Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verhoging van de Villotarieven

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1624)

 
Datum ontvangst: 17/05/2023 Datum publicatie: 30/08/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/05/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Zoals u weet, maak ik me al lang zorgen over het contract tussen het gewest en JCDecaux. Ik zou graag zien dat het gewest zich tot een andere speler wendt die echt gespecialiseerd is in free floating, om de Brusselaars een kwaliteitsdienst aan te bieden.

Eind april heeft Villo besloten zijn maandelijkse tarieven met 0,5 euro te verhogen. Het maandabonnement is dus verhoogd van 3 naar 3,5 euro en het eVillo-abonnement - voor elektrisch fietsen - van 4 naar 4,5 euro.

In dit verband wil ik u, mevrouw de minister, de volgende vragen stellen:

  • Wat is de reden voor de verhoging van de Villotarieven?

Wanneer is dit besluit genomen?

Staat er in het contract met JC Decaux dat het bedrijf zijn tarieven mag verhogen?

  • Bent u door JC Decaux geraadpleegd over de verhoging van de tarieven?

 
 
Antwoord    De verhoogde Villo!-tarieven zijn een gevolg van de inflatie.
JCDecaux heeft dit nieuws bekendgemaakt tijdens een overlegvergadering op 28 maart jl.
Artikel 49 van de Concessie 2008 bepaalt dat
“de concessionaris zonder akkoord van het Beheerscomité, maar na voornoemd comité te hebben ingelicht, de tarieven om de twee jaar mag verhogen met het bedrag van de stijging van de gezondheidsindex over dezelfde periode. Als deze index over een cumulatieve periode van 12 maanden meer dan 10% stijgt, mag de Licentiehouder hetzelfde aanpassingsprincipe toepassen zonder 2 jaar te wachten.”
JCDecaux informeerde ons, maar nam de beslissing eenzijdig, zoals toegestaan door het contract.
De stijging van de tarieven is lager dan de stijging van de gezondheidsindex.