Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de instrumenten ter bestrijding van racisme, pesterijen en seksisme in de overheidsdiensten

Indiener(s)
Nadia El Yousfi
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 576)

 
Datum ontvangst: 15/02/2023 Datum publicatie: 13/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag   
Het nieuwe racismeplan 2023-2026 is ambitieus. De regering heeft veel acties goedgekeurd.
  • Welke concrete acties worden opgezet om racisme, pesterijen en seksisme in het ambtenarenapparaat te bestrijden?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Kunt u mij vertellen welke concrete maatregelen zijn genomen om racisme, ongewenst gedrag en seksisme in het openbaar ambt te bestrijden? 
Talent.brussels wil op transversale wijze deelnemen aan de bestrijding van deze verschijnselen binnen het openbaar ambt door middel van opleidings- en voorlichtingsacties. 
 
Wat ongewenst seksueel gedrag betreft, organiseert talent.brussels in samenwerking met het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen opleidingen over "seksisme en ongewenst seksueel gedrag" voor het gewestelijke personeel in het algemeen en voor vertrouwenspersonen, preventieadviseurs en leidinggevenden in het bijzonder. 
 
Tijdens deze opleidingen leren de deelnemers eerst over de gevolgen van seksisme en ongewenst seksueel gedrag op de werkplek. Vervolgens leren ze welke wetgeving er bestaat om dit gedrag op de werkplek te beperken. Zij onderzoeken hoe seksisme en ongewenst gedrag in een werkcontext concreet kunnen worden aangepakt. Ten slotte worden zij geïnformeerd over hoe zij slachtoffers kunnen doorverwijzen naar de juiste personen.  
 
 
De opleiding "welzijn en veiligheid op het werk" leidt vertrouwenspersonen onder meer op in het wettelijk kader voor de bestrijding van discriminatie.  
Naast opleidingen proberen wij de verschillende actoren binnen de gewestelijke instellingen en de getuigen en slachtoffers van seksisme en ongewenst seksueel gedrag te sensibiliseren. Zo kon de Fédération Laïque de Centres de Planning Familial (FLCFP) via het netwerk van diversiteitsmanagers het personeel van de gewestelijke instellingen betrekken bij de workshops om de "DPO"-tool te ontwikkelen: "Détection, Prise en charge & Orientation des victimes", oftewel opsporing, verzorging en doorverwijzing van slachtoffers.  
Deze tool is vervolgens verspreid onder de gewestelijke instellingen.  

In 2022 werden sectoroverschrijdende workshops gehouden om het instrument meer bekendheid te geven, onder leiding van deskundigen op het gebied van seksueel en huiselijk geweld, en werden de gewestelijke instellingen via talent.brussels uitgenodigd om aan deze workshops deel te nemen. 
 

Daarnaast werd de door JUMP ontwikkelde gids "Bevrijd uw onderneming van seksisme" in 2022 door talent.brussels verspreid onder de gewestelijke overheidsinstellingen. Deze gids bevat verschillende praktische fiches. Een daarvan biedt werkgevers allerlei informatie over wat zij kunnen doen om seksisme te bestrijden en slachtoffers van seksisme en ongewenst seksueel gedrag te ondersteunen. Een ander fiche biedt een toolkit voor getuigen of slachtoffers van seksistische handelingen over hoe te reageren. 
 

De MOOC "Optreden tegen seksistisch en seksueel geweld op het werk" is in 2022 verspreid onder de gewestelijke instellingen. 
 

Wat de bestrijding van racisme en discriminatie in het algemeen betreft, hebben wij vastgesteld dat de gewestelijke medewerkers die discriminatie vermoeden, niet altijd op de hoogte zijn van de interne meldingsprocedure, indien ze bestaat. De welzijnswetgeving voorziet wel in procedures en wijst actoren aan die voor discriminatiefeiten kunnen worden ingeschakeld. Het is echter belangrijk ervoor te zorgen dat er binnen elke gewestelijke instelling een interne meldingsprocedure bestaat wanneer discriminatie wordt vermoed. Daarom is het de bedoeling na te gaan of het opportuun is een uniforme meldingsprocedure binnen de gewestelijke instellingen op te zetten, op basis van de bestaande wetgeving en procedures, de betrokken actoren op te leiden en het gewestelijke personeel te informeren over de procedures en de actoren waarmee contact moet worden opgenomen, zoals vermeld in mijn antwoord op uw vraag nr. 574. Er wordt ook een analyse van de statuten gepland om de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van de instellingen van openbaar nut te wijzigen om seksisme, racisme, ongewenst gedrag en impliciete discriminatie van LGBTQIA+-personen beter te bestrijden.
 
 
Het is ook belangrijk eraan te herinneren dat elke gewestelijke overheidsinstelling verantwoordelijk is voor het nemen van de nodige maatregelen ter bestrijding van racisme, ongewenst gedrag en seksisme op het werk, met inachtneming van de wet betreffende het welzijn op het werk. Het is aan elke gewestelijke instelling om passende initiatieven vast te stellen voor de communicatie over dit onderwerp, gepaste maatregelen te nemen voor het beheer van klachten en de maatregelen te bepalen die ten aanzien van de daders moeten worden genomen, met inachtneming van de geldende wetgeving. talent.brussels heeft hierover geen aanvullende informatie.  
 
Op het niveau van talent.brussels zijn de ingevoerde maatregelen die waarin de wet van 1996 en de welzijnswet voorzien: klachten over ongewenst gedrag worden door de externe preventiedienst behandeld in het kader van verzoeken tot formele interventie. Na onderzoek doet de externe preventiedienst aanbevelingen aan de werkgever, die binnen de wettelijke termijnen een gemotiveerde beslissing voorlegt. 
 
De contactgegevens van de te contacteren personen (preventieadviseurs psychosociale risico's en vertrouwenspersonen) zijn in het arbeidsreglement opgenomen. De interne vertrouwenspersonen en de externe preventiedienst zorgen voor de follow-up.