Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkeling van de bouwsector in het licht van het industrieplan dat in de strategie Shifting Economy is opgenomen
- Indiener(s)
- Clémentine Barzin
- aan
- Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 712)
Datum ontvangst: 27/03/2023 | Datum publicatie: 23/05/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 16/05/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
31/03/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Het industrieplan van 2019 had tot doel de productieactiviteiten in het Brussels Gewest een boost te geven. Het was gebaseerd op vijf sectoren met waardeketenpotentieel, waaronder de bouwsector.
|
Antwoord | In aansluiting op het antwoord dat ik u op 15 maart 2023 in de commissie Economische Zaken heb gegeven over de beginselen die ten grondslag liggen aan het industriebeleid zoals dat in de gewestelijke strategie voor economische transitie, Shifting Economy, is uitgewerkt, volgen hier als aanvulling de meer specifieke elementen die betrekking hebben op de bouwsector, verzameld in samenwerking met mijn collega Alain Maron. De Brusselse strategie voor economische transitie, Shifting Economy, omvat een actielijn ‘Toegang tot afvalstromen, lokale productie en logistiek’. Het is de bedoeling om de toegang tot primaire en secundaire duurzame hulpbronnen voor productieactiviteiten te vergemakkelijken. Er worden acties ontwikkeld om het ecosysteem te ondersteunen zodat het aanbod beschikbaar en toegankelijk is, via hergebruik, sortering van materialen aan de bron, nieuwe remanufacturing-, upcycling- en recyclagekanalen. Wetende dat het logistieke aspect cruciaal is in de transitie van de Brusselse economie, is een van de prioriteiten van de strategie de invoering van een ecosysteem van intelligente logistiek dat de ontwikkeling van lokale productie, de toegang tot hulpbronnen en de bevoorrading van de handelszaken in het Gewest mogelijk maakt. Overigens weten we dat het recycleren van bouwmaterialen vooral neerkomt op het breken van beton en ander puin en het sorteren ervan op grootte en kwaliteit. Deze activiteiten zijn lawaaierig en veroorzaken veel stof en heel wat verkeer. Daarom is de recyclage van bouwmaterialen niet op zijn plaats in een 100% stedelijke omgeving zoals het Brusselse gewest. Deze activiteiten vinden plaats in Vlaanderen en Wallonië. Volgens onze gegevens is deze recyclage zeer doeltreffend, aangezien het recyclagepercentage van bouw- en sloopafval in Brussel voor 2021 op 90% wordt geschat. De bouw is als sectorale focus opgenomen in Shifting Economy en steunt volledig op het ‘Renolution’-plan van het Gewest. De 'Renolution’-strategie heeft drie doelstellingen tegen 2050: - het energieverbruik van woningen verminderen; - energieneutraliteit bereiken in de tertiaire sector; - een circulaire aanpak van renovatie invoeren. De ‘Renolution’-alliantie integreert overigens de bouwsector volledig in die werkzaamheden, zowel in de strategische coördinatie als via de verschillende werkgroepen (zoals de werkgroep rond vraag en aanbod of de werkgroep rond werkgelegenheid en opleiding). De sector gaat ook rechtstreeks in gesprek met de ondernemingen, met name via het ‘BuildCircular’-project, dat door het Gewest wordt gesteund en dat met enig succes kleine en middelgrote ondernemingen op het pad van de circulariteit brengt (https://buildcircular.brussels). De cluster ecobuild.brussels, gewijd aan de sector van het duurzaam bouwen en beheerd door hub.brussels, helpt ondernemingen om competitiever te worden en nieuwe contracten binnen te halen en tegelijkertijd de milieu-impact van de Brusselse gebouwen te verminderen. De clusterleden hebben toegang tot vijf diensten: - Begeleiding: persoonlijk advies, toegang tot de expertise van hub.brussels, toegang tot een netwerk van gespecialiseerde consultants - Netwerking - Kennisoverdracht: organisatie van seminars, opleidingen, sensibilisering van de gemeenschap - Zichtbaarheid: promotie van de activiteiten en projecten van de leden via een nieuwsbrief, sociale netwerken en gerichte promotieacties - Internationalisering: deelname aan internationale opdrachten en beurzen (stands, B2B, enz.), organisatie van studiereizen en prospectie, doorverwijzing naar het netwerk van economische en commerciële adviseurs, ondersteuning bij de toegang tot Europese financieringsprogramma's via het netwerk van nationale contactpunten en zoeken naar technologische partners via het Enterprise Europe Network Aantal in de bouwsector actieve ondernemingen: - 2019: 14.108 - 2020: 14.186 - 2021: 14.254 Aantal in de bouwsector actieve ondernemingen gevestigd op door citydev.brussels beheerde sites (exclusief bedrijvencentra en incubatoren): - 2019: 55 - 2020: 65 - 2021: 72 - 2022: 69 Ecobuild.brussels heeft drie categorieën leden: - kandidaat-leden (elke Brusselse onderneming uit de bouwsector die wenst toe te treden tot de cluster en waarvan het lidmaatschapsdossier werd aanvaard door het selectiecomité); - effectieve leden (elk aspirant-lid dat een proefperiode van zes maanden binnen de cluster heeft doorlopen, waarvan de betrokkenheid werd geverifieerd en het effectief dossier werd gevalideerd door het selectiecomité); - partners (elke Brusselse organisatie uit de wetenschappelijke wereld, federaties of organisaties die ondernemingen vertegenwoordigen, promotieorganisaties, opleidingsorganisaties en ondersteunende organisaties waarvan het kandidaatstellingsdossier werd aanvaard door het selectiecomité). Aantal ondernemingen dat gebruik heeft gemaakt van de diensten van ecobuild.brussels: - 2019: 188 aangesloten ondernemingen, 140 effectieve leden, 25 aspirant-leden, 25 partners; - 2020: 192 aangesloten ondernemingen, 152 effectieve leden, 40 aspirant-leden, 27 partners; - 2021: 210 aangesloten ondernemingen, 158 effectieve leden, 52 aspirant-leden, 27 partners; - 2022: 230 aangesloten ondernemingen, 167 effectieve leden, 63 aspirant-leden, 27 partners. Wat het grondbeleid betreft, verwijs ik u naar mijn antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 709. |