Schriftelijke vraag betreffende de middelen die gespendeerd werden aan de oprichting van Brusafe op de Blue Star-site
- Indiener(s)
- Mathias Vanden Borre
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 930)
Datum ontvangst: 20/10/2022 | Datum publicatie: 20/12/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 19/12/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
27/10/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Voor de locatie van de nieuwe school voor veiligheidsberoepen (Brusafe) had de Regering haar oog laten vallen op de Blue Star-site. De eerste fase van de oprichting van Brusafe bestond uit de aankoop van het terrein en de herinrichting van de gebouwen A, B en C voor tijdelijke ingebruikname (3,7 miljoen euro). Vervolgens gingen de gebouwen D, E en F afgebroken worden en ging daar de nieuwe school met inbegrip van alle functies die nodig zijn voor theoretische én praktische opleidingen opgetrokken worden. Voor deze fase (2a) werd voor de periode 2017 tot 2020 vier schijven voorzien van 2,5 miljoen, 4 miljoen en tweemaal 5 miljoen euro. Tot slot was het de bedoeling om de gebouwen A, B en C te slopen zodat er meer ruimte vrijkwam voor de school. Op 28 juni 2022 bevestigde de minister-president het gerucht dat Brusafe toch niet opgericht zal worden op de Blue Star-site. Uit de financiële en technische haalbaarheidsstudie zou blijken dat de kosten veel te hoog zijn opgelopen. Momenteel overweegt de regering om de school in te richten op het terrein van de toekomstige hoofdkazerne van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. In dat verband heb ik de volgende vragen:
|
Antwoord | Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag: Het terrein werd in 1993 verkregen door eigendomsoverdracht van de Belgische Staat naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat het in 1996 toevertrouwde aan de GOMB, de oorspronkelijke naam van Citydev. De site voor de veiligheidsscholen werd geselecteerd na een Request For Information (RFI) en een marktstudie uitgevoerd door Anixton. Totdat de verzelfstandiging van BruSafe een feit is, werkt de vzw GIP tijdelijk als financiële structuur van BruSafe. De rekeningen zijn in afzonderlijke boekhoudingen vervat en worden jaarlijks gevalideerd door een bedrijfsrevisor. De vraag om de lijst met facturen en bestelbonnen te krijgen die door de GIP zijn uitgeschreven, beantwoordt aan het geheel van de uitgaven van Brusafe sinds dat bestaat. Het betreft dus een verzoek om documentatie dat indruist tegen de algemene bepalingen van artikel 110 van het Huishoudelijk Reglement van het Brussels Parlement, dat de vraag niet ontvankelijk acht. Brusafe heeft niet financieel bijgedragen aan de inrichting van de blokken D, E en F voor deze opvang. De inrichtingswerken in de blokken D, E en F waren niet van structurele aard en zijn gefinancierd door de Stad Brussel. Voor de verwezenlijking van fase II is een bedrag van € 93.479 uitgegeven, waarvan € 46.979 voor de eerste technische en financiële haalbaarheidsstudie en de kosten van het dossierbeheer en € 47.000 voor de integratie van het programma van de scholen in de personeelskazerne van de Brandweer. De beheerskosten voor de MSI zijn nog niet gefactureerd. De niet uitgegeven bedragen van de provisie blijven bestemd voor de verwezenlijking van fase 2. De scholen worden op de site ondergebracht tot ze tegen 2028 naar de nieuwbouw kunnen verhuizen. Daarna biedt hij nieuwe mogelijkheden voor de territoriale ontwikkeling. 14.000.000 € is aan Brusafe toegekend vanuit het FET. De kosten voor de verhuizing van de scholen bedroegen 50.000 euro voor de GIP, 72.243 euro voor het IODMH en 17.500 euro voor het OCBB. Tegelijkertijd hoeven de scholen niet langer de recurrente kosten verbonden aan de huur van hun respectieve gebouwen te dragen. |