Schriftelijke vraag betreffende de vernieuwing van het rioleringsnetwerk in het Brussels Gewest
- Indiener(s)
- Aurélie Czekalski
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1392)
| Datum ontvangst: 22/03/2023 | Datum publicatie: 28/04/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 21/04/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 27/03/2023 | Ontvankelijk |
| Vraag | In zijn meerjareninvesteringsplan 2021-2026 vermeldt VIVAQUA meer dan 200 km dringend te renoveren gedeelten van de riolering omdat ze ernstig zijn aangetast, wat overeenkomt met een portefeuille van werken van meer dan 10 jaar als men rekening houdt met een renovatiecapaciteit van 15 tot 25 km per jaar, wat overeenkomt met een renovatietempo van 0,8% tot 1,3%. BRUGEL stelt vast dat het geplande vernieuwingspercentage voor sanering voor 2023 0,64% bedraagt, wat ver onder het door VIVAQUA berekende minimaal noodzakelijke percentage ligt om de dringende gedeelten te renoveren.
|
| Antwoord | 1. Sinds 2008 stelt Vivaqua een stand van zaken op van het rioleringsnet van de 19 Brusselse gemeenten. Dankzij die inspecties is elk rioolgedeelte ingedeeld op basis van de mate van veroudering ervan en de mogelijke inzakkingsrisico's. Het doel is om de interventies op de meest verouderde rioolgedeelten beter te prioriteren. Een van de ambities van VIVAnext, het strategische plan van VIVAQUA dat in 2019 is gelanceerd, was om een volledig zicht te krijgen op de toestand van het rioleringsnet. Op het moment van de lancering van het strategische plan VIVAnext in 2019 bedroeg het kennispercentage van de toestand van het rioleringsnet 44%. Het is de bedoeling om tegen 2025 een volledige stand van zaken te hebben van het rioleringsnet, met name dankzij het gebruik van nieuwe inspectietechnieken (bv. Hydrozoom). In 2022 is al 94,76% geïnspecteerd. Op basis van de inspectieresultaten concludeert VIVAQUA dat het netwerk voor meer dan 25% verouderd is. 2. Er moet worden opgemerkt dat VIVAQUA sinds 2022 een nieuwe berekeningswijze hanteert (de renovatie van de spuien van de Zenne wordt niet meer in aanmerking genomen bij het vernieuwingspercentage). Indien deze berekeningsmethode zou worden toegepast op de jaren vóór 2022, zouden dit de vernieuwingspercentages zijn: 2019: 0,67% 2020: 0,79% 2021: 0,85% 2022: 0,78% 3. In 2022 kwam VIVAQUA in totaal 96 keer tussen voor incidenten op het saneringsnet (riolen, collectoren, aansluitingen). In 2021 ging het om 62 interventies en in 2020 om 94 interventies. Het is belangrijk om te benadrukken dat de meeste van deze interventies betrekking hadden op aansluitingen (van de woningen op het rioleringsnet), wat gepaard gaat met kleinschaligere werkzaamheden. 4. Zoals u weet heeft VIVAQUA om een aantal redenen haar doelstelling voor de vernieuwing van het saneringsnet sinds 2019 meerdere malen moeten verlagen. In VIVAnext, het strategisch plan van VIVAQUA dat in april 2019 werd aangenomen, werd de ambitie vastgesteld op 1,3% in 2024. In 2020 heeft de raad van bestuur van VIVAQUA, om te anticiperen op de extra kosten in verband met de uitvoering van de double shift door het Gewest en om te voorkomen dat deze kosten op de waterfactuur worden afgewenteld, besloten de doelstelling voor 2024 voor het vernieuwingspercentage van het saneringsnet te herzien van 1,30% naar 1,10%. Als gevolg van de aanzienlijke inflatie die al eind 2021 werd vastgesteld, heeft de raad van bestuur van 15 december 2021 de vernieuwingspercentages voor alle netten opnieuw verlaagd om de vóór de inflatie voorziene investeringsenveloppen te kunnen respecteren. Deze percentages werden in december 2021 meegedeeld aan Leefmilieu Brussel en aan het kabinet van de minister van Leefmilieu. De vernieuwingspercentages voor sanering werden herzien tot 0,8% voor 2022 en 0,9% voor 2023-2028. Door de hollende inflatie en de stijgende energie- en materiaalkosten in 2022 werden de maandelijkse lasten van VIVAQUA vervolgens aanzienlijk verhoogd. Zo stegen bijvoorbeeld de gemiddelde kosten voor de infrastructuurwerken met 19%. De atypische en onstabiele economische situatie bracht VIVAQUA ertoe om in het nieuwe investeringsplan voor te stellen om haar engagement te beperken tot het jaar 2023 om te vermijden dat de renovatiepercentages van haar netten meermaals zouden worden herzien. Voor het jaar 2023 werd een maximumpercentage (gebaseerd op de inflatiehypothesen op dit moment) van 0,64% voorgesteld voor de vernieuwing op het vlak van de sanering. |