Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de werkzaamheidsgraad volgens de oorspronkelijke nationaliteit

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1206)

 
Datum ontvangst: 21/06/2023 Datum publicatie: 30/08/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 26/07/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/07/2023 Ontvankelijk p.m.
26/07/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   
Statbel heeft een onderzoek uitgevoerd dat de werkzaamheidsgraad van de personen in België tussen 2003 en 2022 analyseert en focust op alle categorieën van herkomst: België, EU-landen, Turkije, Maghreb, subsaharaans Afrika enz.

Er wordt weliswaar een algemene verbetering van de werkzaamheidsgraad voor die categorieën vastgesteld, maar er zijn nog steeds grote verschillen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Terwijl de werkzaamheidsgraad van autochtone Belgen, personen uit de 'oude' EU-landen (zoals Italië en Frankrijk) en personen uit de recentste EU-landen (zoals Polen of Bulgarije) meer dan 70% bedraagt, ligt de werkzaamheidsgraad van personen van buiten de EU (Turkije, Maghreb en subsaharaans Afrika) lager dan 60%.

Deze cijfers zijn meer dan alarmerend. Daarom wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Beschikt u over cijfers die uitsluitend betrekking hebben op het Brussels Gewest?

  • Welke verschillende factoren zouden het verschil in werkzaamheidsgraad tussen de  bevolkingsgroepen verklaren?

  • Welke begeleidingsmaatregelen heeft de Brusselse regering getroffen om bepaalde groepen in optimale omstandigheden aan het werk te helpen?

  • De werkzaamheidsgraad daalt wanneer het om vrouwen gaat. Welke inspanningen heeft de Brusselse staatssecretaris voor gelijke kansen geleverd om dat probleem aan te pakken?

 
 
Antwoord   

Gegevens over de tewerkstellingsgraad van Brusselaars volgens de herkomstnationaliteit tonen:
- een werkzaamheidsgraad van 72,6% voor Brusselaars van Belgische origine;
- een werkzaamheidsgraad van 46,8% voor Brusselaars van buiten de Europese Unie.
Dit cijfer wordt echter sterk onderschat, aangezien de gegevens van de KBSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) geen rekening houden met de internationale tewerkstelling, die zeer hoog is in Brussel.



Voor Brusselaars zien we dus een verschil van 28,8% tussen deze twee groepen.
De werkzaamheidsgraad van Brusselaars van niet-Europese origine ligt 28,8 procentpunten lager dan die van Brusselaars van Belgische origine.
Hoewel het mogelijk is om een aantal individuele kenmerken te vermelden, zoals een gebrek aan kennis van de landstalen, lage kwalificaties of de niet-erkenning van in het buitenland behaalde diploma's, moet om dit fenomeen van ‘ondertewerkstelling’ te verklaren ook rekening worden gehouden met alle structurele fenomenen die de socioprofessionele inschakeling beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld de reproductie van sociale ongelijkheden in de ongelijkheden op het vlak van onderwijs (en dus bij het behalen van diploma's).
Er moet ook op worden gewezen dat voor mensen uit Latijns-Amerika, Afrika bezuiden de Sahara en Noord-Amerika de kloof tussen mannen en vrouwen in termen van werkgelegenheid en participatie vergelijkbaar is met, of kleiner is dan, die voor immigranten uit de EU. De kloof is echter ongeveer twee keer zo groot voor immigranten uit het Nabije en Midden-Oosten, de Maghreblanden en Turkije (EU-kandidaat-landen). Bovendien is de participatiekloof nog breder dan de tewerkstellingskloof. Met andere woorden, een groot deel van de tewerkstellingskloof kan verklaard worden door het feit dat vrouwen uit deze landen niet toetreden tot de arbeidsmarkt. Deze landen behoren ook tot de landen waar vrouwen over het algemeen minder participeren op de arbeidsmarkt (NBB, 2020).
Het verschil in werkloosheidsgraad tussen Belgische onderdanen en mensen met een diverse achtergrond (8,2% voor eerstgenoemden, 20,6% voor mensen van niet-Europese origine) bewijst dat er een opleidingskloof is en ook een sterke discriminatie van mensen van buitenlandse origine. Dit vraagt om een actief beleid om vaardigheden te verbeteren, en dus om opleiding, en om een beleid om discriminatie op grond van afkomst te bestrijden.
Discriminatie bij aanwerving blijft ook bestaan.




De Brusselse Regering engageert zich om alle Brusselaars te begeleiden naar werk, ongeacht hun individuele kenmerken.

Deze trends bevestigen dat we in het Brussels Gewest te maken hebben met een uitdaging op het vlak van vaardigheden en niet op het vlak van tewerkstelling.
Daarom zal Actiris, op basis van de nieuwe opdracht die de Regering aan Actiris heeft toevertrouwd, werkzoekenden systematisch een beoordeling van hun professionele, taalkundige en digitale vaardigheden aanbieden als basis voor begeleiding. Deze competentiebalans zal geleidelijk aan worden uitgevoerd, met voorrang voor jongeren, werkzoekenden die langer dan 12 maanden ingeschreven zijn en vrouwen.
Het Brussels Gewest heeft een proactief beleid ontwikkeld om discriminatie bij aanwerving tegen te gaan en diversiteit op de arbeidsmarkt te bevorderen.
Ik wil u eraan herinneren dat het gewestelijk plan van 15 verbintenissen om discriminatie bij aanwerving te bestrijden en diversiteit op de arbeidsmarkt te bevorderen, dat in maart 2022 door de Brusselse Regering werd aangenomen, tot doel heeft discriminerende verschijnselen beter in kaart te brengen om slachtoffers van discriminatie en de meest discriminerende werkgevers beter te kunnen bijstaan.
Op dit vlak werden al verschillende acties gerealiseerd:
- De ordonnantie “testing” werd aangescherpt en is op 9 juli 2023 van kracht geworden. Discriminatietests zijn nu eenvoudiger en kunnen proactief ter plaatse worden uitgevoerd door een betere samenwerking tussen de GWI en Actiris.

- Het indienen van een klacht werd eenvoudiger gemaakt door het mogelijk te maken om klachten niet alleen bij Actiris, Unia en de IGVM te ontvangen, maar nu ook rechtstreeks op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid.

De Brusselse Regering ijvert ook voor de inschakeling van de werkzoekenden die het verst van de arbeidsmarkt af staan door de maatregelen voor tewerkstellingssteun te evalueren om ze doeltreffender te maken. Op basis van het overleg met Brupartners over de gedeelde prioriteiten zal in het najaar een voorstel tot aanpassing aan de Regering worden voorgelegd.






Het Gewest heeft een aantal thematische plannen goedgekeurd om de tewerkstelling voor bepaalde zogenaamde kwetsbare groepen te verhogen. Specifiek voor vrouwen zijn er verschillende tewerkstellingsmaatregelen in:


- Het Brussels plan voor gender mainstreaming en gelijkheid tussen vrouwen en mannen: er werden vier acties ontwikkeld om de genderdimensie te integreren in het werkgelegenheidsbeleid.

- Het plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen: twee acties (acties 23 en 24) werden ontwikkeld om werkgevers in de publieke sector te informeren en bewust te maken en om de strijd tegen geweld en intimidatie op het werk te integreren in diversiteitsplannen. Actiris is als stuurinstantie of partner bij deze acties betrokken.
- Deze acties worden op verschillende niveaus uitgevoerd, zoals het opstellen van een toolbox in het kader van het diversiteitsplan; de witte lintjesactie binnen Actiris; de deelname aan het CEASE netwerk; de samenwerking met stakeholders aan bewustmakingsacties (seksisme en intimidatie op het werk, huiselijk geweld, enz.).

- Het Brussels plan ter ondersteuning van eenoudergezinnen: Er werden vijf acties (15-16-17-18-19) ontwikkeld om de intrede van alleenstaande ouders op de arbeidsmarkt en hun beroepsopleiding te ondersteunen.


Tot slot heb ik er in het kader van mijn bevoegdheden voor gezorgd dat er een extra budget beschikbaar is voor de opening van twee nieuwe kinderdagverblijven van Actiris om ouders, voornamelijk vrouwen, te ondersteunen bij hun studiehervatting of bij hun intrede op de arbeidsmarkt.

Een van de prioriteiten van de Regering blijft de toegang tot de arbeidsmarkt voor alle Brusselaars, ongeacht hun achtergrond, geschiedenis of persoonlijke kenmerken.