Schriftelijke vraag betreffende de administratieve sancties in het kader van de Brudalex 2.0
- Indiener(s)
- Aurélie Czekalski
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1274)
| Datum ontvangst: 15/11/2022 | Datum publicatie: 17/01/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 22/12/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 30/11/2022 | Ontvankelijk |
| Vraag | Zoals u weet, is de Brudalex 2.0 goedgekeurd op 23 juni 2022. De regels van de Brudalex zijn gericht op vier doelgroepen: de afvalbeheerder, de fabrikant van producten, de detailhandelaar en de producent van niet-huishoudelijk afval. De Brudalex bevat bijvoorbeeld de verplichting voor de (particuliere en openbare) professionals om vanaf 1 mei 2023 bioafval te sorteren, de uitbreiding van het sorteren en de selectieve ophaling, de voorbeeldfunctie van de overheden, het einde van de systematische verbranding van matrassen, de verplichting om bepaalde afvalstoffen uit de zorg te sorteren en eventueel te ontsmetten en de aanmoediging, alsook de aanmoediging en ondersteuning van compostering voor particulieren, maar ook voor ondernemingen. In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:
|
| Antwoord | 1. In dit stadium heeft Leefmilieu Brussel geen verhoogde werklast voor de gemeentelijke overheden vastgesteld als gevolg van de inwerkingtreding van de Brudalex 2.0. In het algemeen kunnen gemeenten personeelsleden aanstellen die met het toezicht belast zijn en die dezelfde bevoegdheden hebben als Leefmilieu Brussel op het gebied van bestraffing. Er zijn vrijwillige samenwerkingsovereenkomsten voorzien tussen Leefmilieu Brussel en de gemeenten. Momenteel hebben 8 gemeenten die overeenkomsten ondertekend. Er bestaat nog geen IT-tool voor informatie-uitwisseling, maar het is de bedoeling die tool in de komende jaren te ontwikkelen. Bovendien gebruiken de gemeenten voor hun sancties niet dezelfde juridische middelen als Leefmilieu Brussel (Wetboek van inspectie). In plaats daarvan gebruiken ze de GAS (gemeentelijke administratieve sancties). De voor die middelen voorziene bedragen zijn doorgaans lager dan de door het Wetboek van inspectie voorziene bedragen. Wat de sorteerverplichtingen betreft, moet worden opgemerkt dat de Brudalex 2.0 bepaalde stromen toevoegt, maar dat voor andere stromen al controleverplichtingen bestonden. Het gaat er dus om bepaalde stromen toe te voegen tijdens de voorafgaande controles die al bij ondernemingen worden georganiseerd. Wat de controle op het verbod op verpakkingen voor eenmalig gebruik betreft, is het de bedoeling dat de controle wordt uitgevoerd via de controleprocedures voor overheidsopdrachten en de mogelijke annulering daarvan in geval van niet-conforme aankopen. Ten slotte zal de controle door Leefmilieu Brussel uiteraard worden aangepast aan de nieuwe eisen. 2. Brulocalis is geraadpleegd in het kader van het adviesverzoek aan de Raad voor het Leefmilieu tijdens de procedure voor de aanname van de Brudalex 2.0. Over de administratieve sancties van de gemeenten zijn in het advies van de Raad geen opmerkingen gemaakt. Specifiek voor de plaatselijke en gewestelijke overheden werden twee informatiesessies georganiseerd om hen te begeleiden bij de invoering van het toekomstige verbod op flessenwater en verpakkingen voor eenmalig gebruik. De meeste gemeenten waren op die sessies vertegenwoordigd. Op 15 september 2022 werd ook een algemene informatiesessie over de Brudalex 2.0 georganiseerd, waarbij verschillende gemeenten aanwezig waren. Er werden geen opmerkingen gemaakt over de controle door de gemeenten. 3. In dit stadium is er geen specifieke steun gepland, afgezien van de lokale/punctuele partnerschappen tijdens de controles van Leefmilieu Brussel. In het kader van het programma van de Facilitator bedrijfsafval van Leefmilieu Brussel zal echter wel een workshop worden georganiseerd die specifiek tot doel heeft de gemeenten te begeleiden bij de uitvoering van die nieuwe verplichtingen. Zo nodig zou een specifiek onderdeel over het toezicht op die nieuwe verplichtingen kunnen worden toegevoegd. Bovendien werden de gemeenten er tijdens de algemene en specifieke informatiesessies op gewezen dat elke administratie of entiteit een beroep kan doen op die facilitatordienst. 4. Zie het antwoord op vraag 1. Aangezien Leefmilieu Brussel geen zicht heeft op de middelen voor bestraffing die de gemeenten op dit gebied gebruiken, is het voor Leefmilieu Brussel moeilijk om de financiële gevolgen voor de gemeenten in te schatten. |