Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de terugwerkende kracht van de LEZ

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1320)

 
Datum ontvangst: 14/12/2022 Datum publicatie: 14/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 06/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In het Waals Gewest is een decreet ingevoerd om een kader vast te stellen voor de bestrijding van luchtverontreinigende stoffen en fijn stof die verband houden met het verkeer van thermische voertuigen. Momenteel onderzoek de Waalse regering het uitstel van de inwerkingtreding van het verbod op het verkeer van voertuigen zonder Euronorm, met Euronorm 1 (gepland voor 2023) en met Euronorm 2 (gepland voor 2024).

Wanneer we de Waalse en de Brusselse tekst bekijken, zien we dat het Waals Gewest rekening heeft gehouden met de naleving van artikelen 10 en 11 van de Belgische grondwet door de toepassing van dit decreet te beperken tot voertuigen die van eigenaar veranderen. Volgens de Waalse regering kan dit decreet geen terugwerkende kracht hebben.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

  • Wat was de samenwerking tussen beide gewesten bij het opstellen van de verschillende teksten over het verbod op vervuilende voertuigen?

  • Wat zijn de redenen voor dit verschil in terugwerkende kracht tussen beide teksten?

  • Welke redenen verantwoorden de verschillen?

 

 

 
 
Antwoord    1.
Toen de invoering van de LEZ in het Brussels Gewest (2016-2017) voorbereid werd, beschikte het Waals Gewest nog niet over een wetgevend kader voor de LEZ’s, in tegenstelling tot het Vlaams Gewest, dat in november 2015 zijn eigen kader heeft aangenomen (en waar een LEZ operationeel is sinds 2017, in Antwerpen).

Het Brussels Gewest heeft zijn ordonnantie met betrekking tot de LEZ op 7/12/2017 aangenomen en zijn LEZ in 2018 ingevoerd. Het Waals Gewest volgde al snel (2019). De Waalse regering heeft echter nog geen uitvoeringsbesluit van dat decreet aangenomen en geen enkele Waalse stad heeft tot nu toe een initiatief voor een LEZ aangekondigd.

In het kader van die verschillende initiatieven vindt regelmatig overleg plaats tussen de verschillende gewestelijke administraties. Het doel van dat overleg is om de werking van de LEZ's, de ondervonden moeilijkheden en de behaalde resultaten te bespreken, maar ook om te proberen synergieën te vinden, met name wat betreft de communicatie en de vooruitzichten voor de evolutie van de regelgeving.
2 en 3
In België valt de regelgeving in verband met de LEZ’s onder de bevoegdheid van de gewesten. Elk gewest is daarom vrij om de werking van die zones en zijn eigen toegangscriteria, afwijkingen en begeleidingsmaatregelen te bepalen, rekening houdend met de milieu- en sociaal-economische context, het betrokken grondgebied, enz.

Dat kan dus de verschillen verklaren tussen de Waalse LEZ’s (van toepassing op het gehele Waalse grondgebied, dat vaak landelijker is) en de Brusselse LEZ (van toepassing op het grondgebied van het BHG, dat stedelijker is en meer ontwikkelde alternatieven voor de personenauto heeft).