Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het irregulier gebruik van een gebouw aan de Bergensesteenweg

Indiener(s)
Dominiek Lootens-Stael
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 767)

 
Datum ontvangst: 21/11/2022 Datum publicatie: 17/01/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 10/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Uit een proces-verbaal van de overlegcommissie ruimtelijke ordening van de gemeente Anderlecht dd. 2/12/2021 blijkt dat aan een project van het Islamitisch centrum Al Amal voor een nevenvestiging aan de Bergensesteenweg 1102 A een negatief advies werd gegeven.

Er werden in het advies over de aanvraag tot bestemmingswijziging verschillende argumenten aangehaald. Argumenten die te maken hebben met het geplande gebruik op die ligging maar tevens argumenten die te maken hebben met de aard van het gebouw.

Buurtbewoners stellen ondertussen reeds lange tijd vast dat het betreffende gebouw in gebruik werd genomen voor de activiteiten, waaronder gebedsdiensten, waarvoor geen vergunning werd afgeleverd.

Mijn vragen aan de staatssecretaris zijn de volgende:

  1. Is de gewestelijke dienst Urban.Brussels op de hoogte van dit dossier?

  2. Is er vanwege de aanvragende partij bij de verantwoordelijk Gewestelijke diensten een beroepsprocedure opgestart? Zo ja wat is de stand van het dossier?

  3. De lokale overheid treedt niet op tegen het oneigenlijk gebruik van betrokken gebouw. Wat is de rol van de gewestelijke diensten in dat geval? Kunnen de lokale diensten daarvoor op de vingers getikt worden?

  4. Wat is in dergelijke gevallen het handhavingsbeleid van de gewestelijke diensten en de bevoegdheid en rol van de staatssecretaris?


 


 

 

 

 
 
Antwoord    De sanctionerende ambtenaar heeft geen proces-verbaal ontvangen en het departement Inspectie en Administratieve Sancties heeft ook geen signalement ontvangen met betrekking tot dit pand volgens de archieven.

Momenteel is er geen beroep bij de Regering ingediend tegen de weigeringsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen van 4 november 2022.

Het departement Inspectie en Administratieve Sancties treedt niet op als een soort van beroepsinstantie waarbij kan worden aangeklopt indien de gemeentelijke diensten niet reageren en het een overtreding betreft die traditioneel gezien onder hun bevoegdheid valt. Het BWRO voorziet daar niet in en de beschikbare middelen laten het eenvoudigweg niet toe. Bijgevolg kan het gewest de lokale diensten ook niet “op de vingers tikken” in deze.

Indien een proces-verbaal wordt opgesteld en de procureur des Konings afziet van strafrechtelijke vervolging, kan de sanctionerende ambtenaar de procedure voor administratieve boete opstarten. Hij kan dan een beslissing nemen om binnen een bepaalde termijn het pand in overeenstemming te brengen met de laatst verleende vergunning of binnen een bepaalde termijn een aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning in te dienen die strekt tot het opheffen van de overtreding, gepaard gaand met een onmiddellijke administratieve geldboete als stok achter de deur.