Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vernietiging van non-foodafval.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1262)

 
Datum ontvangst: 29/06/2022 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 28/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tegenwoordig worden sommige nieuwe artikelen - zoals onverkochte, "niet-conforme" of gebrekkige producten - gewoon vernietigd. In januari 2019 bleek uit een onderzoek waaraan de ngo Friends of the Earth heeft bijgedragen dat in Frankrijk jaarlijks meer dan 3 miljoen nieuwe producten door Amazon worden vernietigd.1. In hetzelfde land heeft het Agence du Don en Nature, in samenwerking met het Agence de l'environnement et de la maîtrise de l'énergie (ADEME), in 2014 in een studie uiteengezet2 dat jaarlijks voor 630 miljoen euro aan nieuwe non-foodproducten wordt vernietigd.

In het algemeen zijn hygiëne- en schoonheidsproducten, textiel, schoenen en huishoudelijke apparaten de producten die het vaakst worden vernietigd. Voor huishoudelijke apparaten bedraagt het vernietigingsaandeel 10 miljoen euro; voor hygiëne- en schoonheidsproducten is dat 180 miljoen euro.

In een artikel in Trends van 29 maart 2018 werd onthuld dat H&M, een grote kledingketen, met een aanzienlijke voorraad onverkochte kleding bleef zitten ter waarde van 4,3 miljard dollar3. Burberry daarentegen heeft in 2018 voor bijna 30 miljoen euro aan onverkochte goederen van de hand gedaan.

In België worden volgens de vzw Goods to Give4 jaarlijks meer dan 100 miljoen onverkochte nieuwe non-foodproducten vernietigd.

Het fenomeen van vernietiging van onverkochte goederen neemt voortdurend toe naarmate collecties rouleren en verouderen. Het maakt deel uit van de "fast fashion" (steeds meer kleding produceren, sneller en van mindere kwaliteit consumeren), die overconsumptie en uiteindelijk verspilling in de hand werkt. Al deze artikelen die zijn geproduceerd, soms op de markt gebracht en die uiteindelijk geen koper hebben gevonden, worden dus vernietigd zonder te worden gerecycleerd.

Om ervoor te zorgen dat het gewest maatregelen neemt in de tsrijd tegen de ecologische en economische ramp, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  • Wat weten we over de vernietiging van non-food in Brussel? Hoeveel apparaten worden teruggestuurd voor vernietiging? Wat zijn de types? Hoeveel elektrische en elektronische apparaten worden niet gerecycleerd?

  • Welke maatregelen neemt de regering, via haar afval- en korteketenbeleid, om het hergebruik en de recycling van onverkochte non-food producten door producenten, importeurs en distributeurs aan te moedigen?

  • Ik denk dat een van de methoden om de vernietiging van non-food tegen te gaan erin bestaat een lijst op te stellen van producten die mogen worden vernietigd. Dan moeten alle andere producten gericht zijn op hergebruik en recycling. Heeft uw regering al beslist hiervan werk te maken??

1 https://www.amisdelaterre.org/Amazon-fin-de-l-impunite-pour-le-geant-de-la-vente-en-ligne.html

2 http://www.presse.ademe.fr/wp-content/uploads/2014/04/Etude­GaspillageNonAlimentaireADN-ADEME-07042014.pdf

3 https://trends.levif.be/economie/entreprises/4-milliards-de-dollars-d-invendus-le-debut-de-la-fin-pour-h-m/article-nor­mal-819923.html.

4 https://www.goodstogive.org/nl/

 
 
Antwoord    Wat de vernietiging van non-foodgoederen in Brussel betreft, hebben wij momenteel slechts een heel gefragmenteerd en gedeeltelijk beeld van de keten van niet-verkochte non-food.1 Dat gebrek aan informatie komt niet enkel voor in het Brussels Gewest: het is een realiteit voor het hele Belgische grondgebied.
De niet-verkochte non-food omvat namelijk vele categorieën producten (shampoos, luiers, kleding, voorwerpen, elektro...) uit verschillende ketens (einde van de serie, nieuw logo, verpakkingsschade, retouren uit winkels, enz.) en er zijn talrijke herdistributiekanalen, afhankelijk van het soort product, de keten van herkomst en de wetgeving waaronder de schenking valt. Er zijn dus evenveel distributiecircuits als begunstigden, wat de gegevensverzameling zeer complex maakt.
Bovendien wordt in de huidige federale regelgeving geen verplichting tot rapportering over de vernietiging van onverkochte goederen opgelegd. De enige beschikbare statistieken hebben betrekking op onverkochte goederen die worden hergebruikt via schenkingen aan de vzw Goods to Give, maar er zijn geen gegevens over onverkochte goederen die worden vernietigd. Dat is niet genoeg, en de federale regering is zich daar wel degelijk van bewust.

Wat de verwerking van elektrische en elektronische apparatuur betreft,
is de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in België in 2020 opgelopen tot 54,8% van de hoeveelheden die in de voorgaande drie jaar op de markt zijn gebracht.2 Het gaat dus om AEEA (en niet specifiek om onverkochte goederen) die zijn ingezameld bij winkels, hergebruikcentra, recyparken en inzamelings-/verwerkingsbedrijven die AEEA mogen beheren. Sinds 2019 eist Europa dat dat percentage 65% bedraagt. Recupel, het Belgische beheersorganisme voor AEEA, legt uit dat de ontbrekende tonnages zich nog steeds vooral in huishoudens bevinden, worden geëxporteerd of in illegale circuits terechtkomen. De grote ketens van elektrowinkels werken vaak samen met Recupel om AEEA die door de consumenten wordt ingeleverd in te zamelen volgens het ‘1 voor 1’-principe (terugname van een toestel bij de aankoop van een gelijkaardig toestel) en het ‘1 voor 0’-principe (terugname van een toestel zonder aankoopverplichting, maar dat geldt enkel voor kleine elektrotoestellen en is enkel mogelijk in winkels met een oppervlakte van meer dan 400m²). Er kan van worden uitgegaan dat op basis van die samenwerking met Recupel de onverkochte goederen van die winkelketens hetzelfde circuit zullen volgen. Het is mijn doel, en ook dat van mijn collega's uit de andere gewesten, om te ijveren voor meer preventie en hergebruik van met name die producten. Daar kom ik later op terug.

Wat de door de regering uitgevoerde acties ter bevordering van het hergebruik, de hertoepassing en de recycling van niet-verkochte non-foodproducten betreft, is de regering, zoals reeds in deze Commissie is uiteengezet, door haar bevoegdheden beperkt tot afvalbeheer. Toch proberen wij ondanks alles de sector van het hergebruik zoveel mogelijk te stimuleren via het Hulpbronnen- en Afvalbeheerplan (HABP), via de roadmap voor hergebruik die de regering in mei heeft aangenomen of via subsidies aan de sector. Het is immers door het stimuleren en ontwikkelen van het tweedehandsaanbod dat een alternatief voor de vernietiging van onverkochte goederen mogelijk is.
Zoals u ongetwijfeld weet, heeft federaal minister Khattabi van haar kant een wetsvoorstel ingediend betreffende de invoering van een herstelbaarheids- en levensduurindex waar ik heel hard achter sta, ook om het hergebruik te vergemakkelijken.
Bovendien heeft de Europese Commissie in haar Ecodesign-wetgeving voor duurzame producten een transparantieverplichting opgenomen voor ‘grote ondernemingen’, die de weggegooide en vernietigde hoeveelheden zullen moeten publiceren.
3
Op onze schaal, via het systeem van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) dat momenteel in België bestaat voor AEEA en in de toekomst bijvoorbeeld voor textiel, moeten producenten van apparatuur er tot slot ook voor zorgen dat zij hun afval beheren volgens de afvalhiërarchie, waarbij zij de voorkeur geven aan preventie en hergebruik van hun apparaten. De gewesten zorgen ervoor dat dat wordt toegepast, maar er moeten nog grote inspanningen worden geleverd. Momenteel is een bespreking aan de gang met betrekking tot een ontwerp van een intergewestelijk samenwerkingsakkoord inzake UPV, dat onder impuls van ons gewest ook tot doel heeft die inspanningen op het gebied van preventie en hergebruik verder te stimuleren.

Wat betreft de opstelling van een lijst van producten waarvan de vernietiging is toegestaan om de vernietiging van non-foodgoederen tegen te gaan
, wordt die maatregel niet overwogen omdat het moeilijk zal zijn om volledig te zijn in de lange lijst van elektronische apparatuur of andere producten die onder de UPV vallen en die in de Europese wetgeving zelfs in algemene categorieën zijn ingedeeld. Zoals gezegd werken wij echter actief aan de versterking van initiatieven die preventie en hergebruik van elektronische apparatuur stimuleren.

Het circuit van onverkochte goederen werd al toegelicht aan parlementslid Jamal Ikazban (parlementaire vraag van december 2021).
.
Bron: BeWeee, de Belgische webtoepassing om te voldoen aan de rapporteringsverplichtingen rond afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
https://beweee.be/resultaten-2020.

Bron: EU Sustainable Strategy for Textile, p.4