Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal oplaadpunten in het Brussels Gewest

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1360)

 
Datum ontvangst: 05/02/2023 Datum publicatie: 20/03/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 08/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Eind 2022 telde Vlaanderen zo'n 7.626 openbare oplaadpunten, een stijging van 28% in één jaar tijd, zo blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen.


Volgens Statistiek Vlaanderen zijn er grote verschillen tussen de verschillende gewesten van het land. Zo telde Vlaanderen eind 2021 (het jaar waarvoor alle vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn) 5.937 openbare oplaadpunten, tegenover 648 in Brussel en 577 in het Waals Gewest. Volgens uw cijfers zijn er momenteel in Vlaanderen ongeveer 2.700 oplaadpunten toegankelijk voor het publiek.

Graag een antwoord op volgende vragen:

  • Hoe staat het met de uitrol van deze oplaadpunten in de openbare ruimte?

    • Hoeveel vergunningen werden sinds de start afgegeven?

    • Hoeveel oplaadpunten werden al geplaatst?

    • Wat is de uitsplitsing van de oplaadpunten naargelang het type (langzaam, semi-snel, snel, ultrasnel)?

    • In welke gemeenten bevinden zij zich?

    • Hoeveel ladingen vinden er per dag en per oplaadpunt plaats?

    • Welke opladpunten worden het vaakst gebruikt?

    • Welk deel van de begroting is bestemd voor verdere ontwikkeling en stimulering?

  • Het doel is om tegen 2035 te komen tot 11.000 oplaadpunten in de hoofdstad. Wat is het tijdschema voor het bereiken van dit doel?

    • Wordt het tijdschema in acht genomen? Zo niet, wat zijn de redenen daarvoor?

 

 

 
 
Antwoord    1.
In 2019 werden ongeveer 10 laadpalen in de openbare ruimte geïnstalleerd. Sindsdien is dat aantal gestegen tot 658 palen (waarvan ongeveer 20 voor autodelen).
Voor elk van die laadpalen werd een wegvergunning afgegeven door de wegbeheerder, dat wil zeggen de gemeente waar de laadpaal staat als het om een gemeenteweg gaat of het Gewest voor gewestwegen. Voor laadpalen is geen stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning vereist.
Alle informatie over de uitrol van elektrische laadpalen in het Brussels Gewest is sinds eind vorig jaar ook beschikbaar op de nieuwe website ‘electrify.brussels’.
2.
In totaal zijn er al 658 laadpalen op de openbare weg geplaatst. Dat aantal neemt uiteraard voortdurend toe, aangezien de concessiehouders regelmatig nieuwe laadpalen plaatsen. In 2023 zullen bijvoorbeeld meer dan 700 laadpalen op de Brusselse wegen worden geïnstalleerd.
3.
Zoals in veel steden hebben de op de openbare weg geplaatste laadpalen een zogenaamde ‘normale’ laadsnelheid. Die laadpalen hebben minder impact op het elektriciteitsdistributienet en zijn perfect aangepast aan de parkeertijden op de openbare weg. Op het netwerk van 230V van Sibelga is het mogelijk om 7,4 kW per laadpunt te bereiken en op het netwerk van 400V is het mogelijk om 11 kW per laadpunt te bereiken, of 22 kW als slechts één voertuig wordt opgeladen (en als het voertuig dat vermogen accepteert, wat relatief zeldzaam is).

Voor de in 2022 geïnstalleerde EnergyDrive-laadpalen is de verdeling 90% 7,4 kW en 10% 11 kW per laadpunt.

De installatie van ultrasnelle laadpunten gebeurt dus niet via de concessie van laadpunten op de openbare weg, maar via het besluit ‘verhoudingen’ of de projectoproep ‘Low Emission Mobility’, waarmee een basisnetwerk van dat soort laadpunten kan worden opgezet. Verder moet worden opgemerkt dat een groeiend aantal private spelers momenteel actief is in het Brussels Gewest, met name bij de installatie van dat soort laadpunten.
4.
De laadpalen zijn verspreid over het hele Gewest zodat elk Brussels huishouden in goede omstandigheden kan overstappen op elektrische voertuigen. Het doel van de reeks laadpalen die in 2022 werden geplaatst, was te garanderen dat alle huishoudens zich binnen 250 m van een laadpaal zouden bevinden. Die straal zal worden teruggebracht tot 150 meter wanneer de uitrol van de reeks laadpalen van 2023 is voltooid.
Hier zijn de eerste 647 laadpalen geplaatst:
Anderlecht
34

Brussel
94

Elsene
31

Etterbeek
64

Evere
23

Ganshoren
11

Jette
24

Koekelberg
10

Oudergem
24

Schaarbeek
52

Sint-Agatha-Berchem
16

Sint-Gillis
21

Sint-Jans-Molenbeek
34

Sint-Joost-ten-Node
8

Sint-Lambrechts-Woluwe
46

Sint-Pieters-Woluwe
37

Ukkel
59

Vorst
21

Watermaal-Bosvoorde
38


5.
Over heel 2022 bedroeg het gemiddelde aantal laadsessies per laadpaal per dag 2,6. Dat varieert uiteraard naargelang van de laadpalen: sommige worden meer gebruikt dan andere. Sommige laadpalen hebben bijvoorbeeld meer dan 6 laadsessies per dag.
6.
De 10 laadpalen die in 2022 het meest werden gebruikt, bevinden zich op de volgende adressen:
1. Baron Albert d’Huartlaan 48 in Sint-Pieters-Woluwe;
2. Emmanuel Mounierlaan 100 in Sint-Lambrechts-Woluwe;
3. Georges Brugmannplein 1 in Elsene;
4. Nijverheidsstraat 31 in Brussel;
5. Waterloosesteenweg 1326 in Ukkel;
6. Defacqzstraat 54 in Elsene;
7. Vervloesemstraat 54 in Sint-Lambrechts-Woluwe;
8. Warmoesberg 48 in Brussel;
9. Colignonplein 14 in Schaarbeek;
10. Oud-Strijderslaan 350 in Evere.
7.
Het mechanisme dat wordt gebruikt om laadpalen uit te rollen op de openbare weg is het concessiemechanisme. Het zijn dus de concessiehouders die de financiële risico’s nemen en de kosten dragen voor de installatie, de ingebruikname en het onderhoud van de laadpalen. Ze verdienen hun investeringen terug en maken winst met de verkoop van de oplaaddienst aan de gebruikers. De overheid hoeft dus geen kosten te maken en heeft dus geen budget voor het installeren van laadpalen op de openbare weg.

Leefmilieu Brussel voert daarentegen maatregelen uit om de uitrol van het netwerk van publiek toegankelijke laadpunten buiten de openbare weg te ondersteunen.
8.
De uitrol van het Brusselse netwerk van laadpalen verloopt niet lineair. Terwijl het aanvankelijk de bedoeling was om een basisnetwerk over het hele grondgebied uit te rollen (wat zal blijven gebeuren, met name via de lichting van 2023), worden nu nieuwe factoren gebruikt om te bepalen op welke plaatsen ze moeten worden geïnstalleerd, zoals het gebruik van de laadpalen.

Die uitrol is dus niet gebaseerd op een kunstmatig traject dat geen rekening houdt met de feitelijke intrede van elektrische voertuigen in het Brusselse wagenpark, maar op het feitelijke gebruik van de bestaande laadpalen en dus op de vraag of het al dan niet nodig is het aantal laadpalen uit te breiden en op welke locaties. Zo dicht mogelijk bij de realiteit op het terrein blijven is een van de doelstellingen van de concessies die Sibelga elk jaar in samenwerking met de gemeenten toekent.
Een dergelijke aanpak is des te belangrijker omdat, naast de laadpalen op de openbare weg, talrijke laadpunten worden geïnstalleerd door particulieren, bedrijven, in tankstations en op parkings van handelszaken (met name onder impuls van het besluit ‘verhouding en veiligheidsvoorwaarden’, waarin wordt bepaald dat in 2025, 2030 en 2035 steeds hogere percentages parkeerplaatsen met laadpunten moeten worden uitgerust).
9.
De bedoeling van de gehanteerde aanpak is om de vraag naar laadpunten enigszins voor te zijn door jaarlijks concessies op de openbare weg te organiseren, een duidelijk wetgevingskader voor buiten de openbare weg vast te stellen (via het besluit ‘uitbatingsvoorwaarden’ en het besluit ‘verhouding en veiligheidsvoorwaarden’) en een reeks communicatie- en faciliteringsmaatregelen in te voeren. Zo kan het vastgestelde tijdschema worden nageleefd.