Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het gebrek aan goed gelegen overstapparkings aan de rand van het hoofdstedelijk gebied.

Indiener(s)
Dominiek Lootens-Stael
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1417)

 
Datum ontvangst: 11/10/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 20/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/12/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Een bericht op sociale media aan u gericht beschrijft één van de problemen waar vele mensen die in Brussel werken mee worden geconfronteerd.

Iemand die al meer dan 30 jaar vanuit de Noordrand naar de hoofdstad komt, parkeert haar wagen in de buurt van de Heizel om vandaar uit over te stappen op de metro. Er is daar immers geen randparking voorzien.

Door de aanpassingen in het parkeerbeleid werd in die zone de parkeertijd beperkt tot 4,5 uur. De persoon in kwestie verliest dus de parkeermogelijkheid die aansluit op het openbaar vervoer.

Zo zijn er waarschijnlijk tientallen of honderden voorbeelden te vinden van mensen die zorgen dat de dienstverlening in het hoofdstedelijk gebied overeind blijft maar die beperkt worden in hun mobiliteit door onaangepast beleid.

Aan verschillende belangrijke invalsassen in het hoofdstedelijk gebied zijn geen of amper mogelijkheden die werknemers in Brussel mogelijk maken snel van transportmodus te wisselen. Anderzijds werden er randparkings gebouwd die er haast ongebruikt bijliggen.

Bovendien doet deze regering er alles aan om onder het zogenaamde “Good Move” plan de vlotte doorstroming van het verkeer onmogelijk te maken. Met de expliciete doelstelling mensen te ontraden met de wagen naar Brussel te komen of zich door het hoofdstedelijk gebied te bewegen. Maar alternatieven worden deze mensen niet geboden. Ik zal u niet hoeven te vertellen dat het “Good Move” beleid bij velen ondertussen daardoor een zeer negatieve bijklank heeft gekregen.

Er ontbreken heel wat schakels om te kunnen spreken van een doordacht mobiliteitsplan. En een van die schakels zijn goed gelegen overstapparkings.

Mijn vragen zijn de volgende:
1. Wat zal u doen om een belangrijke aansluiting tussen autoverkeer en metro zoals aan de Heizel te verbeteren? Kunnen de aanpassingen teruggedraaid worden in afwachting dat er voor overstappende automobilisten wel alternatieven zijn?

2. Wat zal u doen om gelijkaardige knelpunten te identificeren en daar oplossingen voor te vinden ? Ik denk maar bijvoorbeeld aan de E40 die wel smaller werd gemaakt maar waar geen oplossing geboden wordt onder de vorm van overstapparkings.

 
 
Antwoord    Wat uw eerste vraag betreft: vóór 1 mei 2022 was het gebied rond de Heizel een groene zone, waar een hele dag geparkeerd kon worden (tegen betaling uiteraard). Op 1 mei 2022 heeft de stad Brussel haar nieuwe parkeerplan aangenomen. Dit plan voert een grijze zone in de wijk Heizel in. Dit betekent dat de parkeertijd nu beperkt is tot maximaal 4u30. Deze keuze is ingegeven door de wens om mensen die naar evenementen komen (in de Paleizen of het Koning Boudewijnstadion) naar de daarvoor voorzien parkings te sturen en te voorkomen dat zij op de openbare weg parkeren.


Het is de gemeente die beslist over de parkeerzones op haar grondgebied of op delen daarvan. Het Gewest kan de gemeente niet verplichten opnieuw een groene zone in te stellen in afwachting van de opening van een ontradingsparking.


Over uw tweede vraag, het is belangrijk om te zeggen dat ontradingsparkings, om hun rol ten volle te kunnen vervullen, moeten aansluiten op het openbaar vervoer en zich zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de gebruikers bevinden.


Het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en de NMBS zijn drie noodzakelijke partners om deze P+R's zo vroeg mogelijk in het traject aan te bieden. We weten dat P+R's aanbieden op het Brusselse grondgebied niet volledig tegemoetkomt aan de noden van de pendelaars, aangezien die parkeerplaatsen te dicht bij hun bestemming liggen. Het inrichten van P+R's vroeger op het traject vermindert de met de wagen afgelegde afstand aanzienlijk alsook de files op de toegangswegen naar Brussel.

Over deze kwestie moet dus op grootstedelijke schaal worden nagedacht. Er zijn dan ook meerdere P+R-projecten aangestipt in Vlaanderen en Wallonië. Die projecten bevinden zich in de fase van de haalbaarheidsstudie of de verwezenlijking.

Ondanks de noodzaak om vroeger op het traject meer ontradingsparkings te voorzien, kijkt het Brussels Gewest niet werkeloos toe.

Meerdere P+R’s zijn reeds operationeel in het Brusselse randgebied. U kan deze terugvinden op de website van parking.brussels. Dat zijn de volgende (op basis van de laatste cijfers die wij hebben):

- P+R Coovi (1263 plaatsen) – toegang via een gratis abonnement
- Lennik-Erasmus (175 plaatsen) – beheerd door privé-onderneming Indigo
- Kraainem (193 plaatsen) – toegang via een gratis abonnement
- Roodebeek (150 plaatsen) – vrije toegang
- Hermann-Debroux (103 plaatsen) – vrije toegang
- Delta (385 plaatsen) – vrije toegang
- Stalle (380 plaatsen) – vrije toegang
- UZ Brussel (50 plaatsen) – toegang via een gratis abonnement

Het Brussels Gewest zet in de toekomst veeleer in op de mutualisering van bestaande parkings. De P+R van het UZ Brussel in Jette, open sinds eind 2022, is een perfect voorbeeld. Daar zijn 50 plaatsen beschikbaar gesteld voor pendelaars in de parking P1 van het UZ Brussel. Andere mogelijkheden tot mutualisering werden geïdentificeerd en worden momenteel besproken.

Nabij de E40 werden meerdere P+R-projecten geïdentificeerd in Vlaanderen.

In het BHG zijn de mogelijke P+R-sites de sites die aansluiten op het openbaar vervoer en die vlot bereikbaar zijn vanaf de Ring. Ze werden geïdentificeerd in het gewestelijk bestemmingsplan, het gewestelijk ontwikkelingsplan en in het Good Move-plan en zijn dus gekend. Op die locaties worden diverse parkings geanalyseerd met het oog op een mogelijke mutualisering voor P+R.