Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de onbewoonbare woningen

Indiener(s)
Arnaud Verstraete
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1110)

 
Datum ontvangst: 02/02/2023 Datum publicatie: 13/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag   

Zoals reeds werd aangetoond door de DGHI en door bijvoorbeeld de gemeente Anderlecht, kampt Brussel met enorm veel ongezonde en dus onbewoonbare woningen. Toch durven veel huurders geen klacht in te dienen uit schrik om op straat te belanden. Zodra een woning onbewoonbaar wordt verklaard moet deze immers worden verlaten. Vorig jaar was dat bij 300 van de klachten het geval. In uw antwoord op mijn vorige vraag spreekt u over verschillende instrumenten die de DGHI inzet om deze mensen te helpen. Met deze vraag wil ik nagaan in welke mate huurders hiervan op de hoogte zijn en er gebruik van maken.

Mijn vragen:

* Hoeveel huurders die een onbewoonbaar verklaarde woning moesten verlaten, hebben de afgelopen 2 jaar gebruik gemaakt van de onderstaande instrumenten van de DGHI:

* Hoeveel werden verder begeleid door een maatschappelijk werker?
* Hoeveel kregen een verhuistoelage?
* Hoeveel kreeg een tegemoetkoming in de huurprijs?
* Hoeveel kwamen terecht in een transitwoning?

* Hoe zag de samenstelling van de betrokken huishoudens er uit in de afgelopen 2 jaren (hoeveel tweeoudergezinnen, eenoudergezinnen, tweepersoonsgezinnen, alleenstaanden, ...)?
* Hoeveel van de betrokken huurders stonden al op de wachtlijst voor een sociale woning en kon dankzij bijkomende voorkeursrechten toegang krijgen tot een sociale woning?
* Wanneer zullen de 5 transitwoningen die momenteel gerenoveerd worden klaar zijn?

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

100% van de huurders van een woning met een verhuurverbod krijgt individuele sociale begeleiding.

In 2021 zijn er 209 dossiers voor sociale begeleiding geopend: In 2022 waren dit er 261.

Er moet worden opgemerkt dat sommige woningen waarop een verhuurverbod van kracht is, al leegstonden op het moment dat het verhuurverbod werd opgelegd. Dit verklaart het verschil tussen het aantal verhuurverboden (244 in 2021 en 320 in 2022) en het aantal dossiers voor sociale begeleiding.

Van deze gezinnen die een onbewoonbare woning hebben moeten verlaten:

hebben 93 nieuwe gezinnen een herhuisvestingstoelage ontvangen in 2021. Dit cijfer is gestegen tot 99 in 2022.

hebben 57 nieuwe gezinnen in 2021 de huurtoelage in het kader van ongezonde woningen ontvangen. In 2022 ging het om 63 gezinnen.

De toelage wordt gedurende 3 jaar uitbetaald en ongeveer 150 gezinnen genieten deze toelage elk kwartaal.

In 2021 is in het kader van deze steunmaatregelen meer dan 494.000 euro uitbetaald via het Gewestelijk Solidariteitsfonds en in 2022 is dit bedrag gestegen tot meer dan 535.000 euro.

Ter herinnering: de gezinnen die steun ontvangen kunnen ook andere toelagen ontvangen dan de toelagen die momenteel door de DGHI worden uitbetaald, zoals de toelage voor gezinnen die op de wachtlijst staan voor een sociale woning.


Er worden er momenteel 4 transitwoningen van de DGHI bewoond. De vijfde zou heel binnenkort worden bewoond. Deze woningen zijn voorbehouden voor extreme situaties.



Ik wil er ook op wijzen dat er ook transitwoningen in andere structuren, zoals de SVK’s, bestaan.


Er moet ook worden opgemerkt dat wanneer de woning niet mag worden verhuurd, de huurder vijf voorkeurrechten krijgt voor de toewijzing van een sociale woning.

Wat de samenstelling van de betrokken gezinnen betreft, moet u weten dat mijn bestuurd geen statistieken bijhoudt over de samenstelling van de door de DGHI gesteunde gezinnen en dit in overeenstemming met de AVG die geen gegevensinvoer op basis van geslacht of leeftijd toestaat.

Daarnaast is mijn bestuur ook niet in het bezit van statistieken over het aantal gezinnen dat reeds op de wachtlijst voor een sociale woning staat. Ongeveer ¼ van de gezinnen die steun ontvangen, vindt echter een nieuwe woning in de sociale huisvesting, waaruit we kunnen opmaken dat een grote meerderheid op de wachtlijst staat. Voor huurders die niet op de wachtlijst staan, onderzoekt de maatschappelijk werker geval per geval de mogelijkheid om het gezin op de wachtlijst in te schrijven. Hij/zij helpt hen zo nodig bij dit proces.







Wat tot slot de transitwoningen van de DGHI betreft: 5 transitwoningen zijn momenteel operationeel en 4 worden gerenoveerd. Deze laatsten zullen normaal gezien tegen het einde van het jaar klaar zijn.