Schriftelijke vraag betreffende het in kaart brengen van de overschrijdbare eigen banen en de commerciële snelheid van MIVB-voertuigen.
- Indiener(s)
- Jamal Ikazban
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1454)
| Datum ontvangst: 13/11/2022 | Datum publicatie: 14/02/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 10/02/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 19/12/2022 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | De overrijdbare beddingen en eigen beddingen zijn voorbehouden voor tram- en busverkeer. Het zijn voorzieningen die door de MIVB zijn ingevoerd om de "reissnelheid" te verhogen en de regelmaat en stiptheid van het openbaar vervoer te verbeteren.1
De bijzonder overrijdbare bedding (sein F18) is het gedeelte van de openbare weg, op hetzelfde niveau of verhoogd, dat bestemd is voor het verkeer van voertuigen voor openbaar vervoer: bussen en trams samen of alleen bussen of alleen trams. Dit zijn brede, doorlopende witte lijnen of geblokte markeringen op de grond, met name op kruispunten, die de ruimtes afbakenen. Zij kunnen worden gebruikt door voorrangsvoertuigen met een dringende opdracht, voor de toegang van buurtbewoners, door bestuurders die een parkeerplaats willen oprijden of verlaten en door alle categorieën die op het bord (taxi) of op het extra bord (fiets, bromfiets, motorfiets, enz.) zijn aangegeven. Om een vast obstakel te vermijden of om op een kruispunt van richting te veranderen, is het ook toegestaan om over te steken. De eigen bedding wordt niet gedefinieerd in het verkeersreglement. Volgens de MIVB is het een "ruimte die uitsluitend bestemd is voor het verkeer van trams en/of bussen en die van de rijbanen voor auto’s is afgeschermd door een fysieke scheiding waardoor die niet toegankelijk is voor andere voertuigen". Toegangen uitgerust met het C3-sein met een bord "behalve bus". Om het gedrag te beïnvloeden in de richting van een modal shift die strookt met de doelstellingen van het gewestelijke mobiliteitsplan, moet het openbaarvervoernet efficiënt zijn. De prestaties van een net worden niet alleen afgemeten aan de snelheid van de voertuigen, maar ook aan het vermogen om aan de vraag naar verplaatsingen te voldoen en de overstappen te beperken2. De reissnelheden van bussen, metro en tram zijn respectievelijk 15,5 km/u; 27,9 km/u en 16,2 km/u. In deze verkeersomgeving vormen taxi's een essentiële schakel in de bevordering van multimodale alternatieven voor het particuliere voertuig, en de aantrekkelijkheid van deze alternatieve vervoersdienst hangt in grote mate af van de vlotheid van de verplaatsingen. Taxichauffeurs die bepaalde eigen beddingen niet mogen overschrijden, terwijl andere voor hen wel toegankelijk zijn. Ze rijden soms verkeerd of moeten omwegen maken die onbegrijpelijk zijn voor de klant die ze vervoeren. Dit heeft gevolgen voor de dienstverlening aan de klant en de autodruk, maar ook voor de geloofwaardigheid van de chauffeurs en de aantrekkelijkheid van taxi's. Sommige eigen beddingen waar taxi's niet zijn toegestaan zijn bijzonder problematisch en chauffeurs worden soms beboet. Het is moeilijk voor een bestuurder om zijn klant uit te leggen dat hij deze rijstroken niet mag gebruiken. Deze situatie is betreurenswaardig omdat de taxisector, net als de MIVB en andere openbare vervoersmaatschappijen, een belangrijke openbare dienst verleent in ons Gewest. Daarom wil ik graag weten, mevrouw de minister:
2 https://data.mobility.brussels/home/nl/observatorium/openbaar-vervoer/prestaties-van-het-openbaar-vervoer/ |
| Antwoord | De benaming “eigen bedding” staat niet in de Wegcode. Deze benaming verwijst naar elke rijstrook die door het openbaar vervoer wordt gebruikt en waar privévoertuigen verboden zijn. Dit omvat niet alleen de "bijzondere overrijdbare beddingen" (bord F18), maar ook de busstroken (bord F17), de eenrichtingsstraten (bord C1 met bord “uitgezonderd bus en/of andere voertuigen”), voor het verkeer afgesloten straten (bord C3 met bord “uitgezonderd bus en/of andere voertuigen”), enz. Een kaart met de overrijdbare en eigen beddingen, ingedeeld per type verkeersbord, is beschikbaar bij Brussel Mobiliteit. De update van de eigen beddingen is beschikbaar op Mobigis ("eigen bedding" in de rubriek “Openbaar vervoer”) en maakt een onderscheid tussen de betrokken vervoerswijze(n). De kaart is voor iedereen toegankelijk. Een vlottere doorstroming van het verkeer op de beschermde banen is de kern van de strategie van het Gewest via de Avanti-projecten van de MIVB. Als we een doeltreffend openbaar vervoer willen blijven aanbieden en steeds meer mensen willen aanmoedigen het openbaar vervoer te gebruiken voor hun verplaatsingen, moet het snel en doeltreffend zijn, en dus niet vastlopen in het verkeer. Dit is net het hele punt van eigen beddingen: het openbaarvervoerverkeer vlotter laten verlopen en ervoor zorgen dat het openbaar vervoer, doordat het buiten het gewone verkeer plaatsvindt, een reissnelheid haalt die dit vervoermiddel aantrekkelijk maakt voor reizigers. De initiatieven met het oog op een vlotter verkeer ter hoogte van kruispunten, de installatie van ANPR-camera's en de eigen beddingen zijn duidelijk gunstig voor de MIVB en dus voor de mobiliteit van de één miljoen dagelijkse reizigers van de MIVB. Deze maatregelen zijn ook gunstig voor de taxi’s wanneer ze erop mogen rijden. Enkele voorbeelden van recente inrichtingen die een gunstige impact hebben gehad op het verkeer van MIVB-voertuigen: de aanleg van een voorbehouden baan op de Regentlaan en de invoering van eenrichtingsverkeer (behalve voor bussen, fietsers en taxi's) op de Fraiteurbrug hebben beide geleid tot een aanzienlijke verbetering van de bussnelheid in vergelijking met de vroegere filesituatie. Daarom streven we er binnen de mate van het mogelijke naar dat de MIVB zo veel mogelijk beschermde banen krijgt, met een prioriteit voor de gebieden die momenteel als "zwarte punten" worden beschouwd. De maatregelen in het kader van Good Move zijn er juist op gericht het openbaar vervoer en de taxi's een comparatief voordeel te geven ten opzichte van de personenwagen. Een win-winoplossing is het creëren van meer eigen beddingen, waar zowel het openbaar vervoer als de taxi's baat bij hebben. Wat de toegang van taxi’s en andere gebruikers tot de voorbehouden banen betreft: de toegang van taxi’s tot de beddingen wordt per geval geanalyseerd. Ze hebben geen toegang tot de beddingen wanneer uit de analyse blijkt dat dit een gevaarlijke situatie creëert of een aanzienlijke negatieve impact heeft op de doorstroming van het openbaarvervoerverkeer. Een grote uitdaging voor de bijzondere overrijdbare beddingen is de mogelijkheid om bij kruispunten met verkeerslichten het wachtend verkeer te kunnen voorbijsteken. Dit is niet meer mogelijk wanneer een of meer voertuigen zich op het kruispunt voor een bus bevinden, waardoor de bus niet meer kan profiteren van voorrang bij het verkeerslicht (dit is vooral zeer nuttig wanneer de bus een manoeuvre moet uitvoeren waarbij verkeersstromen worden gedwarst), of zelfs gedwongen wordt nogmaals voor de verkeerslichten te staan wanneer de doorstroming per fase beperkt is. Dat is de hoofdreden waarom de MIVB aan de wegbeheerders vraagt om zuinig te zijn met het toekennen van toegang tot de bijzondere overrijdbare beddingen (F18) of de C1/C3-verkeersborden. Over elk geval wordt afzonderlijk beslist naargelang het type locatie, de configuratie van de kruispunten, de fasen van de verkeerslichten en het aantal betrokken bussen en taxi's. |