Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omtrent de codificatie van de wetgeving ter bevordering van de gelijkheid en de diversiteit en ter bestrijding van discriminatie
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1081)
Datum ontvangst: 20/11/2022 | Datum publicatie: 16/02/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 16/02/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
22/12/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Enige tijd terug werd u door verschillende collega-parlementsleden ondervraagd omtrent de beoogde codificatie van de wetgeving ter bevordering van de gelijkheid en de diversiteit en ter bestrijding van discriminatie, naar aanleiding van de bespreking ervan tijdens de Brusselse ministerraad van 25 februari 2021. In uw antwoord op enkele van die vragen die gesteld werden tijdens de commissie Gelijke Kansen van 30 maart 2021 gaf u aan dat de veelheid aan eventuele onduidelijkheden, tegenstrijdigheden en hiaten uit verschillende teksten dit proces bemoeilijkten, maar dat het de bedoeling was om tegen het voorjaar van 2022 een ontwerp van ordonnantie te kunnen voorleggen. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | De Gemeenschappelijke Algemene Beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voorziet in de uitvoering van "een codificatie van de wetgeving om de bestaande instrumenten ter bestrijding, opvolging en preventie van discriminatie in een Brussels wetboek ter bestrijding van discriminatie samen te brengen, te coördineren en te versterken" via een ordonnantie die "op alle Brusselse instellingen wordt toegepast". Zoals de Raad van State al benadrukte, ondermijnt het versnipperde karakter van de verschillende Brusselse antidiscriminatieteksten het begrip ervan en de leesbaarheid van de wetgeving, maar belemmert dit vooral de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de in deze teksten geboden bescherming. Deze codificatie is noodzakelijk geacht door Unia, Brupartners, de RGVM en in het evaluatieverslag over de antidiscriminatiewetgeving. De bundeling van de verschillende antidiscriminatieteksten in één enkel juridisch corpus zal zorgen voor een betere bescherming van de grondrechten van de burgers. Equal.brussels kreeg de opdracht om een advocatenkantoor aan te wijzen om haar bij dit omvangrijke project te helpen. Dit project, dat centraal staat in de gewestelijke beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, vereist een intensieve en transversale samenwerking tussen de bevoegde kabinetten en besturen. Om deze samenwerking te structureren werd er een begeleidingscomité opgericht bestaande uit één vertegenwoordiger van elk betrokken ministerieel kabinet en van elk betrokken bestuur. Unia en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen werden ook gevraagd aan dit comité deel te nemen als deskundigen. Dit begeleidingscomité is bijeengekomen bij de aanvang van de evaluatiewerkzaamheden en bij de voorstelling van het evaluatieverslag. Na de tweede vergadering van het begeleidingscomité hebben de leden een heel aantal opmerkingen geformuleerd. Deze opmerkingen werden gebundeld en als bijlage bij het evaluatieverslag gevoegd. De opmerkingen die betrekking hadden op tekortkomingen of fouten in het verslag werden erin opgenomen. Het geheel werd in maart 2022 aan de Regering voorgelegd. Op basis van dit alles is het advocatenkantoor met het redactionele werk begonnen. Dit begeleidingscomité is eind 2022 opnieuw bijeengekomen toen het aangestelde advocatenkantoor het voorontwerp van ordonnantie betreffende het wetboek voor non-discriminatie en bevordering van diversiteit heeft ingediend. Het is een intensief werk van een ongeziene omvang. De werkzaamheden liepen enige vertraging op door de grote omvang van de taak, onder meer de coördinatie van zeer diverse en uiteenlopende materies en de verwerking van soms heel subtiele variaties tussen de verschillende teksten. Doel is te komen tot een vernieuwende, ongeziene, juridisch goed onderbouwde en nuttige tekst voor de Brusselaars, en dus is deze vertraging een meer dan gerechtvaardigde voorzorgsmaatregel. De leden van het begeleidingscomité werden verzocht hun technisch-juridische commentaren op de voorgestelde tekst over te maken in de loop van januari 2023. Nadat hun opmerkingen zijn verwerkt, zal de tekst in de komende weken voorgesteld worden aan de ministerraad alvorens ze ter advies wordt voorgelegd aan adviesraden en andere stakeholders. |