Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende een mogelijke handelsovereenkomst tussen Mercosur en de Europese Commissie in juli 2023

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Ans Persoons, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 877)

 
Datum ontvangst: 12/07/2023 Datum publicatie: 27/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 08/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De lijn die de nieuwe president van Brazilië, Lula, volgt, met name in de strijd tegen de klimaatopwarming, plaatst zijn land, de grootste economische macht van de regio, in een positie die meer verenigbaar is met de strategie van de Europese Green Deal.

Het tijdschema van de Commissie krijgt vorm na de verklaring van de Europese Commissaris voor Klimaat waarin wordt gesteld dat de Commissie hoopt in juli een overeenkomst te ondertekenen, vóór de top met Latijns-Amerika op 17 en 18 juli in Brussel.

1 - Hoe staat het met die onderhandelingen?

2 - Welk standpunt verdedigt de Belgische delegatie?

3 - Heeft uw kabinet overleg gepleegd met onze Europese partners om ervoor te zorgen dat wij ons verzetten tegen elk akkoord dat niet in overeenstemming is met uw richtlijnen ter zake?

 

 

 
 
Antwoord    De Europese Commissie wacht momenteel op een antwoord van de Mercosurlanden op een voorstel voor een bijkomend protocol dat de bepalingen betreffende handel en duurzame ontwikkeling (TSD) verduidelijkt, waarbij onder andere de nadruk wordt gelegd op de uitvoering van het klimaatakkoord van Parijs en meer precieze doelstellingen in het kader van de strijd tegen de ontbossing.

Dit protocol zou ook een proces van herziening van delen van het akkoord bevatten om meer garanties te verkrijgen met betrekking tot de effectieve uitvoering van de verschillende bepalingen, inclusief de mogelijkheid tegenmaatregelen te nemen bij gebrek daaraan. De Commissie verzekert dat het protocol dezelfde juridische waarde zal hebben als het akkoord zelf. Het protocol is evenwel niet beschikbaar, waardoor ik hierover ook geen gedetailleerde of definitieve uitspraken kan doen.

Het lijkt er momenteel op dat de Mercosurlanden onderling nog niet tot een akkoord zijn gekomen over dit protocol bij een akkoord waarvan verschillende van die landen al menen dat het bijzonder veel unilaterale bepalingen opneemt in hun nadeel.


Op Belgisch niveau is er momenteel geen overeenstemming. Brussel heeft in lijn met eerdere stellingnames met name opmerkingen geformuleerd over het bindende karakter van het bijkomend protocol en het ontbreken van sancties. Voor Brussel (en Wallonië) gaan de bijkomende inspanningen dus nog niet ver genoeg. De vraag is hierbij onder meer om het hoofdstuk over duurzame ontwikkeling en handel integraal in het aanvullende protocol over te nemen. Vlaanderen wil het akkoord wel snel afronden en gaat niet akkoord met de Brusselse standpunten.



Ik herinner er ook aan dat de Brusselse Regering met haar beslissing op 02/07/2020 haar voorwaarden reeds heeft gedefinieerd die een eventuele goedkeuring van het betrokken handelsverdrag moeten toelaten. Ik verwijs hiervoor ook naar de commissie Europese Aangelegenheden van o.a. 15/3/2021 waar deze besproken werden.

De Brusselse Regering is dus een sterke voorstander van een aangehecht protocol dat ervoor moet zorgen dat de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling effectief een meer afdwingbaar karakter krijgen.


In zoverre u met partners naar andere Europese overheden verwijst, kan ik u meedelen dat er vanuit het kabinet geen rechtsreeks overleg wordt gepleegd over dit akkoord. Brussel houdt zich dan ook aan de afspraken rond intra-Belgische afstemming waarbij het de federale staat is die de handelsonderhandelingen voert op basis van een gezamenlijk standpunt en we daarom vooral hard moeten werken aan het bouwen aan een consensus met de gewestelijke en federale partners.