Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de milieu-impact van Kanal.

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1046)

 
Datum ontvangst: 25/01/2023 Datum publicatie: 28/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 28/04/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/04/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In november 2022 vond in Namen een Forum over duurzame cultuur plaats. Dit evenement bracht een groot aantal deelnemers samen (cultuurprofessionals, eco-adviseurs, studenten ....) die samen en via debatten, workshops en conferenties stof tot nadenken gaven over de uitdagingen waarmee de milieucrisis hen confronteert. Voor de cultuursector, zoals voor alle sectoren, is transitie een noodzaak geworden waarmee rekening moet worden gehouden bij de ontwikkeling en de evolutie van elk project.

Van de vele cultuursectoren constateren wij dat ook de museumsector is begonnen met introspectie om de hefbomen te bepalen waarmee hij zijn milieu-impact kan verminderen. In dit verband zij opgemerkt dat de koolstofvoetafdruk van de museumsector in Frankrijk door het collectief Les Augures - een groep die sinds 2020 de spelers in de kunstwereld ondersteunt bij transitie - wordt geschat op 9.000 ton CO2 per jaar voor een groot Frans museum, d.w.z. de jaarlijkse voetafdruk van 800 Fransen. Bij mijn weten bestaat er in België geen impactstudie die de gemiddelde uitstoot van onze grote musea onthult, maar het is zeker dat de cijfers tot dezelfde conclusies zouden leiden: onze museale instellingen hebben wel degelijk een rol te spelen in de strijd tegen de klimaatverandering.

Het lijkt ons dan ook essentieel dat het Centrum Kanal-Pompidou deze reflectie in het ontwerp van zijn project integreert. De kwestie van de milieu-impact is transversaal en moet een uitgangspunt worden bij de uitvoering van vele elementen van het project. Vandaag zijn er vele punten vastgesteld waarop actie moet worden ondernomen om een koolstofvoetafdruk te verminderen. Onder de belangrijkste impactpunten is er natuurlijk de kwestie van het energieverbruik om het gebouw te verwarmen of te koelen, met name met het oog op het behoud van de werken. Dit punt wordt vermeld in het activiteitenverslag 2021 van Kanal in het hoofdstuk over het architectuurproject:  “Niet alle ruimtes van KANAL zullen gelijkwaardig zijn wat de klimaatprestaties betreft. Er zijn keuzes gemaakt in functie van de internationale voorschriften of normen (musea) en de energieregelgeving in het Brussels Gewest (EPB).”

Kan u uitleg geven over deze zin in het activiteitenverslag? Naar welke "gemaakte keuzes" wordt verwezen?

Andere punten die verband houden met de activiteit van een museum hebben grote gevolgen voor de koolstofbalans. Het belangrijkste daarvan is de mobiliteit van de bezoekers en de kunstwerken: het aantal toeristen weegt het zwaarst in de balans. Een ander belangrijk en vaak vergeten punt is de voedselvoorziening. Ter herinnering: op mondiaal niveau vertegenwoordigt vlees 15% van onze totale uitstoot van broeikasgassen. Tot slot is er de digitale sector, waarvan het aandeel in de totale koolstofvoetafdruk de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen door computerapparatuur, toepassingen voor online virtuele rondleidingen, websites en online promotieactiviteiten...

Ten slotte zijn er naast deze grote effecten nog "kleinere" effecten zoals uitrusting, logistiek of afvalbeheer. Al deze dimensies hebben en zullen gevolgen hebben voor zowel de programmering van het museum als de aanverwante activiteiten die binnen het museumcentrum zullen worden gepland.

Daarom zou ik graag willen weten of u op de hoogte bent van denkwerk over de milieueffecten van het project Kanal? Zo ja, kunt u ons vertellen over de ambities en acties die zullen worden uitgevoerd? Weet u of er plannen zijn om in het museumteam een transitiecoach of eco-adviseur aan te stellen?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Het milieu vormde al van in het begin een centraal aandachtspunt in de plannen om in de buurt van het kanaal een nieuw museum voor moderne en hedendaagse kunst te vestigen. Uiteraard dienen de teams die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project, er over de hele lijn rekening mee te blijven houden, zowel bij de inrichting van het gebouw als bij de geleidelijke uitbouw van het museum.

Eerst en vooral besliste de vorige regering meteen om het toekomstige museum onder te brengen in een aan te kopen bestaand gebouw, dat met respect voor het erfgoed zou worden opgeknapt. Een niet-bebouwd terrein of een sloop- en heropbouwproject waren van meet af aan geen optie. Het huidige project kwam, zoals u weet, als winnaar uit een internationale architectuurwedstrijd.

De jury liet er zijn keuze op vallen, omdat het bestaande gebouw er maximaal door behouden zou blijven. Door te vertrekken van wat reeds voorhanden was, werd de drang om een duur “architecturaal statement” te maken onderdrukt en kon ervoor geopteerd worden om zoveel mogelijk bestaande elementen te recupereren. Dat moet leiden tot een optimaal evenwicht tussen de hergebruikte beschikbare ruimte en de nieuw gebouwde delen (die strikt beperkt zijn tot wat nodig is voor het museum).

Vanuit de bekommernis voor het milieu zijn er ook een paar technische keuzes gemaakt. Ik noem er enkele:
- natuurlijke verluchting in het grootste deel van het museum;
- afzonderlijke klimaatzones al naargelang van de behoeften, die minimaal zijn bepaald;
- airconditioning en mechanische ventilatie blijven beperkt tot een strikt minimum;
- de plaatsing van zonnepanelen op alle hellende daken (+/- 5.000 m²);
- Fineo-beglazing (een merk van dun en superisolerend vacuümglas, ontwikkeld en vervaardigd in Wallonië door de groep AGC) voor alle nieuwe verticale gevels;
- optimale isolatie van de bestaande bedaking en vervanging van de bestaande raampartijen door superisolerende beglazing;
- automatisch en geoptimaliseerd beheer van de zoninstraling;
- hergebruik van het regenwater.
Tijdens de werken wordt voortdurend aandacht besteed aan de volgende elementen:
- voor de logistieke bevoorrading van de werven zoveel mogelijk gebruik maken van de waterweg om vrachtwagenverkeer, dat meer vervuiling veroorzaakt, te vermijden;
- bij de keuze van materialen en leveranciers de voorkeur geven aan korte ketens;
- al het afbraakmateriaal recycleren (via Rotor)
- het bemalingswater recycleren (in samenwerking met opensource.brussels)
Naast de bouwtechnische aspecten en de energieprestaties van het toekomstige gebouw werd ook zeer veel belang gehecht aan de geografische locatie van het project om een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer te garanderen. Zoals u zelf benadrukt, is de uitstoot die met een museumactiviteit gepaard gaat, voor het grootste deel afkomstig van het publiek. Daarom besteedde de regering heel veel aandacht aan de ligging van het project, waardoor er met het openbaar vervoer naartoe gegaan zou kunnen worden.

Dat de locatie vlot bereikbaar is, bleek al duidelijk tijdens de aanloopperiode (KANAL BRUT). Een groot deel van de bezoekers kwam namelijk met het openbaar vervoer of met de fiets. Er werd overigens bewust geen parkeeraanbod ontwikkeld voor het project, noch tijdens de aanloopfase, noch voor de toekomst.

Voorts is het kantoormeubilair overgenomen van de BGHM of tweedehands aangekocht, enzovoort.


Uiteraard moet er niet alleen bij de renovatie en het beheer van het gebouw, maar ook bij de uitbating van het museum aan het milieu worden gedacht. Daarom houdt de stichting KANAL de wijze waarop ze tentoonstellingen opzet en haar programmatie invult voortdurend tegen het licht en tekent ze strategische krachtlijnen uit voor onder meer alles wat te maken heeft met scenografie. Een verantwoorde en milieuvriendelijke scenografie opbouwen is niet alleen een ecologische, maar ook een economische en ethische doelstelling. De stichting KANAL maakt daar op meerdere manieren werk van.

Om haar ambities te kunnen waarmaken, zal de stichting dit jaar een voltijds medewerker aanwerven die belast wordt met zaken rond sociale en milieuverantwoordelijkheid. Net zoals voor alle andere aanwervingen zal daarvoor een open procedure worden opgestart die op alle cultuurwebsites en via Actiris wordt bekendgemaakt.

Ten slotte heeft KANAL in het licht van de steeds grotere omvang die digitale vervuiling wereldwijd aanneemt, als een van de eerste Brusselse instellingen het handvest voor duurzame IT dat uitgaat van het Institute for sustainable IT en waaraan ook het CIBG meewerkt, ondertekend. De stichting heeft zich er langs die weg toe verbonden haar digitale tools op lange termijn te optimaliseren om de milieu-impact ervan te verkleinen.