Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de exploitatiekosten van sociale woningen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1127)

 
Datum ontvangst: 21/02/2023 Datum publicatie: 13/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 30/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/02/2023 Ontvankelijk
30/03/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Toen ik u in maart 2022 vroeg naar de exploitatiekosten van de sociale woningen in het Brussels Gewest, antwoordde u dat u nog niet in staat was om de gemiddelde sectorale exploitatiekosten per woning voor het boekjaar 2021 mee te delen, aangezien de BGHM deze zou moeten berekenen op basis van de financiële gegevens die zijn opgenomen in de jaarrekeningen van de OVM's, rekeningen die in de tweede helft van het jaar 2022 door de algemene vergaderingen van de verschillende maatschappijen zouden worden goedgekeurd.

1- Kunt u op basis van de door de BGHM en de OVM’s verstrekte gegevens de gemiddelde sectorale exploitatiekosten van een sociale woning voor het jaar 2021 bezorgen?

2- Zijn de gemiddelde sectorale exploitatiekosten per sociale woning de laatste jaren toegenomen in het Brussels Gewest? Zo ja, is de BGHM erin geslaagd de factoren te identificeren die de trendmatige stijging van de gemiddelde exploitatiekosten van sociale woningen kunnen verklaren?

3- Kunt u ons een tabel bezorgen met voor elk van de zestien Brusselse OVM's de gemiddelde werkingskosten per sociale woning voor het jaar 2021? Verschillen de gemiddelde exploitatiekosten per sociale woning sterk van de ene maatschappij tot de andere? Zo ja, hoe verklaart u die verschillen?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:
In 2021 schommelden de uitbatingskosten van een sociale woning tussen 3.828 euro en 7.380 euro, met een sectorgemiddelde van 5.487 euro.
Tussen 2020 en 2021 zijn de uitbatingskosten per woning gestegen van 5.404 euro tot 5.487 euro, wat een stijging is met 1,54%.
In de bijgevoegde tabel vindt u de uitbatingskosten per woning van elke OVM.
Er zijn objectieve verklaringen voor deze verschillen, die gedeeltelijk te wijten zijn aan de grote verschillen in de staat en de prestaties van de huurwoningen van elke OVM.

De minst efficiënte gebouwen brengen immers over het algemeen hogere kosten voor werken en verbruik met zich mee.

De wijziging van de boekhoudkundige regels voor de samenstelling van de provisie voor grote herstellingen en groot onderhoud kan ook gevolgen hebben voor de uitbatingskosten van de OVM, zoals het geval was voor Aan de Rand van het Zoniënwoud in 2021.

Kostenbeheersing gebeurt ook door het onder controle houden van de loonmassa, waarvan de kosten verschillen van OVM tot OVM.