Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende intimidatie in Brusselse administraties

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1647)

 
Datum ontvangst: 06/06/2023 Datum publicatie: 30/08/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 13/07/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/06/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Geweld op het werk is een situatie waarbij iemand op het werk psychisch of fysiek bedreigd of aangevallen wordt. Het neemt voornamelijk de vorm aan van fysieke agressie (rechtstreekse slagen, maar ook bedreigingen tijdens een aanval ...) of verbale agressie (beledigingen, laster, uitlachen enzovoort).

We hebben het vaak over intimidatie op straat, maar zelden over intimidatie op het werk.

  • Hoeveel gevallen van intimidatie werden er in 2022 geregistreerd in de Brusselse administraties waarvoor u bevoegd bent? Wat is de uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, type en administratie?

  • Hoeveel verzoeken om formele of informele psychosociale interventies zijn er gedaan? Wat zijn de meest voorkomende soorten intimidatie?

  • Wat zijn de cijfers voor het aantal gevallen van intimidatie in elke administratie?

  • Welke maatregelen zijn er genomen om intimidatie op de werkvloer te bestrijden? Wat wordt er gedaan op het gebied van communicatie? Hoe wordt in de mogelijkheid voorzien om een klacht in te dienen en om een formele (of informele) psychosociale interventie aan te vragen? Welke maatregelen worden er genomen met betrekking tot zowel de dader als het slachtoffer van intimidatie?

 
 
Antwoord    Bij de MIVB werden in 2022 werden in totaal 51 individuele dossiers ingediend, waaronder 46 informele dossiers en 5 formele dossiers voor psychologische intimidatie of individuele psychosociale risico's.

Van deze 51 dossiers kwamen 10 personen niet op het gesprek opdagen en wilden geen tweede afspraak. Dit brengt het totaal op 41 geopende en behandelde dossiers op een totaal van 10.355 MIVB-werknemers, of 0,3%.

Bijna alle ontvangen aanvragen eindigden met het feit dat de preventieadviseur advies gaf over psychosociale aspecten (39). De MIVB telde slechts 7 tussenkomsten (bij een derde partij) op vraag van de aanvragers. Het verslag van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (SEPP) van de MIVB, Cohezio, splitst de interventieaanvragen niet uit naar leeftijd en geslacht.


Een van de psychosociale risicofactoren waarop werknemers/werkneemsters vaak wijzen bij de preventieadviseur voor de psychosociale aspecten betreft conflictueuze relaties op het werk.


Naast de vertrouwenspersonen beschikt de MIVB over sociale raadgevers die waken over het welzijn van haar personeel. Ze staan in rechtstreeks contact met het personeel en hun rol bestaat erin om op vrijwillige basis en in alle vertrouwelijkheid psychosociale begeleiding te bieden bij persoonlijke, familiale of financiële moeilijkheden (luisteren, advies, steun, informatie en begeleiding).
Ze treden ook op als bemiddelaar en helpen conflicten op te lossen op verzoek van werknemers en in overleg met het management.



De MIVB neemt talrijke maatregelen om initmidatie op het werk tegen te gaan (onder meer een interne campagne tegen seksisme in 2021 en opleidingen over psychosociale risico's), zoals aangegeven in antwoord op talrijke parlementaire vragen, met name in antwoord op de vraag om uitleg van mevrouw Aït Baala in januari 2022 en op schriftelijke vraag nr. 1413 van mevrouw De Ré in december 2022.


Deze campagne richtte zich specifiek op seksisme, maar alles wat is ingevoerd en gecommuniceerd is natuurlijk evenzeer van toepassing op alle vormen van intimidatie.

Voor de communicatiemaatregelen die zijn genomen, verwijs ik naar het antwoord op schriftelijke vraag 1413.

In het ideale geval praten mensen die slachtoffer zijn van gedrag dat voor hen niet aanvaardbaar is, er direct over, bij voorkeur voordat het intimidatie wordt, zodat er snel een oplossing kan worden gevonden.
Als dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat het slachtoffer bang is, dan is zijn/haar manager het eerste aanspreekpunt.
Als het niet mogelijk is om zicht tot de manager te richten, kan de persoon een beroep doen op een sociaal adviseur of iemand die hij/zij vertrouwt. Op deze manier kunnen ze op een informele manier om hulp vragen.

Als de pesterijen te ernstig zijn en onmiddellijke aandacht op een hoger niveau vereisen, of als de eerste contacten het probleem niet oplossen, kan een formele interventie worden aangevraagd bij de externe adviseur voor de preventie van psychosociale risico's (Cohezio).

Als pesterijen worden gemeld, wordt er een onderzoek ingesteld om te bepalen wat er is gebeurd. In sommige gevallen worden onmiddellijk maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het slachtoffer en de dader niet naar de werkplek terugkeren.

Wat Brussel Mobiliteit betreft,

De in 2022 door de EDPBW geregistreerde formele en informele psychosociale interventies met betrekking tot ongewenst gedrag op het werk betreffen:

- 12 informele psychosociale interventiedossiers (11 voor advies en opvang en 1 interventie);
- 1 formeel psychosociaal interventiedossier voor feiten van geweld of pesterijen op het werk.

De GOB kan geen details geven met betrekking tot leeftijd, geslacht enz., want de EDPBW mag deze informatie niet doorgeven. De wetgeving legt op dat deze gegevens anoniem moeten worden bezorgd. Bovendien zijn de statistische gegevens van de interventies niet onderverdeeld per dienst om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de informatie en van de personeelsleden die stappen ondernomen hebben.


·
Primaire preventiemaatregelen:
·
Preventieve gesprekken (DHR)
Tussen een en drie maanden nadat een personeelslid in dienst getreden is, wordt systematisch een integratiegesprek voorgesteld om eventuele risico's vooraf op te sporen en het onthaal van nieuwkomers te verbeteren.
Telkens een personeelslid binnen de organisatie van dienst verandert, wordt een mobiliteitsgesprek voorgesteld om de reden voor deze verandering van dienst en eventuele risico's te achterhalen.
Tot slot wordt ook een exitgesprek aangeboden als een personeelslid vertrekt (bij vrijwillig ontslag of intraregionale mobiliteit) om na te gaan waarom dit personeelslid de GOB verlaat.
Al deze gesprekken vinden uiteraard individueel en in alle vertrouwelijkheid plaats (overeenkomstig de AVG-regelgeving).
ü
Globale risicoanalyse (EDPBW)
Volgens de guidelines van de EDPBW vindt minstens om de vijf jaar een globale analyse van de psychosociale risico's plaats. Deze analyse behelst de hele GOB en betreft altijd het lopende jaar (om een beeld te kunnen schetsen van de situatie op een bepaald moment). Deze analyse neemt de vorm aan van een enquête over het welzijn die naar alle personeelsleden wordt gestuurd. Als er voldoende personeelsleden aan deelnemen, is het mogelijk een globale tabel van de organisatie op te stellen en de risico's te definiëren op macroniveau. De meest recente psychosociale risicoanalyse bij de GOB dateert van eind 2021. Alle directies van de GOB werken hard aan de uitvoering van hun actieplan. De impact ervan zal gemeten worden tussen eind 2023-begin 2024 via een enquête die aangepast zal worden aan het actieplan van elke directie.

ü
Opleiding van het management
Voor de volledige hiërarchische lijn van de GOB worden opleidingen georganiseerd over de verantwoordelijkheid van de managers op het vlak van welzijn op het werk. Elk jaar wordt een ander managementniveau uitgenodigd om deze opleidingen te volgen.
Opleiding van de personeelsleden
Ieder personeelslid dat in dienst treedt, krijgt van zijn welzijnsbegeleider een voorstelling van de welzijnsactoren en van het preventiebeleid van de GOB, en daar wordt tijdens de eerste maanden van de indiensttreding nog uitgebreider op teruggekomen tijdens een opleiding.
ü
Jaarlijks actieplan welzijn op het werk en veiligheid
Zoals de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bepaalt, wordt het jaarlijkse actieplan welzijn ieder jaar voorgesteld en gevalideerd door de directieraad, de vakbonden en andere welzijnsactoren, waarna het voorgesteld wordt aan de managementteams van de verschillende besturen. Dit actieplan wordt jaarlijks geëvalueerd zoals de wetgeving het bepaalt. Het plan houdt elk jaar rekening met de resultaten van de uitgevoerde psychosociale risicoanalyses en met de risico’s die tijdens gesprekken aan het licht kwamen.
·
Secundaire preventiemaatregelen:
·
Strijd tegen pesterijen/intimidatie
Elk personeelslid dat meent psychische schade te hebben geleden, eventueel gepaard met lichamelijke schade, voortvloeiend uit psychosociale risico's op het werk, waaronder onder meer geweld, pesterijen of ongewenste intimiteiten op de werkvloer, kan een beroep doen op de interne procedure in het kader van een verzoek om een psychosociale interventie.

De interne procedure laat het personeelslid toe bij een vertrouwenspersoon of bij de preventieadviseur psychosociale aspecten te verzoeken om hetzij een informele, hetzij een formele psychosociale interventie.

Wanneer het verzoek om formele psychosociale interventie, nadat het aanvaard is door de preventieadviseur psychosociale aspecten, wordt overgemaakt aan de hoge hiërarchie van de GOB, kan die beslissen een risicoanalyse uit te voeren met het oog op het nemen van de gepaste maatregelen of zelf onmiddellijk maatregelen te treffen.

Als het verzoek ongewenst gedrag op de werkvloer betreft en het om een formeel verzoek gaat betreffende individuele psychosociale risico's, zal de preventieadviseur psychosociale risico's ambtshalve een onderzoek instellen. De werkgever moet hierover dus geen beslissing nemen. Indien de preventieadviseur psychosociale aspecten meent dat de situatie te gevaarlijk is, kan hij beschermende maatregelen voorschrijven om de verzoeker en/of de betrokken personen te beschermen, zelfs vóór het onderzoek van start gaat.

We beklemtonen ook dat elk verzoek om een formele psychosociale interventie voor geweldfeiten, pesterijen of ongewenste intimiteiten op de werkvloer bij de GOB met de grootste aandacht wordt behandeld, overeenkomstig de procedure beschreven in afdeling 5 van hoofdstuk II van titel 3 van boek I van de codex over het welzijn op het werk.

Zodra er een formeel verzoek voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenste intimiteiten op het werk is ingediend, worden de verzoeker en alle getuigen gedurende 12 maanden beschermd tegen ontslag om eventuele represailles te vermijden.
ü
Welzijnsgesprekken (directie Welzijn op het werk van de DHR)
Naast de procedure beschreven in de wetgeving betreffende het welzijn op het werk heeft de GOB binnen zijn organisatorische kader een directie Welzijn op het werk opgericht. De personeelsleden van de GOB kunnen zich tot de directie Welzijn op het werk richten als ze nood hebben aan een luisterend oor of begeleiding als ze zich slecht in hun vel voelen. Met toestemming van het personeelslid kunnen de begeleiders terugkoppelen naar de hiërarchische lijn, de hoge hiërarchie op de hoogte brengen van de feiten, maar vooral het personeelslid begeleiden om zijn welzijn op het werk te verbeteren.
·
Tertiaire preventiemaatregelen:
·
Analyse van specifieke risico's (collectieve situaties)
Directies die naar aanleiding van de globale risicoanalyse hoger scoren op het gebied van pesterijen worden door Mensura aan een bijkomende specifieke analyse onderworpen. Er zullen met elk personeelslid individuele en vertrouwelijke gesprekken worden gevoerd en de resultaten van die analyses worden voorgesteld aan het BOC (CPBW).

ü
Andere interventies door de preventieadviseur psychosociale aspecten (Mensura)

Voor eender welke situatie van individueel of collectief onbehagen op het werk blijft een interventie door een preventieadviseur psychosociale aspecten van Mensura mogelijk (volgens de hierboven vermelde procedure). Dit gebeurt altijd op vraag van het betrokken personeelslid/de betrokken personeelsleden.
·
Communicatie:
Er worden tal van mededelingen gedaan binnen de GOB om het voltallige personeel eraan te herinneren dat er bevoegde personen aanwezig zijn ter preventie van psychosociale risico's, onder meer via de intranetpagina's die alle personeelsleden kunnen raadplegen. De contactgegevens van de diensten verschijnen regelmatig op de schermen op elke verdieping van de Iris Tower (digital signage) en worden herhaald bij elk sensibiliseringsevenement (themamiddagen), toespraken, gelegenheden waarbij, of informatiedragers waarvoor een herinnering aan de contactgegevens noodzakelijk is (overlijden van een personeelslid, interne vaststelling van psychosociale problemen, enz.).
Wat Parking Brussels betreft,
Naast intimidatie op straat (door buitenstaanders):
- In 2022 ontving PB één verzoek tot formele psychosociale tussenkomst omwille van geweld of intimidatie dat plaatsvond op de werkvloer in 2022.
- Aantal verzoeken tot interventie:
o Verzoek tot formele psychosociale interventie: 1
o Informele psychosociale interventies
a. Aantal interventies door de vertrouwenspersoon: 19
b. Aantal interventies door de preventieadviseur psychosociale aspecten: 15

Het gaat vooral om informele interventies van het type onthaal en advies (ook gekoppeld aan agressie op straat; we beschikken niet over gegevens die het mogelijk maken om een onderscheid te maken tussen intimidatie op straat en elders).

- Geïmplementeerde maatregelen:
o Alle medewerkers weten wie ze moeten bellen (vertrouwenspersoon, interne of externe preventiediensten, ...). Die contactgegevens worden vaak opgevraagd via, bijvoorbeeld, de schermen of de leidinggevenden, de preventieadviseur, .... De procedure voor de psychosociale interventie wordt dan toegelicht na een gespreksmoment of in het kader van begeleiding.
o Leidinggevenden die nog geen specifieke training volgden in actieve luister- en begeleidingstechnieken voor het voeren van een functioneringsgesprek, kunnen dat alsnog doen.
o We blijven ook onze medewerkers sensibiliseren rond respect onder collega's. En dat via opleidingen rond samenwerking en diversiteit, bijvoorbeeld.
o De maatregelen ten opzichte van de dader en het slachtoffer hangen af van de situatie, het onderzoek en de aanbevelingen van onze preventieadviseurs die in psychosociale aspecten gespecialiseerd zijn. Het kan gaan om specifieke opleidingen, individuele opvolgingsgesprekken, een overplaatsing (naar een andere vestiging) en zo meer.