Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitvoering van de Ordonnantie betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de lokale besturen

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1110)

 
Datum ontvangst: 25/01/2023 Datum publicatie: 20/03/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 02/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    In 2019 vroeg ik u naar de uitvoering van de Ordonnantie betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de lokale besturen, die het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op 2 februari 2017 goedkeurde. Ik wil graag weten wat de stand van zaken is.
  1. Welke steunmaatregelen heeft het Brussels Gewest sinds 2019 genomen om de gemeenten te helpen bij de uitvoering van die ordonnantie?
  2. Welke maatregelen heeft Brussel Plaatselijke Besturen in dat verband genomen sinds 2020?
  3. Hoe werd de werkgelegenheid van personen met een handicap in onze administratie bevorderd sinds 2019?
  4. Wat zijn de werkgelegenheidscijfers? Welke resultaten werden er geboekt?
  5. Worden de quota van 2,5% van de VTE's gerespecteerd?
  6. Hoeveel personen met een handicap konden aan de slag aan de hand van een omscholingsovereenkomst of bij maatwerkbedrijven?
  7. In maart 2019 bezorgde Brussel Plaatselijke Besturen het eerste evaluatieverslag betreffende de uitvoering van de ordonnantie in de gemeenten. Waarom hebben we geen verslagen ontvangen in maart 2021 en 2022?
 
 
Antwoord    Ik geef u hier de door u gevraagde informatie binnen de grenzen van mijn bevoegdheid.

Ik nodig u uit om contact op te nemen met de minister belast met Openbaar Ambt, indien u info wil bekomen die specifiek betrekking heeft op de tewerkstelling van mensen met een handicap binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

Sinds 2020 zet Brussel Plaatselijke Besturen de sensibilisering voort van de schepenen van de gemeenten, alsook van de personeelsleden van de plaatselijke besturen over het onderwerp van handicaps, met name door verschillende keren per jaar evenementen voor hen te organiseren.


Tijdens de coronacrisis heeft mijn administratie zich ingezet om het personeel van de gemeenten te sensibiliseren voor de impact van de verschillende gezondheidsmaatregelen op de inclusie van mensen met een handicap. Mijn administratie heeft eveneens deelgenomen aan de uitwerking van het Brusselse plan voor de integratie van de handistreaming in het overheidsbeleid 2022-2025. Het zal twee acties ervan sturen. Het betreft onder meer het verzekeren van het onthaal van mensen met een handicap bij de overheidsdiensten door aan de opleidingscatalogus van de GSOB een opleiding toe te voegen die specifiek gericht is op de diensten voor personeelsbeheer voor het onthaal van mensen met een handicap, evenals het verbeteren van de toegang tot werk door het oprichten van een werkgroep tussen de plaatselijke besturen om de acties van de gemeenten te coördineren en te bundelen teneinde de tewerkstelling van mensen met een handicap te verhogen.

Zoals de ordonnantie die u vermeldt, voorziet, heeft Brussel Plaatselijke Besturen in maart 2021 een nieuw rapport over de uitvoering ervan gepubliceerd.

Voor de volledigheid: de wetgeving voorziet niet echt in een jaarlijkse of regelmatige monitoring van de uitvoering van de verplichting om 2,5% mensen met een handicap aan te werven binnen de plaatselijke administraties, zoals voorzien in de ordonnantie van 2 februari 2017.


Het besluit van 14 december 2017 houdende uitvoering van deze ordonnantie stipuleert immers dat, twee maanden na de inwerkingtreding ervan, Brussel Plaatselijke Besturen een globaal rapport opstelt dat rekening houdt met het percentage in elke administratie en de maatregelen die werden ingevoerd voor de rekrutering en de integratie van deze personeelsleden. Ook wordt twee jaar later nog een tweede rapport voorzien. Naast deze twee rapporten voorziet de wetgeving dus geen regelmatige monitoring voor de uitvoering van deze verplichting.

Dat neemt niet weg dat Brussel Plaatselijke Besturen, uit eigen beweging en uit gewoonte, dit rapport tot in 2021 is blijven opstellen.

Daaruit komen we te weten dat op 30 juni 2020 zeven gemeenten de wettelijke drempel van 2,5% voltijds equivalenten ingevuld door personen met een handicap, hadden bereikt. Zoals u weet, wordt dit percentage berekend door rekening te houden met de gevallen waarin de gemeenten een beroep doen op ondernemingen voor aangepast werk. Slechts zes van hen hadden geen gebruik gemaakt van ondernemingen voor aangepast werk voor hun opdrachten.

Ik wil echter benadrukken dat de naleving door de gemeenten van hun verplichtingen inzake het in dienst nemen van personen met een handicap niet van de ene dag op de andere kan worden opgelost. Soms verhindert de naleving van het principe van de continuïteit van de openbare dienst dat de gemeenten een persoon met een handicap aanwerven bij gebrek aan kandidaatstellingen.

Ik verzeker u evenwel dat wij de gemeenten blijven sensibiliseren over de doelstellingen uit de ordonnantie die ze moeten behalen. Het werk dat we zijn begonnen, begint overigens zijn vruchten af te werpen. In het meest recente rapport op de website van Brussel Plaatselijke Besturen wordt aldus een aanzienlijke verbetering van het nakomen van de wettelijke verplichtingen gemeld.

In 2018 haalden immers slechts drie gemeenten de drempel van 2,5%, terwijl dat er op 30 juni 2020 zeven waren.

Ik heb het initiatief genomen om Brussel Plaatselijke Besturen te vragen een derde rapport te verwezenlijken om recentere gegevens te bekomen. De gemeenten werd verzocht hun gegevens door te geven en het opstellen van het rapport zal beginnen bij de ontvangst ervan.

Tot slot heb ik de administratie eveneens gevraagd om de ondernemingen voor aangepast werk bij hen te promoten met een brief die weldra verzonden zou moeten worden.