Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de bestemming van een gedeelte van de gewestelijke grondreserves voor bepaalde uitrustingen voor personen met een handicap

Indiener(s)
Ahmed Mouhssin
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1034)

 
Datum ontvangst: 22/03/2023 Datum publicatie: 23/05/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 05/05/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/03/2023 Ontvankelijk
 
Vraag   

Op 23 mei 2022 diende mevrouw Frémault een voorstel van ordonnantie in betreffende de bestemming van een gedeelte van de gewestelijke grondreserves voor bepaalde uitrustingen, teneinde de ordonnantie van 19 juli 2007 te wijzigen. De ordonnantie van 2007 bepaalde het volgende: "De Regering duidt, in elk hefboomgebied vastgesteld in of krachtens het gewestelijk ontwikkelingsplan, in elk gebied van gewestelijk belang en in elk gebied van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg vastgesteld in of krachtens het bodembestemmingsplan die in aanmerking komen voor woongelegenheid, een oppervlakte aan van ten minste 1 000 m2 bestemd voor de bouw van woningen aangepast aan gehandicapten en/of ten minste een infrastructuur voor uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst voor opvang, bijstand, verzorging met of zonder verblijf van mensen met een lichamelijke of geestelijke handicap die het hen niet mogelijk maakt om hun dagelijkse handelingen te verrichten zonder voornoemde diensten. ...".

  • Hoeveel woningen aangepast aan gehandicapten en/of ten minste een infrastructuur voor uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst zijn er sinds 2019 gebouwd, respectievelijk per jaar en op welke plaatsen?

  • Zijn er gebieden van gewestelijk belang en gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg vastgesteld in of krachtens het bodembestemmingsplan die in aanmerking komen voor woongelegenheid, van meer dan 1000m2, waarin geen aangepaste woningen of infrastructuur voor uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst konden worden gebouwd? Zo ja, in welke gebieden? Wat zijn de redenen hiervoor per betrokken gebied?

 
 
Antwoord    Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag:

Het is van wezenlijk belang om personen met een handicap een plaats te geven in onze maatschappij door samen te zoeken naar waardige en respectvolle oplossingen. Alle politieke fracties die in het Brussels Parlement vertegenwoordigd zijn, hebben de ordonnantie waarnaar u verwijst, ondertekend. Dat duidt erop dat deze bekommernis over de partijgrenzen heen wordt gedeeld.


Aangaande die ordonnantie en de uitvoering ervan is het belangrijk om rekening te houden met de volgende elementen, waarop ik eerder al heb gewezen:

- In de ordonnantie is bepaald dat in elk hefboomgebied een oppervlakte van ten minste 1.000 m² bestemd moet worden voor de bouw van woningen die aangepast zijn aan personen met een handicap of voor infrastructuur met uitrustingen van collectief belang waar dergelijke personen opvang, bijstand en verzorging kunnen krijgen.

Sinds de inwerkingtreding van het GPDO in november 2018 bestaan er geen hefboomgebieden meer, maar dat heeft gelukkig geen negatieve gevolgen. De regering is immers nooit ingegaan tegen de letter of de geest van de ordonnantie. Woningen en voorzieningen voor personen met een handicap vallen respectievelijk onder de noemers “woning” en “voorziening”, zoals die in de verklarende woordenlijst van de belangrijkste begrippen uit het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) zijn omschreven.

Zo bieden alle richtschema’s die in het verleden al zijn goedgekeurd en alle richtplannen van aanleg (RPA’s) die reeds zijn goedgekeurd of die nog in opmaak zijn, nu en in de toekomst de mogelijkheid om projecten ten behoeve van personen met een handicap te verwezenlijken, zelfs zonder uitvoeringsbesluiten. 

- Om de ambities van de ordonnantie te kunnen waarmaken, is eerst en vooral een efficiënt gewestelijk ruimtelijke ordeningsbeleid nodig dat mogelijkheden biedt om woningen en voorzieningen voor personen met een handicap tot stand te brengen. Vervolgens komt het erop aan om de oplossingen bij de uitvoering van algemene plannen van aanleg via afzonderlijke projecten in de praktijk te brengen. Daarbij komen ook nog andere bevoegdheden dan ruimtelijke ordening (zoals plaatselijke besturen, welzijns- en gezondheidsbeleid, enzovoort) kijken en speelt ook het financiële vermogen van het gewest en de gemeenschappen een rol.

- Als voorbeeld verwijs ik naar de beslissing van mijn regering om op het kazerneterrein, waarvoor een richtplan van aanleg is goedgekeurd, een Huis van het Autisme op te richten.

Perspective.brussels kan geen nauwkeurige cijfers bezorgen over het aantal woningen dat specifiek voor personen met een handicap is bestemd.


De gewestelijke stedenbouwkundige verordening bevat wel al enkele bepalingen die bij nieuwbouw of renovatie moeten worden nageleefd om de toegankelijkheid voor personen met een handicap te garanderen. Overigens ligt er een voorstel op tafel om via Good Living de verplichting op te leggen om bij projecten van meer dan 1.000 m² te voorzien in tien procent aangepaste of aanpasbare woningen.

Voorts heeft mijn regering onlangs een besluit goedgekeurd dat huisvesting toegankelijker moet maken voor gezinnen met een kind met een beperking.

In de beheersovereenkomst van de BGHM staat sinds 2015 dat elk woningbouwproject verplicht vijf procent woningen voor personen met een handicap moet omvatten. Daarnaast voorziet het Gewestelijk Huisvestingsplan in de bouw van 3,5 m² voorzieningen / nieuwe woningen.

In 2021 bracht perspective.brussels het aanbod van voorzieningen voor personen met een handicap in kaart. Een van de conclusies toen luidde dat een uitbreiding van het aanbod van voorzieningen voor personen met een handicap vooral nodig was in de tweede gordel, omdat het aandeel van de 80-plussers in de vergrijzende bevolking van het gewest daar groot is.



Naast bouwkundig aangepaste woonvormen (met een lift, ingangen die aangepast zijn voor rolstoelgebruikers, enzovoort) verdienen ook collectieve en alternatieve woonvormen onze volle aandacht. Om de analyse van het voorzieningenaanbod met meer cijfers te kunnen onderbouwen, moeten nauwkeurigere studies worden uitgevoerd om te bepalen hoeveel voorzieningen er in het licht van het huidige aantal personen met een handicap minstens nodig zijn.

Mijn teams denken aansluitend bij mijn opdrachten samen met CERAN en de Coupole de l’Autisme na over mogelijkheden om dergelijke voorzieningen op te nemen in projecten die de overheid ontwikkelt.


Zoals u in uw vraag opmerkt, diende mevrouw Fremault in mei 2022 een voorstel in om de ordonnantie te wijzigen. De bespreking van die tekst is echter opgeschort totdat de conclusies van de parlementaire werkgroep “maatwerkbedrijven” bekend zijn.