Schriftelijke vraag betreffende het wetsontwerp van de federale regering tot wijziging van het oude Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de verkoop van levende dieren
- Indiener(s)
- Victoria Austraet
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1193)
Datum ontvangst: 14/06/2023 | Datum publicatie: 30/08/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 07/07/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
20/06/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Begin juni 2023 trok GAIA, samen met de UWPA en de FéFRACAF - de coalities die de belangrijkste asielen en dierenbeschermingsverenigingen in Franstalig België verenigen - aan de alarmbel over een wetsontwerp dat was ingediend door de federale regeringsleden Pierre-Yves Dermagne, Vincent Van Quickenborne en Alexia Bertrand. Bij het lezen van het advies van de Raad van State over het wetsontwerp vernemen we ook dat de drie gewestelijke ministers van Dierenwelzijn evenmin voorstander zijn van de tekst. Zo zou u met name geoordeeld hebben dat de invoering van een garantieregeling voor de verkoop van dieren onder de wetgeving inzake dierenwelzijn valt en niet onder het Burgerlijk Wetboek, dat het wetsontwerp geen rekening houdt met het evenredigheidsbeginsel en dat de bepalingen ervan een grote impact dreigen te hebben op de bevoegdheid inzake dierenwelzijn. Kunt u uitleggen op welke manier de gewestelijke ministers van Dierenwelzijn werden geraadpleegd bij het opstellen van deze tekst? |
Antwoord | Het advies van de gewestministers bevoegd voor Dierenwelzijn over een wetsontwerp tot regeling van de wettelijke waarborg voor de verkoop van levende dieren aan consumenten werd in 2022 aangevraagd door het kabinet van mevrouw De Bleeker, staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming. Bij deze gelegenheid hebben de drie gewestministers bevoegd voor Dierenwelzijn gezamenlijk geantwoord aan mevrouw De Bleeker om haar aandacht te vestigen op het feit dat, naar onze mening, de creatie van een waarborgstelsel voor de verkopen van dieren eerder valt onder de wetgeving over dierenwelzijn dan onder het Burgerlijk Wetboek. Bijgevolg werd gevraagd dat een juridische analyse zou worden uitgevoerd over de kwestie van de bevoegdheidsverdelende regels vastgesteld in de Grondwet, alsook in de wetten betreffende de Belgische instellingen. De Raad van State heeft echter de bevoegdheid van de federale overheid over deze thematiek bevestigd en momenteel voeren de gewestkabinetten analyses uit om uit te zoeken welk gevolg kan worden gegeven aan deze kwestie. Tegelijk volgen we de ontwikkelingen en de evolutie van het ontwerp dat heden in de Kamer van volksvertegenwoordigers besproken wordt, aandachtig. |