Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de bezoldiging van de openbare mandatarissen die zetelen in de Brusselse intercommunales

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1149)

 
Datum ontvangst: 22/03/2023 Datum publicatie: 21/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 17/04/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/03/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Volgens de website van Brussel Plaatselijke Besturen oefent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via de administratie Brussel Plaatselijke Besturen toezicht uit op de verschillende Brusselse intercommunales. Het toezicht van de gewestelijke overheid heeft zowel betrekking op de wettigheid van de rechtshandelingen en contracten opgesteld door de intercommunales, als op hun opportuniteit of overeenstemming met het algemeen belang. Er wordt tevens toezicht uitgeoefend op de organieke regels betreffende het statuut van het personeel van de intercommunales.

Voorts worden de maximale jaarlijkse totaalbedragen van de bezoldigingen, voordelen van alle aard, representatiekosten en allerhande voordelen vastgelegd bij artikel 5 van de ordonnantie van 12 januari 2006 “betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen” en het besluit van 7 september 2017 houdende uitvoering van voormeld artikel 5 van de ordonnantie.

 
  1. Werd er door de intercommunales voor 2020-2021-2022 een schriftelijk jaarverslag overgemaakt binnen de vooropgestelde termijn (met name drie maanden na het einde van ieder kalenderjaar)?

    1. Bevatten deze verslagen een gedetailleerd overzicht van de bezoldigingen, de voordelen van alle aard en alle representatiekosten alsook een lijst met alle reizen waaraan iedere openbare mandataris in het kader van de uitoefening van zijn functies heeft deelgenomen?

    2. Zijn deze verslagen publiek raadpleegbaar?

  2. Werd er door de regering – als toezichthoudende overheid – eveneens telkens een jaarverslag over de uitvoering van de voormelde ordonnantie bekendgemaakt (conform artikel 8 van die ordonnantie)? Is dit verslag publiek beschikbaar?

  3. Kan u bevestigen dat er geen kredietkaarten, groepsverzekering en/of maaltijdcheques werden gegeven aan openbare mandatarissen?

  4. Kan u bevestigen dat er enkel representatiekosten werden toegekend aan mandatarissen met een uitvoerende functie (conform artikel 6 van die ordonnantie)? Werden deze kosten telkens a posteriori terugbetaald na voorlegging van het vereiste verantwoordingsstuk?

  5. Kan u bevestigen dat er geen openbare mandatarissen gehuisvest zijn in een sociale huurwoning?

  6. Werden de maximale jaarlijkse totaalbedragen overschreden? Zo ja, hoe vaak?

    1. Werd telkens een vermindering ten belope van de overschrijding en een terugvordering doorgevoerd?

    2. Werden er ook gevangenisstraffen en/of geldboetes opgelegd?

 

 
 
Antwoord    Eerst en vooral wil ik er op wijzen dat de ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen werd afgeschaft door de gemeenschappelijke ordonnantie van 14 december 2017 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen en dat het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 september 2017 houdende uitvoering van voormeld artikel 5 van hogergenoemde ordonnantie van 12 januari 2006 werd afgeschaft door het uitvoeringsbesluit van 4 oktober 2018 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van artikel 7 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen.

De beslissingen van de intercommunales die worden vermeld in artikel 81 de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten moeten voor toezicht worden voorgelegd aan de Regering.

Echter, de beslissingen van de intercommunales over de bezoldigingen, de voordelen van alle aard en alle representatiekosten van haar mandatarissen moeten daarentegen volgens dit artikel 81 niet voor toezicht worden voorgelegd aan de Regering. Ik beschik dan ook niet over een overzicht van deze gegevens per intercommunale.

Overeenkomstig artikelen 2, § 2 en 8, § 1 van de
ordonnantie van 14 december 2017 betreffende de transparantie is de cel "Transparantie van de bezoldigingen" die werd opgericht binnen het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het controleorgaan dat toezicht uitoefent op de naleving van de verplichtingen opgelegd door de ordonnantie van 14 december 2017 betreffende de transparantie.

Overeenkomstig artikel 7, § 1, van de ordonnantie van 14 december 2017 betreffende de transparantie bezorgen de intercommunales de cel "Transparantie van de bezoldigingen" een verslag dat onder meer een gedetailleerd overzicht bevat van de bezoldigingen, voordelen van alle aard en van alle representatievergoedingen die aan de openbare
mandatarissen toegekend zijn. Daarenboven moeten de intercommunales het jaarverslag publiceren op hun website.

Alle nuttige informatie kan dus bekomen worden bij de cel "Transparantie van de bezoldigingen".