Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het gebrek aan representativiteit van personen met een handicap in het Brussels gewestelijk openbaar ambt.

Indiener(s)
Nadia El Yousfi
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 544)

 
Datum ontvangst: 26/09/2022 Datum publicatie: 22/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 22/12/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/12/2022 Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag p.m.
20/12/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Stephen Hawking deed ooit deze sublieme uitspraak die me nog steeds bijblijft: "een handicap mag geen handicap zijn". Dat zegt genoeg, zoniet alles.

Maar blijkbaar blijft een handicap in het Brussels Gewest een handicap op de arbeidsmarkt. De cijfers zijn alarmerend: zoals onze collega ons in herinnering bracht, respecteert slechts één overheidsinstantie de norm voor de aanwerving van personen met een handicap in de gewestelijke overheidsdiensten. Een norm die op het eerste gezicht niet onhaalbaar is. We hebben het over 2%, wat naar mijn bescheiden mening gemakkelijk haalbaar is binnen het gewestelijk ambtenarenapparaat.

Volgens de cijfers heeft enkel de GOB dit doel bereikt, met een dertigtal werknemers op meer dan 1400. Sommige overheidsdiensten benaderen de norm, maar voldoen er niet aan. Anderen zijn helaas nog ver van het doel verwijderd. De situatie is zorgwekkend.

Volgens talent.brussels evolueert de vertegenwoordiging van personen met een handicap in gewestinstellingen nog steeds vrij traag, hoewel dit een van de centrale doelstellingen voor ons gewest vormt, in termen van diversiteit en inclusie.

Wij weten dat er geen sancties zijn voor organisaties die niet aan de 2%-norm voldoen. Afgezien van het feit dat zij niet in aanmerking zullen komen voor integratiesubsidies van de dienst Phare. Dit volstaat blijkbaar niet. We moeten ons dus afvragen welke maatregelen kunnen worden genomen, zowel op korte als op middellange termijn, om hen aan te moedigen de doelstellingen te halen die de regering in het verleden heeft vastgelegd.

Ik heb de volgende vragen:

  • Hebt u met de verschillende gewestinstanties gesproken om de redenen achter deze vaststelling beter te begrijpen?

  • Bent u van plan concrete acties uit te voeren om de gewestelijke overheden aan te moedigen deze doelstelling te bereiken?

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende antwoord te geven:

Ik deel met u de overtuiging dat onze gewestelijke instellingen hun voorbeeldfunctie moeten vervullen door de vertegenwoordiging van personen met een handicap daarin te vergroten.

Zoals ik in antwoord op eerdere parlementaire vragen heb uiteengezet, heeft de Regering reeds een aantal krachtige maatregelen genomen, zoals de inschrijving van positieve actie in het statuut van de ambtenaren, de vereenvoudiging van de aanwerving van personen met een handicap en de aanwijzing van de inclusie van personen met een handicap als prioritaire doelstelling van de Regering, waardoor de gewestelijke instellingen maatregelen nemen om deze doelstelling te verwezenlijken.

Op transversaal niveau brengt talent.brussels gewestelijke instellingen samen in het platform voor personen met een handicap om de redenen voor deze ondervertegenwoordiging te bestuderen en de nodige corrigerende maatregelen te nemen.

De gewestelijke instellingen en de diensten die personen met een handicap ondersteunen bij het vinden van werk werden bevraagd over de redenen voor deze ondervertegenwoordiging.



De belangrijkste bevindingen zijn als volgt:

- Een belangrijke uitdaging betreft het profiel van personen met een handicap. De onderkwalificatie van personen met een handicap lijkt een belangrijke belemmering te zijn voor hun toegang tot gewestelijke instellingen. Meer dan ¾ van de mensen die door de ondersteunende diensten worden begeleid, beschikken namelijk niet over hun diploma secundair onderwijs. Slechts 3% heeft een bachelordiploma en 2% een masterdiploma. In het algemeen is er een wanverhouding tussen de profielen die meestal door gewestelijke instellingen worden gezocht en de profielen van personen met een handicap die door de ondersteunende diensten worden begeleid. Om nog maar te zwijgen van personen met een handicap die ver van de arbeidsmarkt af staan of door geen enkele structuur worden ondersteund.

- Op het niveau van de gewestelijke instellingen moet er nog gewerkt worden aan het in herinnering brengen van de mogelijkheden en de geldigheid van positieve actie. Wij constateren ook een gebrek aan duidelijkheid in de rolverdeling (tussen diversiteitsmanagers en HR) en een slechte informatiedoorstroming tussen de verschillende actoren. Talent.brussels beveelt de gewestelijke instellingen regelmatig aan om procedures in te voeren die de actoren en hun verantwoordelijkheden verduidelijken, en om een werkgroep op te richten waarin verschillende actoren (HR, diversiteitsmanager, IDPBW, Facilities, IT) actief zijn om deze thematiek binnen elke gewestelijke instelling op te volgen. Wij constateren ook enige terughoudendheid ten aanzien van het gebruik van contracten voor professionele aanpassing (contracten die als precair worden beschouwd), hoewel deze voor sommige personen met een handicap een echte springplank kunnen zijn. Talent.brussels is overtuigd van het nut van dit instrument en blijft de gewestelijke instellingen aanbevelen om deze manier van integratie van personen met een handicap in gewestelijke instellingen te gebruiken.

Daarnaast moet worden opgemerkt dat sommige personen met een handicap weigeren hun handicap aan te geven. Dit leidt waarschijnlijk tot een onderrapportage die moeilijk te meten is.

Wat de uit te voeren acties betreft, heb ik reeds gewezen op de aanbevelingen die talent.brussels regelmatig doet aan de gewestelijke instellingen in het kader van het platform voor personen met een handicap. Maar zoals ik in het verleden al heb uitgelegd, is het aan elke gewestelijke instelling om de nodige maatregelen te nemen om deze ondervertegenwoordiging te verhelpen en gebruik te maken van de mogelijkheden die de Regering biedt.

Tot slot zou ik willen toevoegen dat er een proefproject loopt, opgezet door Pool H (Actiris), dat een van de vormen van positieve actie implementeert. In antwoord op de vaststelling van wat een ‘wanverhouding tussen vraag en aanbod van profielen’ kan worden genoemd, zoals eerder uiteengezet, heeft dit project tot doel de werkaanbiedingen van gewestelijke instellingen tijdelijk te reserveren voor werkzoekenden met een erkende handicap die bij Actiris zijn ingeschreven. Voorrang wordt gegeven aan gewestelijke instellingen met een groot aandeel van ondergekwalificeerde profielen. Talent.brussels zorgt voor het met elkaar in contact brengen tussen Pool H en de gewestelijke instellingen.