Schriftelijke vraag betreffende uitgaven van de openbare vastgoedmaatschappijen voor de onroerende voorheffing
- Indiener(s)
- Joëlle Maison
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1212)
Datum ontvangst: 10/06/2023 | Datum publicatie: 20/09/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 08/09/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
15/06/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement | ||
08/09/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Elk jaar moeten openbare vastgoedmaatschappijen (OVM's) roerende voorheffing betalen op alle woningen die ze bezitten. Ze genieten echter een verlaagde gewestelijke aanslagvoet van 0,8% (in plaats van 1,25%). Toch vormt de betaling van de onroerende voorheffing een belangrijke uitgavenpost voor de OVM’s.
1- Kunt u het totale bedrag aangeven dat de Brusselse OVM's in het aanslagjaar 2022 moesten betalen aan onroerende voorheffing op alle woningen die ze verhuurden? 2- Kunt u ons ook een tabel bezorgen met voor elk van de zestien Brusselse OVM's het totale bedrag dat werd uitgegeven aan onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2022? 3- Kunt u ons een raming geven van het relatieve gewicht van de uitgaven voor de betaling van de onroerende voorheffing in de totale uitgaven van de OVM's in 2022? |
Antwoord | Het totale bedrag dat de Brusselse OVM's in het aanslagjaar 2022 hebben moeten uitgeven om de onroerende voorheffing op alle door hen te huur gestelde woningen te betalen, bedroeg 24.120.842,96 euro. In bijlage vindt u een tabel met voor elk van de 16 OVM's het totale bedrag van de uitgaven in verband met de betaling van de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2022, alsook een raming van het relatieve gewicht van de uitgaven in verband met de betaling van deze voorheffing in de totale uitgaven van de OVM's. |