Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende intimidatie in Brusselse administraties

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1204)

 
Datum ontvangst: 06/06/2023 Datum publicatie: 30/08/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/07/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/06/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Geweld op het werk is een situatie waarbij iemand op het werk psychisch of fysiek bedreigd of aangevallen wordt. Het neemt voornamelijk de vorm aan van fysieke agressie (rechtstreekse slagen, maar ook bedreigingen tijdens een aanval ...) of verbale agressie (beledigingen, laster, uitlachen enzovoort).

We hebben het vaak over intimidatie op straat, maar zelden over intimidatie op het werk.

  • Hoeveel gevallen van intimidatie werden er in 2022 geregistreerd in de Brusselse administraties waarvoor u bevoegd bent? Wat is de uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, type en administratie?

  • Hoeveel verzoeken om formele of informele psychosociale interventies zijn er gedaan? Wat zijn de meest voorkomende soorten intimidatie?

  • Wat zijn de cijfers voor het aantal gevallen van intimidatie in elke administratie?

  • Welke maatregelen zijn er genomen om intimidatie op de werkvloer te bestrijden? Wat wordt er gedaan op het gebied van communicatie? Hoe wordt in de mogelijkheid voorzien om een klacht in te dienen en om een formele (of informele) psychosociale interventie aan te vragen? Welke maatregelen worden er genomen met betrekking tot zowel de dader als het slachtoffer van intimidatie?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Hieronder volgt het antwoord van de GOB voor alle Brusselse overheidsdiensten, waaronder Brussel Huisvesting en equal.brussels:


De in 2022 door de EDPBW (Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk) geregistreerde formele en informele psychosociale interventies met betrekking tot ongewenst gedrag op het werk betreffen:

- 12 informele psychosociale interventiedossiers (11 voor advies en opvang en 1 interventie);
- 1 formeel psychosociaal interventiedossier voor feiten van geweld of pesterijen op het werk.

De GOB kan geen details geven met betrekking tot leeftijd, geslacht enz. want de EDPBW mag deze informatie niet doorgeven. De wetgeving legt op dat deze gegevens anoniem moeten worden bezorgd. Bovendien zijn de statistische gegevens van de interventies niet onderverdeeld per dienst om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de informatie en van de personeelsleden die stappen ondernomen hebben.


Er moet ook worden beklemtoond dat niet elke aanvraag met betrekking tot ongewenst gedrag op het werk (pesterijen) of de vermelding ervan in een risicoanalyse beantwoordt aan de wettelijke definitie van "ongewenst gedrag op het werk".



Wat betreft de maatregelen die zijn genomen om pestgedrag op het werk te bestrijden:

·
Primaire preventiemaatregelen:

ü
Preventieve gesprekken (DHR)
Tussen een en drie maanden nadat een personeelslid in dienst getreden is, wordt systematisch een integratiegesprek voorgesteld om eventuele risico's vooraf op te sporen en het onthaal van nieuwkomers te verbeteren.
Telkens een personeelslid binnen de organisatie van dienst verandert, wordt een mobiliteitsgesprek voorgesteld om de reden voor deze verandering van dienst en eventuele risico's te achterhalen.
Tot slot wordt ook een exitgesprek aangeboden als een personeelslid vertrekt (bij vrijwillig ontslag of intraregionale mobiliteit) om na te gaan waarom dit personeelslid de GOB verlaat.
Al deze gesprekken vinden uiteraard individueel en in alle vertrouwelijkheid plaats (overeenkomstig de AVG-regelgeving).

ü
Globale risicoanalyse (EDPBW)
Volgens de guidelines van de EDPBW vindt minstens om de vijf jaar een globale analyse van de psychosociale risico's plaats. Deze analyse behelst de hele GOB en betreft altijd het lopende jaar (om een beeld te kunnen schetsen van de situatie op een bepaald moment). Deze analyse neemt de vorm aan van een enquête over het welzijn die naar alle personeelsleden wordt gestuurd. Als er voldoende personeelsleden aan deelnemen, is het mogelijk een globale tabel van de organisatie op te stellen en de risico's te definiëren op macroniveau. De laatste psychosociale risicoanalyse werd eind 2021 binnen de GOB opgestart. Alle directies binnen de GOB werken aan de uitvoering van hun actieplannen en de impact van hun actieplan zal tussen eind 2023 en begin 2024 worden gemeten aan de hand van een enquête die is afgestemd op het actieplan van elke directie.

ü
Opleiding van het management
Voor de volledige hiërarchie van de GOB worden opleidingen georganiseerd met betrekking tot de verantwoordelijkheid van leidinggevenden op het vlak van welzijn op het werk. Elk jaar wordt een ander niveau van leidinggevenden uitgenodigd om hieraan deel te nemen.

ü
Opleiding van de personeelsleden
Ieder personeelslid dat in dienst treedt, krijgt van zijn welzijnsbegeleider een voorstelling van de welzijnsactoren en van het preventiebeleid van de GOB, en daar wordt tijdens de eerste maanden van de indiensttreding nog uitgebreider op teruggekomen door middel van een opleiding.
ü
Jaarlijks actieplan welzijn op het werk en veiligheid
Zoals de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bepaalt, wordt het jaarlijkse actieplan welzijn ieder jaar voorgesteld en gevalideerd door de directieraad, de vakbonden en andere welzijnsactoren, waarna het voorgesteld wordt aan de managementteams van de verschillende besturen. Dit actieplan wordt jaarlijks geëvalueerd zoals de wetgeving het bepaalt. Het plan houdt jaarlijks rekening met de resultaten van de uitgevoerde psychosociale risicoanalyses en met de risico's die tijdens de gesprekken naar boven kwamen.
·
Secundaire preventiemaatregelen:

ü
Strijd tegen pesterijen

Elk personeelslid dat meent psychische schade te hebben geleden, eventueel gepaard met lichamelijke schade, voortvloeiend uit psychosociale risico's op het werk, waaronder onder meer geweld, pesterijen of ongewenste intimiteiten op de werkvloer, kan een beroep doen op de interne procedure in het kader van een verzoek om een psychosociale interventie.

De interne procedure laat het personeelslid toe bij een vertrouwenspersoon of bij de preventieadviseur psychosociale aspecten te verzoeken om hetzij een informele, hetzij een formele psychosociale interventie.


Wanneer het verzoek om formele psychosociale interventie, nadat het aanvaard is door de preventieadviseur psychosociale aspecten, wordt overgemaakt aan de hoge hiërarchie van de GOB, kan die beslissen een risicoanalyse uit te voeren met het oog op het nemen van de gepaste maatregelen of zelf onmiddellijk maatregelen te treffen.


Als het verzoek ongewenst gedrag op de werkvloer betreft en het om een formeel verzoek gaat betreffende individuele psychosociale risico's, zal de preventieadviseur psychosociale risico's ambtshalve een onderzoek instellen. De werkgever moet hierover dus geen beslissing nemen. Indien de preventieadviseur psychosociale aspecten meent dat de situatie te gevaarlijk is, kan hij beschermende maatregelen voorschrijven om de verzoeker en/of de betrokken personen te beschermen, zelfs vóór het onderzoek van start gaat.



We beklemtonen ook dat elk verzoek om een formele psychosociale interventie voor geweldfeiten, pesterijen of ongewenste intimiteiten op de werkvloer bij de GOB met de grootste aandacht wordt behandeld, overeenkomstig de procedure beschreven in afdeling 5 van hoofdstuk II van titel 3 van boek I van de codex over het welzijn op het werk.
Zodra er een formeel verzoek voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenste intimiteiten op het werk is ingediend, worden de verzoeker en alle getuigen gedurende 12 maanden beschermd tegen ontslag om eventuele represailles te vermijden.

ü
Welzijn op het werk gesprekken (HR Afdeling Welzijn op het Werk)
Naast de procedure beschreven in de wetgeving rond welzijn op het werk, heeft de GOB binnen haar organisatie een dienst welzijn op het werk opgericht. De werknemers van de GOB kunnen rekenen op de dienst Welzijn op het Werk om naar hen te luisteren of hen te ondersteunen wanneer ze zich niet goed voelen. Mits goedkeuring van de medewerker kunnen de begeleiders tussenkomen op het niveau van de hiërarchische lijn, de hiërarchie op de hoogte brengen van de feiten maar vooral de medewerker begeleiden om zijn welzijn op het werk te verbeteren.

·
Tertiaire preventiemaatregelen:
ü Analyse van specifieke risico's (collectieve situaties)
Directies die naar aanleiding van de globale risicoanalyse hoger scoren op het gebied van pesterijen worden door Mensura aan een bijkomende specifieke analyse onderworpen. Er zullen met elk personeelslid individuele en vertrouwelijke gesprekken worden gevoerd en de resultaten van die analyses worden voorgesteld aan het BOC (CPBW).

ü Andere interventies door de preventieadviseur psychosociale aspecten (Mensura)

Voor eender welke situatie van individueel of collectief onbehagen op het werk blijft een interventie door een preventieadviseur psychosociale aspecten van Mensura mogelijk (volgens de hierboven vermelde procedure). Dit gebeurt altijd op vraag van het betrokken personeelslid/de betrokken personeelsleden.
·
Communicatie:
Er worden tal van mededelingen gedaan binnen de GOB om het voltallige personeel eraan te herinneren dat er bevoegde personen aanwezig zijn ter preventie van psychosociale risico's, onder meer via de intranetpagina's die alle personeelsleden kunnen raadplegen. De contactgegevens van de diensten verschijnen regelmatig op de schermen op elke verdieping van de Iris Tower (digital signage) en worden herhaald bij elk sensibiliseringsevenement (themamiddagen), toespraken, gelegenheden waarbij, of informatiedragers waarvoor een herinnering aan de contactgegevens noodzakelijk is (overlijden van een personeelslid, interne vaststelling van psychosociale problemen, enz.).