Schriftelijke vraag betreffende de tussentijdse evaluatie van de uitvoering van de beheersovereenkomst 2021-2025 van niveau 1 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de BGHM
- Indiener(s)
- Joëlle Maison
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1223)
| Datum ontvangst: 24/06/2023 | Datum publicatie: 20/09/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 08/09/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 28/06/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | Artikel 43 van de Brusselse Huisvestingscode bepaalt dat de beheersovereenkomstvan niveau 1 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) wordt gesloten voor een periode van vijf jaar en dat de partijen na het derde jaar een gemeenschappelijke tussentijdse evaluatie van de overeenkomst moeten maken, die tot aanpassingen kan leiden. Ter herinnering: de huidige beheersovereenkomst van niveau 1 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de BGHM is van kracht geworden begin 2021 en loopt eind 2025 af. In principe moeten de gewestregering en de BGHM eind 2023 een tussentijdse evaluatie maken van de uitvoering van de beheersovereenkomst.
1- Hebben de Brusselse Gewestregering en de BGHM al een overheidsopdracht uitgeschreven voor de selectie van de externe dienstverlener die zal instaan voor de tussentijdse evaluatie van de uitvoering van de beheersovereenkomst van niveau 1 voor de periode 2021-2025? Zo ja, hoeveel inschrijvers hebben een offerte ingediend? Welke offerte werd uiteindelijk geselecteerd? 2- Op basis van welke criteria werd de externe dienstverlener geselecteerd aan wie de evaluatieopdracht uiteindelijk werd gegund? Kunt u de methodologische aanpak beschrijven die de dienstverlener zou moeten volgen? 3- Wat zijn de totale kosten van de evaluatieopdracht? |
| Antwoord | Artikel 43 van de Brusselse Huisvestingscode bepaalt inderdaad dat aan het einde van het derde jaar een gezamenlijke evaluatie van de beheersovereenkomst wordt uitgevoerd, die aanleiding kan geven tot aanpassingen. In de beheersovereenkomst 2021-2025 wordt echter niet voorzien in de inschakeling van een externe consultant om deze tussentijdse evaluatie uit te voeren. De BGHM beschikt over voldoende expertise om deze taak in samenwerking met mijn kabinet uit te voeren. Bovendien zal dit verslag worden voorgelegd aan de leden van het in artikel 54 bedoelde opvolgingscomité. Voor deze specifieke beheersovereenkomst zal het eindverslag worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur van de BGHM op 21.12.2023. |