Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het onderzoek van Perspective.brussels over de zwembaden in het BHG

Indiener(s)
Françoise Schepmans
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 927)

 
Datum ontvangst: 13/10/2022 Datum publicatie: 01/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 30/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/10/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Ik heb er herhaaldelijk op gewezen dat het voor scholen in het Brussels Gewest moeilijk is om zwemlessen te organiseren, gezien de verzadiging van de zwembaden, en had het over de toegenomen vraag als gevolg van de bevolkingsgroei enerzijds en het gebrek aan infrastructuur anderzijds... Om nog maar te zwijgen van de sluitingen van de zwembaden voor renovatie!

Een nieuw onderzoek van perspective.brussels begon in mei 2021 en had tot doel zoveel mogelijk informatie te verzamelen over het aantal gebruikers en de verzadigingsgraad van de zwembaden. In mei legde het studiebureau de laatste hand aan het eindverslag.

Graag een antwoord op volgende vragen:

  • Kunt u ons een update geven over het verloop voortgang van het onderzoek?
  • Hebt u de resultaten van dit onderzoek?

  • Wordt in de studie een analyse gamaakt over het gebrek aan zwemlessen op scholen in het Gewest?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

De definitieve resultaten van deze studie zijn in de loop van de maand september door het studiebureau toegestuurd aan de sportcel van Perspective. Het eindverslag wordt momenteel aan een herlezing onderworpen. Voorafgaand aan de publicatie is vervolgens een Nederlandse vertaling voorzien

Zoals ik in mijn vorige antwoord al heb toegelicht, heeft de verzameling van gegevens bij de gemeentelijke overheden langer geduurd dan voorzien. De zwembadbeheerders en de gemeentelijke sportdiensten zijn herhaaldelijk gecontacteerd, eerst met online vragenlijsten en vervolgens met telefonische opvolging. Ook vandaag nog zijn een aantal gegevens onbeschikbaar. Perspective.brussels beschikt evenwel over voldoende betrouwbare gegevens om deze studie af te ronden.


Hieronder volgen daarom opnieuw de eerste vaststellingen die uit de vijf delen van de studie naar voren zijn gekomen. U krijgt ze al vóór de bekendmaking van de definitieve resultaten.

Uit de inventaris blijkt dat het aanbod onevenwichtig is verdeeld over het gewestelijk grondgebied. De gemeenten in het westen zijn in het nadeel. Vooral in Vorst, Anderlecht, Laag-Molenbeek en de Noordwijk is er een groot tekort. Daarnaast is er in het oosten van het gewest een uitgebreider aanbod van privézwembaden. Dat versterkt de tweedeling nog meer. Zoals reeds gezegd in het antwoord op uw vorige vraag, is het aanbod per inwoner in het Brussels Gewest maar de helft zo groot als in Vlaanderen. Ook internationale vergelijkingen met vergelijkbare Europese steden (Berlijn, Parijs, Bordeaux, ...) wijzen op een tekort in Brussel.

Zoals ik in de inleiding al aangaf, is het moeilijk om gegevens met betrekking tot de bezoekersaantallen van de zwembaden te verzamelen. Voor sommige gemeentelijke zwembaden zijn geen cijfers beschikbaar. Om dat hiaat weg te werken en in de toekomst gemakkelijker gegevens te kunnen verzamelen, wordt overwogen om een standaardmodel van een activiteitenverslag voor elk zwembad in te voeren. Dat zou dan jaarlijks ingevuld en aan Brussel Plaatselijke Besturen aan de Sportcel toegestuurd moeten worden. Alleen zwembaden die aan die voorwaarde voldoen, zouden in aanmerking komen voor een nieuwe subsidie die bestemd is voor de renovatie of de bouw van gemeentelijke sportinfrastructuur. Gegevensverzameling is immers van bijzonder groot belang om nieuwe doeltreffende vormen van overheidssteun te kunnen uitwerken die aangepast zijn aan de vastgestelde behoeften en problemen.

Het laatste deel gaat over zwemruimten in open lucht. De studie hield rekening met de bestaande projecten, zoals het project in Neerpede, het project op de slachthuissite in Anderlecht en het project van de stad Brussel. Dat thema kwam ook transversaal aan bod in de andere delen van de studie. Ook op dit vlak zijn vergelijkbare Europese grootsteden beter uitgerust dan Brussel.


In de studie zijn meerdere beheersvormen onderzocht: rechtstreeks door de gemeente, intercommunaal, door het Gewest of bovengemeentelijk. Zo konden voor- en nadelen van elk daarvan op een rijtje worden gezet. Op basis daarvan kan dan later eventueel een bepaald systeem naar voren worden geschoven om bijvoorbeeld een bovengemeentelijke structuur uit te bouwen.

De (voornamelijk gemeentelijke) zwembadbeheerders vragen het Gewest om steun waarmee ze allerlei kosten zouden kunnen dekken (personeelsbeheer, aanwerving van badmeesters, gemeenschappelijke opdrachten voor het onderhoud van het zwembad, voor de schoonmaak of de renovatie van de infrastructuur, enz.). Er zijn nog veel vragen over die nieuwe structuur. Er wordt volop over nagedacht. Eind september heeft het kabinet van mijn collega Bernard Clerfayt een vergadering ingericht met de gemeenten en de gemeentelijke zwembadbeheerders met betrekking tot een eventuele invoering van zo’n structuur en de stappen die moeten worden gezet om daartoe te komen.
Voor wat betreft het onderzoek naar het gebrek aan zwemlessen in de scholen van het Gewest blijkt uit de studie dat zo goed als alle gemeentelijke zwembaden zich elk jaar opnieuw genoodzaakt zien de inschrijving van meerdere scholen te weigeren omdat hun capaciteit verzadigd is. De beheerders hebben evenwel geen nauwkeurige cijfers doorgestuurd.