Fiche van een vraag of interpellatie

Indiener(s): Youssef Handichi
aan: Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1630)

Datum ontvangst: 22/05/2023		Datum publicatie: 27/07/2023
Zittingsperiode: 19/24	Zitting: 22/23	Datum antwoord: 13/07/2023

Datum	behandeling van het stuk	Indiener(s)	Referentie	Blz.
25/05/2023	Ontvankelijk	Uitgebreid Bureau van het Parlement
13/07/2023	Bijlage aan het antwoord	p.m.	Bijlage

Vraag	Naar aanleiding van de op 20 april 2023 ontvangen schriftelijke antwoorden op onze vragen met betrekking tot de parkeerinkomsten, vragen wij om de volgende verduidelijkingen. Kunt u ons per gemeente een uitsplitsing geven van de geboekte en de daadwerkelijk geïnde retributies in 2020, 2021 en 2022 (bedrag van de vrijstellingskaarten, bedrag geïnd via de parkeermeters, bedrag geïnd via sms en applicaties, bedrag van de retributies)? Kunt u ons meer uitleg en details geven over het enorme verschil tussen de bedragen van de bruto vastgestelde rechten en de bedragen van de daadwerkelijk geïnde retributies door de verschillende gemeenten? Kunt u ons voor elke gemeente meer details en de uitsplitsing geven van de bedragen die aan exploitatiekosten werden besteed, en het bedrag dat aan de verschillende privépartners werd betaald?


Antwoord	1. Zie tabel in bijlage: "QE1630_Tabel1". 2. Het verschil tussen de vastgestelde netto-rechten en de geïnde bedragen is te verklaren door het lage inningspercentage (ongeveer 50 % van de vastgestelde netto-rechten wordt geïnd met de eigen middelen van het Agentschap en de rest wordt toevertrouwd aan deurwaarders, die een kwart innen na herinneringsbrieven en het verzenden van deurwaardersexploten. Een ander kwart verklaren ze oninbaar en insolvent. In de minnelijke of gerechtelijke fase zetten ze de (lage) invordering van het saldo voort. Zie bijgevoegde tabel: "QE1630_Tabel2 ".