Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende wanbetalingen met betrekking tot door het Woningfonds verstrekte hypotheekleningen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1174)

 
Datum ontvangst: 27/04/2023 Datum publicatie: 20/06/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 15/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/04/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
15/06/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Al meer dan twintig jaar bestaat de missie van het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (WFBHG) erin hypothecaire leningen tegen verlaagde rente te verstrekken aan gezinnen met een laag, bescheiden of gemiddeld inkomen, zodat zij een eigen woning kunnen bezitten. Het WFBHG verstrekt ongeveer 850 hypothecaire leningen per jaar. Uit de laatste beschikbare gegevens blijkt dat op 31 december 2021 ongeveer 11.837 huishoudens een hypothecaire lening van het Woningfonds hadden verkregen om een woning in ons gewest te verwerven. Net als traditionele banken staat het WFBHG bloot aan het risico op wanbetalingen, aangezien sommige kredietnemers te maken kunnen krijgen met een daling van hun inkomen en dan hun hypotheek niet meer kunnen aflossen.

1- Kunt u ons zeggen hoeveel kredietnemers van het Woningfonds in het jaar 2022 een of meer termijnen van hun hypotheek niet konden aflossen?

2- Hoeveel huishoudens die moeilijkheden ondervonden bij de aflossing van hun hypothecaire lening hebben volgens de statistieken in het jaar 2022 bij het WFBHG een aanvraag ingediend voor een tijdelijke opschorting van hun maandelijkse aflossingen? Hoeveel huishoudens met aflossingsproblemen hebben volgens dezelfde gegevens in 2022 bij het Woningfonds een verzoek ingediend om de voorwaarden van hun lening te herbekijken teneinde de aflossingsperiode te verlengen en aldus het bedrag van hun maandelijkse betalingen te verlagen? Hoeveel van deze verzoeken werden ingewilligd?

3- Kunt u op basis van de statistieken voor het jaar 2022 aangeven hoeveel WFBHG-kredietnemers werden beschouwd als definitief niet in staat om hun hypotheek af te lossen? Wat was het wanbetalingspercentage van de door het Woningfonds verstrekte hypotheken (met andere woorden, het percentage wanbetalers onder alle kredietnemers)? Kunt u op basis van de cijfers op datum van 31 december 2022 een schatting geven van het totale uitstaande bedrag van door het WFBHG verstrekte kredieten die niet konden worden afgelost omdat de kredietnemers definitief in gebreke bleven? Is het Woningfonds in 2022 overgegaan tot de gedwongen verkoop van sommige eigendommen omdat de eigenaars niet in staat waren de hun verstrekte hypotheken terug te betalen?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Eind 2022 was er sprake van 13.091 hypotheekcontracten waarvan de terugbetaling nog aan de gang was, goed voor een saldo van 1.418.680.440 euro op 31 december.

Bij 1.181 van deze contracten, overeenstemmend met 722 klanten, of 9,02% van het uitstaande bedrag van de leningen, was er sprake van een betalingsachterstand, en dit voor een totaalbedrag, uitgezonderd uitzonderlijke verliezen, van 2.658.765 euro (ten opzichte van 2.681.449 euro in 2021).

In het kader van het beheer van de energiecrisis heeft de financiële sector besloten steun te verlenen aan gezinnen die moeilijkheden ondervinden om hun maandelijkse hypotheekaflossingen te betalen.

De maatregel voorziet in de mogelijkheid van uitstel van betaling van het kapitaal van de toekomstige aflossingen gedurende 12 opeenvolgende maanden, met verlenging van de looptijd van de lening.

De aanvragen moeten worden ingediend tussen 1 oktober 2022 en 31 maart 2023.

Het verzoek om uitstel is mogelijk voor elke hypotheeklening die bedoeld is voor de financiering van de hoofdwoning en is aan voorwaarden verbonden:
- er is een reeds bestaand betalingsplan tussen de schuldenaar en zijn energieleverancier (of een aanvraag voor een dergelijk plan is ingediend);

- er is geen betalingsachterstand op 31 maart 2022;
- er is sprake van het bezit van roerende goederen (met uitzondering van spaargelden) van 10.000 euro of minder.

In dit verband werden 18 verzoeken om uitstel van betaling geregistreerd.
14 hiervan werden toegekend en 4 werden geweigerd om volgende redenen:

- 2 verzoeken waren afkomstig van kredietnemers die met een negatieve quotering stonden geregistreerd bij de Centrale voor Kredieten aan Particulieren of die regelmatig betalingsachterstanden hadden bij het Fonds;
- 1 verzoek was afkomstig van kredietnemers die net een uitstel van 14 maanden hadden gekregen, helemaal aan het begin van hun contract, hoewel het nog 4 jaar zou duren voor het door hun lening ontstane hypotheekrisico kon worden afgelost;
- 1 verzoek was afkomstig van kredietnemers met een te hoge schuldenlast omdat zij enkele maanden voor hun verzoek om uitstel verschillende nieuwe consumentenkredieten hadden afgesloten.

Naast deze steunmaatregelen werden 38 verzoeken om contractueel uitstel aan het Beslissingscomité voorgelegd. Hiervan zijn er
34 goedgekeurd.


Wat het aantal kredietnemers van het Fonds betreft dat geacht werd hun hypothecaire lening definitief niet te kunnen terugbetalen, werd in 2022 voor 39 leningovereenkomsten een uitzonderlijk verlies geboekt voor een totaalbedrag van 43.422 euro.



Bij 2 van deze dossiers volstond de openbare verkoop niet om het Fonds te kunnen terugbetalen en bleef er na de verkoop een schuld openstaan. Na een kredietwaardigheidsonderzoek bleek dat deze kredietnemers insolvent waren. Er werd geen winst geboekt.

Voor de overige dossiers is het bedrag van de schulden te klein om terugvorderingsmaatregelen te overwegen.

In bijlage 1 vindt u een tabel met de verdeling van de contracten naar achterstallig bedrag.


Dit bedrag aan achterstallige betalingen blijft redelijk en vertegenwoordigt op 31 december 2022 slechts 0,19% van het uitstaande saldo van alle leningen die nog worden afgelost.

Het gemiddelde achterstallige bedrag is bovendien ook gedaald: het bedraagt 3.682 euro (ten opzichte van 3.714 euro op 31 december 2021).

Ter informatie: uit de door de Nationale Bank van België (NBB) meegedeelde gegevens met betrekking tot de Centrale voor Kredieten aan Particulieren blijkt dat 0,65% van de schuldenaars in België in gebreke blijft bij hun hypotheekcontract. Er moet worden opgemerkt dat alleen de contracten met een betalingsachterstand van drie of meer maandelijkse betalingen, en van meer dan 50 euro, bij deze Centrale worden geregistreerd, waardoor "kleine" geschillen niet in dit percentage vervat zitten.


Voor het Fonds waren op 31 december 2022 368 contracten bij de Centrale geregistreerd, d.w.z. 2,8% van de contracten.

In bijlage 2 vindt u een tabel met een vergelijking tussen de in gebreke blijvende hypotheekcontracten bij de NBB en die bij het Woningfonds. In bijlage 3 vindt u de evolutie van de achterstallige betalingen in verhouding tot de evolutie van het uitstaande saldo.

Het beheerscontract bepaalt dat indien de schuldvordering van het Fonds niet wordt betaald, het Fonds, na het versturen van een aanmaning, gevolgd door een ingebrekestelling of zelfs een onderzoek ter plaatse, zo spoedig mogelijk overgaat tot gedwongen tenuitvoerlegging van het contract.

De procedure kan als volgt worden samengevat:

- bevel tot betaling, voorafgaand aan uitvoerend beslag op onroerend goed;

- uitvoerend beslag op onroerend goed zelf, dat pas vijftien dagen na het bevel tot betaling kan worden uitgevoerd;

- onroerend goed wordt ten kantore van de hypotheekbewaarder overgeschreven;
- verzoek tot aanstelling van de notaris belast met de gedwongen verkoop;
- openbare veiling.

Bovendien informeert het Fonds voortaan systematisch alle kredietnemers over wat ze van de beslagrechter kunnen vragen, namelijk dat het in beslag genomen goed onderhands wordt verkocht in plaats van bij een openbare verkoop.


Deze onderhandse verkoop kan door de rechter worden gelast wanneer de belangen van de partijen dit vereisen. De kredietnemer en zijn schuldeisers kunnen dus in voorkomend geval het risico van een openbare verkoop vermijden.

Bovendien is het Fonds, zoals hierboven vermeld, wettelijk verplicht om de Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank van België drie maanden na het verstrijken van de uiterste datum in kennis te stellen van elke niet- of onvolledige betaling van een verschuldigd maandelijks aflossingsbedrag, of elk niet of onvolledig betaald maandelijks aflossingsbedrag één maand na verzending van een aangetekende brief waarin de gevolgen van niet-betaling worden uiteengezet, met dien verstande dat deze brief zelf binnen de drie maanden na het onbetaalde verschuldigde bedrag moet worden verzonden.


Bij de Centrale voor Kredieten aan Particulieren werden in 2022 329 kredietcontracten gemeld als zijnde ‘in gebreke’ (ten opzichte van 296 in 2021).

Eind 2022 waren 29 verzoeningsprocedures hangende en in 2022 werden 54 nieuwe verzoeningspogingen ondernomen bij de beslagrechter. Van de 83 betrokken procedures:

- Werd in 52 gevallen een afbetalingsplan vastgelegd;
- Heeft de rechter in 16 gevallen een niet-verzoening vastgesteld;
- Werden de achterstallige bedragen in 11 gevallen terugbetaald;
- Vond in 1 geval een openbare verkoop plaats wegens het overlijden van de kredietnemer;
- Is de procedure in 3 gevallen nog aan de gang.

In het jaar 2022 werden 16 bevelen voorafgaand aan een uitvoerend beslag op onroerend goed gerealiseerd.

Bij 6 dossiers heeft het Fonds verzocht om een gedwongen verkoop:

- 4 verkoopdossiers worden nog behandeld;
- Bij de 2 andere dossiers werd de verkoop opgeschort na het afsluiten van een afbetalingsplan.

In 2022 werden 4 openbare verkopen geïnitieerd door derden:

- Bij 3 dossiers werd het onroerend goed verkocht;
- Bij 1 dossiers is de procedure nog aan de gang.

Ten slotte zijn in de loop van het jaar 7 ontlenende gezinnen een collectieve schuldenregeling gestart, ten opzichte van 5 in 2021, 7 in 2020, 9 in 2019 en 9 in 2017.

In totaal zitten 29 gezinnen momenteel in een collectieve schuldenregeling.