Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toegankelijkheid en het effect van toekomstige mobiliteitsprojecten op de economische activiteiten van de havengemeenschap

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1387)

 
Datum ontvangst: 12/10/2022 Datum publicatie: 01/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 28/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/10/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In ons Gewest worden veel mobiliteitsprojecten ontwikkeld. Sommige daarvan zijn echter gevaarlijk voor fietsers en hebben ook gevolgen voor de economische activiteiten van de bedrijven langs het Brusselse kanaal.

Laten we een paar toekomstige voorbeelden nemen: enerzijds de 3 oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers onder de bruggen Sainctelette, De Trooz en Van Praet, en anderzijds het project "Parkway 21".

Graag een antwoord op volgende vragen:

  • Wat wordt er, gezien het aantal vrachtwagens dat het gebied in- en uitrijdt, gedaan om de veiligheid van de fietsers te waarborgen? Werd de havengemeenschap geraadpleegd over de drie voetgangersoversteekplaatsen onder de bruggen Sainctelette, De Trooz en Van Praet? Wat was hun reactie? Hebt u daar rekening mee gehouden? Welke samenwerking is opgezet om de veiligheid van de fietsers te waarborgen en de verschillende bedrijven in het gebied niet economisch te benadelen?

  • Het project "Parkway 21" beoogt de herstructurering van de wegas R21 in Laken/Neder-Over-Heembeek. Indien dit project wordt uitgevoerd, zal het een grote invloed hebben op de toegankelijkheid van het gehele centraal-noordelijke deel van het havengebied. Werd de havengemeenschap geraadpleegd? Wat was haar reactie? Hebt u daar rekening mee gehouden?

  • Wat wordt er gedaan om de economische leefbaarheid van de verschillende bedrijven die in het hele havengebied actief zijn te waarborgen?

 

 
 
Antwoord    Er lopen effectief een GFR, een fietsGEN-route én een FietsPLUS-route langs de westelijke kant van het kanaal, m.a.w. sinds de jaren ‘90 al bevestigde het Brussels Gewest herhaaldelijk al het enorme potentieel van deze platte, Noord-Zuid route voor de promotie van het fietsgebruik.
Dit kan effectief zorgen voor conflicten tussen fietsers en vrachtwagens die havenbedrijven verlaten. Deze knelpunten zijn geïdentificeerd en er worden in de omgeving systematisch inrichtingen verwezenlijkt, zowel voor de fietsers als voor de vrachtwagens. Er wordt wel degelijk rekening gehouden met het specifieke karakter van de zone in de studies en de beschouwingen die voorafgaan aan de verwezenlijking van nieuwe inrichtingen in de omgeving van het kanaal.
Om de belangen van alle stakeholders te waarborgen is een reeks vergaderingen met vertegenwoordigers van de Havengemeenschap, en de kabinetten Trachte, Maron en Van den Brandt opgezet. Doel van deze vergaderingen is een open en transparante gedachtewisseling over de verschillende projecten die een impact kunnen hebben op de economische activiteit van de ondernemingen. In het kader van het onderzoek van de vergunningsaanvragen en overeenkomstig de wettelijke voorschriften heeft de Havengemeenschap bovendien haar mening kunnen geven tijdens het openbare onderzoek en het overlegcomité.
Het advies van de Havengemeenschap luidde als volgt: de projecten voor de bruggen onder de bruggen Sainctelette en De Trooz brachten
a priori geen problemen met zich mee wat hun ontwerp en hun interactie met de bestaande structuren betreft; enkel de brug onder Van Praet brengt problemen met zich mee daar deze uitkomt op privé-eigendom van de BRYC en door het gedeelde gebruik van de nieuwe weg en de pleziervaartinstallaties.
Brussel Mobiliteit heeft bij de ontwikkeling van het project en het onderzoek van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning rekening gehouden met de adviezen van de verschillende belanghebbenden om te komen tot een coherent project waarin economische ontwikkeling, veiligheid en comfort voor alle gebruikers gecombineerd worden.
Het project "Parkway 21" omvat de herstructurering van de R21 op het gedeelte tussen Van Praet en de Vuurkruisenlaan. Dit project rationaliseert het aantal rijstroken op een proportioneel zeer brede weg die eind jaren vijftig in het kader van de wereldtentoonstelling van 1958 werd aangelegd. Ondanks het schrappen van het aantal rijstroken zal het project geen negatieve impact hebben op de verkeerscapaciteit, de functionaliteit van de wegen, de toegankelijkheid en het gemotoriseerd verkeer, inclusief de vrachtwagens van de vele bedrijven in de kanaalzone. Het is volstrekt verkeerd te zeggen dat de capaciteit van de as recht evenredig is met het aantal rijstroken. In dit geval zijn de kruispunten met verkeerslichten bepalend voor de verkeerscapaciteit, en in het bijzonder het kruispunt aan de Van Praet-brug.
De Havengemeenschap werd niet geraadpleegd buiten de normale bepalingen voor openbare onderzoeken, aangezien het project werd ontwikkeld met de duidelijke beperking en doelstelling om de capaciteit en de functionaliteit van de wegen geenszins te beïnvloeden. De projectstudies en de afmetingen van de inrichtingen werden bestudeerd door het gespecialiseerde studiebureau Tractebel Engineering, met de hulp van dynamische verkeersmodellen voor de meest ongunstige gevallen van verkeersbelasting.
Uw Brussel Mobiliteit heeft geen informatie over uw derde vraag, die onder de bevoegdheid vanStaatssecretaris Trachte valt. Met de economische toekomst van de ondernemingen wordt rekening gehouden door de onderlinge afstemming en coördinatie van de verschillende plannen (Shifting Economy, Kanaalplan, Mobiliteit, enz.) opgesteld door de Brusselse Regering. Ik herhaal graag dat qua mobiliteit de drie passerelles langs het kanaal en de Parkway R21 de bestaande capaciteit voor gemotoriseerd verkeer in stand houden of zelfs niet beïnvloeden.