Schriftelijke vraag betreffende geweld tegen de DBDMH
- Indiener(s)
- Sadik Köksal
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 805)
Datum ontvangst: 27/01/2023 | Datum publicatie: 20/03/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 02/03/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
01/02/2023 | Ontvankelijk | |||
02/03/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Onlangs lazen we in de kranten dat de DBDMH tijdens de eerste 10 maanden van 2022 81 gevallen van agressie tegen hulpverleners heeft geregistreerd, zijnde 1 geval om de 4 à 5 dagen. Voor het jaar 2021 werden 139 gevallen van fysieke agressie geregistreerd.
In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:
|
Antwoord | Wat betreft het aantal en het soort agressies in 2022: zie de tabel in de bijlage. Volgens de interne procedure die van toepassing is inzake agressie, verklaart de directeur-generaal zich systematisch benadeelde persoon namens de DBDMH op basis van het nummer van het opgemaakte proces-verbaal van de politie. Dat maakt het mogelijk om, in geval van een strafrechtelijke vervolging van de dader van de agressie, op de hoogte te worden gehouden door het Parket van het verloop van de zaak en zich zo nodig burgerlijke partij te stellen. Het is onmogelijk een cijfer te geven van het aantal gevallen waarin de daders worden vervolgd; deze informatie kan misschien worden verkregen bij het Openbaar Ministerie. De DBDMH stelt zich burgerlijke partij in dossiers die het voorwerp uitmaken van een strafrechtelijke vervolging en waarvoor materiële schade is geleden (bijvoorbeeld: arbeidsongeval van het personeelslid). De "verklaringen van benadeelde personen" (VBP) die namens de DBDMH naar het Parket worden verstuurd, maken niet systematisch het voorwerp uit van een ontvangstbewijs door het Parket, en voor sommige VBP’s wordt zelfs nooit feedback gegeven door het Parket, zodat de gevraagde gegevens niet in het bezit van de DBDMH zijn. De gegevens zouden echter bij het Parket/Ministerie van Justitie moeten kunnen worden opgevraagd. De procedures inzake welzijn op het werk werden bijgewerkt in het arbeidsreglement. Er wordt individuele psychosociale ondersteuning voorzien door een externe, onafhankelijke ploeg van klinisch psychologen die gespecialiseerd zijn in de therapeutische behandeling van psychologische trauma’s. Die ondersteuning wordt aan alle operationele personeelsleden van de brandweer aangeboden. Parallel daarmee wordt binnen de DBDMH ook een methode toegepast opdat er emotionele ondersteuning wordt geboden door collega’s of gelijken, de zogenaamde stressploeg. De werking en doeltreffendheid daarvan worden geëvalueerd met het oog op een betere aanpassing aan de personeelsbehoeften en op een versterking in de toekomst. |