Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanleg van een voetgangers-fietserspad als onderdeel van het stadsvernieuwingscontract (SVC) 6

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1071)

 
Datum ontvangst: 14/06/2023 Datum publicatie: 30/08/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 18/07/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/06/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De bewoners van de J. Debeckerstraat zijn een petitie gestart tegen de aanleg van een voetgangers-fietserspad aan de achterkant van de gebouwen in hun straat, met uitzicht op de spoorweg.

Deze aanleg zal immers leiden tot de verdwijning van moestuinen, composthopen, bijenkorven, bomen enzovoort en dus tot de verdwijning van een eiland van koelte en biodiversiteit.

  • Welk overleg is er geweest met de omwonenden? Hoeveel vergaderingen zijn er gehouden en wat waren de resultaten?

  • Wat is de verdeling van het budget voor dit voetgangers-fietserspad als onderdeel van het SVC6?

  • Wat zijn de volgende stappen in dit project?

  • Hoe wordt er tegemoetgekomen aan de ongerustheid van de omwonenden?

  • Hoe past dit voetgangers-fietserspad in de gewestelijke doelstellingen inzake vergroening, koelte-eilanden en behoud van de biodiversiteit?

  • In het kader van het project wijst Beliris erop dat "de alternatieve routes nog steeds relevant zijn, maar niet uitgewerkt, en dat die niet zijn meegedeeld aan de gemeente Koekelberg, wat de mogelijkheden van deze gemeente om een volledig geïnformeerd advies uit te brengen aanzienlijk beperkt". Wat zijn deze alternatieve routes en waarom worden ze niet gevolgd?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Wat het project op zich betreft:
moet eerst en vooral worden opgemerkt dat de aanleg van de fietssnelweg C223 (lijn L28) een operatie is "gekoppeld" aan het SVC 6 maar die niet gefinancierd wordt in het kader van het SVC. De aanleg van de fietssnelwegen wordt namelijk exclusief gefinancierd door het Mobiliteitshoofdstuk van Beliris. Het SVC 6 financiert voor een deel een "wandel- en fietspad", het zogenaamde pad van de Leiestraat tussen Belgica en de brug van Jette, dat dus buiten de scope van uw vraag valt.

De fietssnelweg C223 zal het noorden van Brussel (Laken / Jette) verbinden met de zuidelijke gemeenten (Anderlecht) en aansluiten op de fietssnelwegen in het Vlaams en Waals Gewest. Hij zorgt voor nieuwe fiets- en voetgangersverbindingen die de Brusselse wijken en gemeenten ten goede zullen komen. Het is ook de bedoeling om langs deze fietssnelwegen nieuwe groene ruimten in te richten. Beliris heeft al een aantal geslaagde voorbeelden daarvan verwezenlijkt, zoals de verbinding Waver-Viaduct in Elsene. Het principe bestaat erin dat de fietssnelwegen de bestaande spoorweglijnen van Brussel volgen langsheen de spoorwegberm. Op die manier worden snelle verbindingen tot stand gebracht zonder dat daarom bijvoorbeeld parkeerplaatsen of openbare ruimten moeten verdwijnen in de wijken.

Voor de moestuintjes achter de Jules Debeckerstraat moet wel worden opgemerkt dat ze zich op eigendommen van de NMBS bevinden. De fietssnelweg zal slechts een klein deel van deze ruimten beslaan, vooral dan die vlak naast de sporen. De fietssnelwegen langs de spoorbermen en de sporen zijn onmiskenbaar van collectief openbaar nut.
Wat uw vragen betreft over hoe de geplande fietssnelweg aansluit bij de gewestelijke doelstellingen inzake vergroening, het creëren van koelte eilanden en het behoud van de biodiversiteit:
is het altijd moeilijk om een evenwicht te vinden dat alle gewestelijke openbare belangen verzoent: vergroening, biodiversiteit, … maar ook duurzame mobiliteit, betaalbare woningen, parkeren, levenskwaliteit, enz. De gewestelijke doelstellingen zijn niet te herleiden tot een enkele materie of een enkele ideologie. De fietssnelwegen vormen ook één van de talrijke elementen in de transitie naar een duurzamere stad.
De architecten en ingenieurs die verantwoordelijk zijn voor de aanleg van de fietssnelwegen (Dessin & Construction - VVV Architectes) - ingehuurd door de federale overheid Beliris - zijn met name gekozen vanwege hun expertise op het gebied van duurzaamheid. Ze denken na over de waterdoorlatendheid van de fietssnelwegen en maken gebruik van nieuwe technieken om de ecologische waarde van de zones die de fietssnelwegen doorkruisen zoveel mogelijk te verhogen.

Er moet ook gewezen worden op het feit dat het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling sterk de nadruk legt op de nood aan duurzame continuïteit op gewestelijke schaal. Uit het participatieproces kwam naar voren dat de ontwikkeling van actieve vervoerswijzen een prioriteit is. Het park L28 (tussen Belgica en Pannenhuis) was het startpunt van dit proces; de uitvoerbaarheidsstudies van Beliris vormen hierop het logische vervolg.

Voorts valt op te merken dat de sector waar u in uw vraag naar verwijst kampt met een invasieve plant, de Japanse duizendknoop, die weinig ecologische waarde heeft. Het is de bedoeling dat deze invasieve plant verdwijnt en dat de aanleg van de fietssnelweg plaats biedt aan kwalitatief betere groene ruimten.
Wat uw vragen betreft over het overleg met omwonenden en over het wegnemen van hun bezorgdheden, over toekomstige fasen en mogelijke alternatieve trajecten:
werkt Beliris momenteel aan de uitvoerbaarheidsstudies per sectie, voor een totaal project van ongeveer 6,5 km. Sommige secties zijn verder gevorderd dan andere.
Er liggen 2 secties binnen de perimeter van SVC 6: het stuk tussen Belgica en Simonis en het stuk tussen Simonis en Ossegem.
Beliris werkt nog aan de studies voor deze 2 secties en beschikt nog niet over alle technische gegevens om te bevestigen dat de aanpassing van de spoorwegberm haalbaar is. Volgens Beliris is de studie nog niet gedetailleerd genoeg om de omwonenden uitgebreid te informeren. Om die reden heeft Beliris nog geen bijeenkomsten georganiseerd met de buurtbewoners. Maar dat is wel de bedoeling, om een win-winoplossing te vinden waarbij alle belangen zo goed mogelijk op elkaar zijn afgestemd. De teams van Beliris hebben begrip voor de bezorgdheid van de buurtbewoners en wijzen erop dat het de bedoeling is om zoveel mogelijk moestuinen te behouden.
De voorlopige planning voor de sector Simonis-Ossegem ziet er voorlopig als volgt uit: na de zomer van 2023 zal Beliris contact opnemen met de buurtbewoners om toegang te krijgen tot hun tuinen om de weerslag op de tuingrenzen te evalueren en zal het geotechnische tests laten uitvoeren op de gronden van de NMBS om het draagvermogen van de bodem te bevestigen; eind 2023, indiening van de aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning; start van de werken in 2025.

Tot slot werden de alternatieve routes voor de fietssnelwegen bestudeerd naar aanleiding van de vorige uitvoerbaarheidsstudies. Daarbij bleek dat het tracé langs het spoor de meest aangewezen keuze was omdat:
· de continuïteit van het traject behouden blijft, d.w.z. een comfortabele en veilige verbinding van het noorden naar het zuiden van Brussel die aansluit op de andere gewestelijke fietssnelwegen en zorgt voor snelle verbindingen voor fietsers en voetgangers in de Brusselse wijken en gemeenten.

· de verkeersveiligheid is gewaarborgd: fietsers en voetgangers komen zo min mogelijk in conflict met automobilisten. Bovendien is er weinig invloed op het aantal parkeerplaatsen dat moet verdwijnen ten voordele van de fietssnelwegen.
· Ten slotte zal de aanleg van fietssnelwegen zuurstof geven aan de Brusselse wijken omdat de spoorwegbermen en de braakliggende terreinen van de NMBS en Infrabel langs de spoorlijnen momenteel niet gebruikt worden door het publiek. En zoals hierboven vermeld, biedt de aanleg van fietssnelwegen ook de mogelijkheid om bijkomende kwaliteitsvolle groene ruimten te creëren.
Voor het overige kunt u steeds contact opnemen met Beliris en met de Federale Minister bevoegd voor de Samenwerkingsakkoorden Beliris.