Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de grootte van de mazen

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1457)

 
Datum ontvangst: 29/11/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 20/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In het kader van de uitvoering van de autoluwe wijken is Brussel verdeeld in mazen met een diameter van 1, 2 of 2,5 kilometer.

  1. Kunt u aangeven welke criteria worden gebruikt om de juiste omtrek van een autoluwe wijk te bepalen? Hoe wordt de ideale grootte van een maas gedefinieerd?

  2. Welke lessen kunt u trekken uit de ervaringen van andere steden die mazen hebben ontwikkeld?

 

 
 
Antwoord    De perimeters van de verkeersluwe wijken zijn gebaseerd op de Auto PLUS- en Auto COMFORT-wegen, zoals bepaald in het gewestelijke mobiliteitsplan.
Deze definitie is ook vandaag nog steeds relevant om de mobiliteit en het verkeer op coherente schaal te bestuderen, in het bijzonder om de plaats van de verschillende vervoerswijzen in de openbare ruimte opnieuw in evenwicht te brengen en om bepaalde gebruiken dus te wijzigen. Het is dus de bedoeling de studies voor deze perimeters voort te zetten, weliswaar met een zekere flexibiliteit gezien de gemeentegrenzen.
De perimeters die 1 à 2 km groot zijn, zijn geïnspireerd op de benchmark die is uitgevoerd in het kader van de ontwikkeling van het gewestelijke mobiliteitsplan (superblokken in Barcelona, München, enz.). Er werden al zaken gedaan in Brussel; het doel is net om de schaal te veranderen om een echte verandering tot stand te brengen, en om te zorgen voor meer samenhang ten opzichte van de meer specifieke maatregelen die zich vermenigvuldigen.
Het is daarentegen duidelijk dat de huidige perimeters van de autoluwe wijken vaak te groot zijn om als operationele perimeter te dienen. Voor kwaliteitswerk in termen van participatie en informatie is een verschuiving naar beperktere perimeters nodig. Er staat ook een limiet op het aantal maatregelen dat het gewest en de gemeenten (die in de meeste gevallen de wegbeheerders zijn) op gecoördineerde wijze en onder bevredigende omstandigheden kunnen uitvoeren.
Voor de uitvoeringsfasen dient de fasering dus te worden gesystematiseerd; dit zal in ieder geval systematisch worden voorgesteld en overwogen. Deze fasering kan zowel ruimtelijk gebeuren, en dus door de perimeter op te delen, (zoals in Schaarbeek) of als in de tijd (zoals in Elsene; eerst fase 1 visie korte termijn met lichte maatregelen, dan fase 2 visie middellange of lange termijn met meer ambitieuze maatregelen, enz.) gebeuren.
De nieuwe oproep bestemd voor de gemeenten om autoluwe wijken te realiseren werd in die zin aangepast. Indien de gemeente het rechtvaardigt, kan ze een kleinere perimeter voorstellen reeds vanaf de studiefase, maar idealiter gebeurt de opdeling van de perimeter pas in de operationele fase.