bieden alle SVK's, met uitzondering van de meer gespecialiseerde verenigingen (verenigingen voor personen met een handicap, mishandelde vrouwen , ouderen, juridische diensten, enz.) hun diensten aan aan alle personen in een kwetsbare situatie, en dus ook aan daklozen.

Hieronder vindt u enkele relevante opdrachten:

-
Huisvestingsaanbod, opvangtehuizen, kleine woonvormen, housing first (BFUH, HUVAK, CEMO);
- Permanenties, persoonlijke begeleiding, doorverwijzing naar huisvesting en opvang (Habitat et rénovation, la Source, HU Marollen, HU Sint-Gillis, Fami-home, Buurthuis Sint-Antonius);


- Verdeling van maaltijden (Huurdersbond, HU Sint-Gillis)
- Inzameling van geschenkdozen voor daklozen (Maison en Plus);
- Deelname aan de vergaderingen over het thema van het voorontwerp “begeleidingstoelage voor huisvesting” (HUVAK);
- Vergaderingen over het thema dakloosheid (ULMK).

Er zijn echter drie verenigingen waarvan de opdrachten gericht zijn op dakloosheid. Het gaat om de VIH’s ‘t Eilandje, Straatverplegers en Diogenes.

‘T Eilandje (in Sint-Gillis)

Hun dienst thuisbegeleiding is bedoeld voor personen die de straat of een dienst voor hulp aan daklozen verlaten hebben, alsook eventueel voor personen die dankzij een preventieve begeleiding geen beroep zullen moeten doen op één van deze diensten. De dienst wordt aangeboden aan iedereen die zich in het Brussels Gewest woont of gaat wonen, die een aanvraag doet en die een woning heeft (of binnenkort zal hebben).


Straatverplegers (in Anderlecht)

De acties van Straatverplegers is meervoudig en zijn erop gericht mensen van de straat te halen en duurzaam te huisvesten. De maatregelen om dit te bereiken bestaan uit het verlenen van zorg, zowel op straat als bij mensen thuis, het aanmoedigen en adviseren van daklozen om aandacht te besteden aan hun hygiëne en gezondheid, en het begeleiden van daklozen bij hun medische afspraken. De patiënten bouwen op die manier geleidelijk aan een medisch netwerk uit, dat aanvankelijk door de verpleegkundigen wordt gecoördineerd met de hulp van de arts van de vereniging. Uiteindelijk zal het "normale" medische netwerk (zij die zich gewoonlijk inzetten voor personen met een dak boven hun hoofd, zoals reguliere huisartsen, wijkgezondheidscentra, enz.) de zorg van de patiënten overnemen.



Diogènes (in 1000 Brussel):

Hun opdracht bestaat er enerzijds in om daklozen te begeleiden bij het vinden van huisvesting en anderzijds mensen te ondersteunen die een woning hebben maar als dakloze leven. Voor de eerste groep is het de bedoeling herhuisvestingsmogelijkheden en hulp bij de zoektocht naar een woning aan te bieden. Voor de tweede groep is het de bedoeling om te voorkomen dat mensen hun woning verliezen en hulp te bieden om zo goed mogelijk te investeren in de woning om er zich thuis te voelen.



Meer concreet gaat het om:

- Straathoekwerk en aansporen tot verandering;
- Persoonlijke begeleiding;
- Ontwikkelen van een dynamiek om zich de woning eigen te maken;
- Doorverwijzing naar diensten voor thuisbegeleiding of housing first.


Wat betreft het Housing First-systeem, verwijzen we u voor deze bijvraag naar minister Alain Maron in het kader van zijn bevoegdheden in de GGC (opvang daklozen)