Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de erkende sociale kredietmaatschappijen

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1073)

 
Datum ontvangst: 09/12/2022 Datum publicatie: 16/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 16/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2022 Ontvankelijk
16/02/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

In het Brussels Gewest zijn er, naast het Woningfonds, dat hypothecaire kredieten tegen lage interestvoeten verstrekt, ook sociale kredietmaatschappijen actief.

Ze worden op de website van Brussel Huisvesting gedefinieerd als particuliere ondernemingen (met een aandelenbezit dat meestal uit banken en traditionele verzekeraars bestaat), maar waarvan de bestaansreden vergelijkbaar is met een taak van openbare dienstverlening. Hun doel is immers sociaal: zoveel mogelijk mensen toegang bieden tot fatsoenlijke huisvesting. Deze bedrijven zijn erkend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en staan onder toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Voorts wordt bepaald dat de basisvoorwaarde voor de toekenning van dergelijke sociale leningen is dat de woning die men wenst te verwerven als “sociaal” wordt gekwalificeerd en aan bepaalde criteria met betrekking tot de marktwaarde ervan voldoet.


Ten slotte zijn er op de begroting middelen ingeschreven voor de erkende sociale kredietmaatschappijen, met name onder de volgende 2 BA's: 25.006.07.01 - Aan de regeringscommissaris bij de erkende sociale kredietmaatschappijen te betalen presentiegeld en 25.006.39.01 - Betaling aan erkende kredietinstellingen van de gewestwaarborg voor goede afloop inzake de terugbetaling van hypothecaire leningen.


Over deze regeling wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Kunt u, wat de definitie op de website van Brussel Huisvesting betreft, de termen "sociaal" en "criteria met betrekking tot de marktwaarde" verduidelijken? Wie bepaalt de kwaliteiten die de woningen in kwestie moeten hebben? Meer in het algemeen, hoe worden de kredieten toegekend door de sociale kredietmaatschappijen, aan wie en voor welke bedragen (in verhouding tot de prijs van de woningen in kwestie)?

  • Kunt u een overzicht bezorgen van de door het BHG erkende sociale kredietmaatschappijen, toelichtingen verstrekken over deze maatschappijen (rechtsvorm, samenstelling van hun bestuurs/beslissingsorganen enz.), alsook de manier waarop de erkenning wordt verleend, gecontroleerd en verlengd?

  • Wat is het totale aantal toegekende kredieten? Voor welk bedrag? Wat is de verdeling per sociale kredietmaatschappij?

  • Wat de financiering betreft:

    • Kunt u toelichtingen verstrekken over BA 25.006.07.01 - Aan de regeringscommissaris bij de erkende sociale kredietmaatschappijen te betalen presentiegeld (aantal regeringscommissarissen, aantal vergaderingen, bedrag van het presentiegeld...)?

    • Kunt u toelichtingen verstrekken over BA 25.006.39.01 - Betaling aan erkende kredietinstellingen van de gewestwaarborg voor goede afloop inzake de terugbetaling van hypothecaire leningen? Waaruit bestaat de gewestwaarborg? Hoe wordt de 1,417 miljoen euro gebruikt en verdeeld?

 

 
 
Antwoord    Instellingen voor sociaal krediet zijn door de Regering erkende privé-kredietinstellingen. Hun opdracht is de eigendomsverwerving of het behoud van een eerste woning door een gezin te bevorderen.


Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de sociale kredietinstellingen bepaalt in artikel 4, §1, lid 3 het volgende: “de verkoopwaarde van de woning, eventueel na de uitvoering van werken, ligt niet hoger dan driehonderdzevenendertigduizend euro. De minister of de staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting past jaarlijks op 1 januari deze bedragen aan de ABEX-index van de maand december van het jaar dat de indexatie voorgaat aan. Als de aanvrager(s) kinderen ten laste heeft (hebben), wordt het bedrag vermeerderd met vijf percent per kind ten laste met een maximum van vijf vermeerderingen”. 


De sociale kredietinstellingen kennen dus enkel hypothecaire kredieten toe voor goederen met een beperkte waarde. Deze waarde wordt elk jaar geïndexeerd en varieert in functie van het aantal kinderen van het gezin dat de aanvraag doet.


Voor het jaar 2022 zijn de verschillende maximumwaarden beschikbaar in het ministerieel besluit van 17 juni 2022 tot vaststelling van de verkoopwaarde van de met volkswoningen gelijkgestelde woningen voor het jaar 2022, dat is bijgevoegd. Deze waarden variëren tussen de 413.155,62 euro voor een gezin zonder kinderen ten laste, en 516.444,53 euro voor een gezin met vijf of meer kinderen ten laste.

De waarden voor het jaar 2023 worden momenteel gevalideerd door het bestuur en zullen zeer binnenkort aan de sociale kredietinstellingen worden meegedeeld.

Er zijn vijf sociale kredietinstellingen in het BHG:


- Gewestelijke Maatschappij voor Huisvestingskrediet nv;
- Socodix – Le Foyer cvba;
- Crédit Immobilier Ouvrier SA;
- Krediet voor sociale woningen nv;
- Le Petit Propriétaire de Bruxelles nv.

Al deze ondernemingen zijn naamloze vennootschappen (nv’s), behalve Socodix-Le Foyer, die een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) is. Zij zijn door de FSMA erkend als "Belgische kredietgever in hypothecair krediet".

Een regeringscommissaris woont van rechtswege de vergaderingen bij van de algemene vergadering, van de raad van bestuur of van elk ander bestaand beheers- of bestuursorgaan binnen elke kredietinstelling.


Wat de toekenning of de verlenging van de erkenning betreft, worden de modaliteiten en voorwaarden uiteengezet in de artikelen 2 tot 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 betreffende de sociale kredietinstellingen, alsook in artikel 129 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd bij de ordonnantie van 18 juli 2013.

Een erkenning houdt in dat er elk jaar een activiteitenverslag moet worden overgemaakt aan het bestuur.

De erkenning wordt toegekend voor een termijn van slechts vijf jaar die kan worden verlengd. Bij elke verlenging wordt er dus een grondiger controle uitgevoerd om na te gaan of de onderneming nog steeds aan alle voorwaarden en modaliteiten van de erkenning voldoet.

In 2022 verstrekten slechts twee sociale kredietinstellingen hypothecaire leningen. Het betreft “Krediet voor sociale woningen nv", die er twee verleende voor een totale waarde van 450.000,00 euro, en de "Gewestelijke Maatschappij voor Huisvestingskrediet nv”, die er 18 verleende voor een totale waarde van 3.538.353,00 euro. In totaal hebben de sociale kredietinstellingen in 2022 twintig hypothecaire leningen verstrekt voor een totale waarde van 3.988.353,00 euro.

De basisallocatie 25.006.07.01.1112 wordt gebruikt om het presentiegeld te betalen aan de regeringscommissaris van de erkende sociale kredietinstellingen voor elke vergadering die hij bijwoont.


De benoeming van een commissaris vloeit voort uit het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 betreffende de sociale kredietinstellingen. Zo bepaalt artikel 15 van dit besluit uitdrukkelijk dat de regering een commissaris aanduidt. Artikel 16 bepaalt dat de commissaris de vergaderingen van alle sociale kredietinstellingen kan bijwonen.



Er is slechts één regeringscommissaris aangeduid bij de sociale kredietinstellingen. Het is dus dus steeds dezelfde commissaris die de vergaderingen van alle sociale kredietinstellingen bijwoont.


Voor de bezoldiging van deze commissaris zijn verschillende regels vastgesteld. Deze regels vloeien voort uit het gezamenlijk uitvoeringsbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 24 januari 2019 houdende uitvoering van artikel 5, § 1 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen. Voor 2022 bedroeg het presentiegeld 255,42 euro.


Bovendien bepaalt artikel 2, 2° van het besluit van 24 januari 2019 een maximum aantal vergaderingen dat recht kan geven op presentiegeld. Dit aantal is vastgelegd op 40.


Basisallocatie 25.006.39.01.5130 wordt gebruikt voor de financiële tussenkomsten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet betalen krachtens de gewestwaarborg voor goede afloop van de terugbetaling van hypothecaire kredieten toegestaan door de sociale kredietinstellingen.


Artikel 12 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de sociale kredietinstellingen voorziet immers in een financiële tegemoetkoming van het Gewest in geval van wanbetaling door een kredietnemer:


In geval van tegeldemaking van het goed is het door het Gewest aan de kredietinstelling te betalen bedrag in uitvoering van de aan het krediet verbonden waarborg gelijk aan het verschil tussen het door deze instelling geleden verlies en het verlies dat ze zou geleden hebben indien het krediet beperkt zou zijn tot 70 % van de verkoopwaarde of, desgevallend, van de aankoopprijs van het goed.

De bedragen die in deze hypothese op de hoofdsom terugbetaald zouden zijn, worden geraamd door de daadwerkelijk terugbetaalde sommen te verminderen in de bestaande verhouding tussen 70 % en het percentage van de lening ten opzichte van de waarde of, in voorkomend geval, van de aankoopprijs."

Om in aanmerking te komen voor deze tegemoetkoming, moet de sociale kredietinstelling een dossier indienen met een hele reeks documenten (kredietakte, deskundigenverslag, bewijs van invorderingspogingen, enz.) aan de hand waarvan het bestuur kan nagaan of alle voorwaarden zijn nageleefd (naleving van het plafond van de marktwaarde, unieke eigendom van de kredietnemer, duur van de lening, naleving van het plafond van het gezinsinkomen, enz.)




In 2022 is er geen financiële tegemoetkoming geweest.