Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de tram- en busongevallen

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1681)

 
Datum ontvangst: 12/07/2023 Datum publicatie: 27/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 08/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Zoals alle transportmiddelen zijn trams en bussen van de MIVB betrokken bij ongevallen, of ze nu op eigen bedding of op dezelfde weg als andere weggebruikers.

Hoewel trams voorrang hebben, worden ze soms geconfronteerd met obstakels die helaas moeilijk te ontwijken zijn omwille van de aanzienlijke remafstand, vooral door de grootte van deze voertuigen.

  1. Welke afstand is nodig om een tram, afhankelijk van het model,  tot stilstand te brengen, bij en snelheid van 20km/u, 30km/u, 40km/u of 50km/u?

  2. Hoeveel aanrijdingen met trams vonden er plaats in 2021, 2022 en de eerste helft van 2023? Kunt u deze aanrijdingen uitsplitsen naar het type betrokken gebruiker (automobilist, fietser/stepgebruiker, voetganger, vrachtwagen enz.) en, indien van toepassing, de ernst van de gevolgen van deze ongevallen (zwaargewonden of doden)?

  3. Hoeveel aanrijdingen met bussen vonden er plaats in 2021, 2022 en de eerste helft van 2023? Kunt u deze aanrijdingen uitsplitsen naar het type betrokken gebruiker (automobilist, fietser/stepgebruiker, voetganger, vrachtwagen, enz.) en, indien van toepassing, de ernst van de gevolgen van deze ongevallen (ernstig letsel of dodelijke slachtoffers)?

 
 
Antwoord    Remafstanden:

De gemiddelde remafstand van trams hangt af van verschillende externe factoren, zoals weersomstandigheden, de helling en de lading in het voertuig.
Een tram is een zwaar voertuig dat op sporen rijdt in plaats van op banden, waardoor de gemiddelde remafstand groter is dan voor voertuigen op banden. Daarom organiseert de MIVB elk jaar sensibiliseringscampagnes.
De gemiddelde remafstanden voor een tram (gemiddeld 40 ton leeg, 67 tot 69 ton bij maximale capaciteit), noodremmingen niet meegerekend en in normale weersomstandigheden, zijn als volgt:
- Bij 20 km/u: 17 m
- Bij 30 km/u: 32 m
- Bij 40 km/u: 56 m
- Bij 50 km/u: 85 m

Het aantal ongelukken:

Voor de tram in 2021:

In 2021 registreerde de MIVB 1.117 verkeersongevallen waarbij een van haar trams betrokken was.
Daarvan waren er 1.085 aanrijdingen (aanrijding = botsing van een MIVB-voertuig met een ander voertuig - vrachtwagen, auto, fiets … - of met een vast voorwerp of dier van een derde). Bij 19 aanrijdingen was een fietser of een ander voertuig betrokken.
Bij 26 van de 1.117 verkeersongevallen waren een tram en een voetganger betrokken.
De MIVB registreerde 73 gewonden bij ongevallen met een tram en twee dodelijke ongevallen.
Deze cijfers moeten gezien worden in verhouding tot de totale vloot van de MIVB. In 2021 telde de MIVB in totaal 395 trams, die samen 15,7 miljoen km aflegden. Er gebeuren dus 0,69 verkeersongevallen per 10.000 afgelegde kilometers. Het aantal gewonden bedraagt minder dan één persoon (0,045) per 10.000 km.


Voor de tram in 2022:

In 2022 registreerde de MIVB 1.147 verkeersongevallen waarbij een van haar trams betrokken was. Daarvan waren er 1.109 aanrijdingen. Bij 32 aanrijdingen was een fietser of ander voertuig betrokken.
Bij 33 van de 1.147 verkeersongevallen waren een tram en een voetganger betrokken.
De MIVB registreerde 66 gewonden bij ongevallen met trams en twee dodelijke ongevallen.
Deze cijfers moeten worden gezien in verhouding tot de totale vloot van de MIVB. In 2022 telde de MIVB in totaal 395 trams, die samen 15,5 miljoen km aflegden. Er gebeuren dus 0,7 verkeersongevallen per 10.000 afgelegde kilometers. Het aantal gewonden bedraagt minder dan één persoon (0,041) per 10.000 km.



Voor de bus in 2021:

In 2021 registreerde de MIVB 2.699 verkeersongevallen waarbij een van haar bussen betrokken was. Daarvan waren er 2.669 aanrijdingen. Bij 43 aanrijdingen was een fietser of ander voertuig betrokken.
Bij 26 van de 2.699 verkeersongevallen waren een bus en een voetganger betrokken.
De MIVB registreerde 91 gewonden bij ongevallen met bussen en geen dodelijke slachtoffers.

Deze cijfers moeten gezien worden in verhouding tot de totale vloot van de MIVB. In 2021 telde de MIVB in totaal 862 bussen, die samen 28 miljoen km aflegden. Er gebeuren dus 0,9 verkeersongevallen per 10.000 afgelegde kilometers. Het aantal gewonden bedraagt minder dan één persoon (0,03) per 10.000 km.




Voor de bus in 2022 :

In 2022 registreerde de MIVB 3.006 verkeersongevallen waarbij een van haar bussen betrokken was. Daarvan waren er 2.961 aanrijdingen. Bij 77 aanrijdingen was een fietser of ander voertuig betrokken.
Bij 42 van de 3.006 verkeersongevallen waren een bus en een voetganger betrokken.


De MIVB registreerde 165 gewonden bij ongevallen met bussen en geen dodelijke slachtoffers.

Deze cijfers moeten gezien worden in verhouding tot de totale vloot van de MIVB. In 2022 telde de MIVB in totaal 860 bussen, die samen 30,3 miljoen km aflegden. Er gebeuren dus 0,9 verkeersongevallen per 10.000 afgelegde kilometers. Het aantal gewonden bedraagt minder dan één persoon (0,05) per 10.000 km.



De MIVB maakt geen onderscheid tussen aanrijdingen met personenwagens of met vrachtwagens.
We mogen niet vergeten dat het jaar 2021 zwaar werd getroffen door de Covid-19 gezondheidscrisis, waardoor er veel minder verkeer was in de hoofdstad.

De MIVB heeft geen cijfers verstrekt voor het jaar 2023, omdat het jaar nog niet afgelopen is.