Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de arbeidsomstandigheden van straattaxichauffeurs en de praktijken van Uber.

Indiener(s)
Francis Dagrin
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1099)

 
Datum ontvangst: 20/06/2023 Datum publicatie: 20/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 31/08/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/07/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   
Het taxiplan en de reactie van uw regering op de komst van Uber naar Brussel hebben 7 jaar op zich laten wachten. Ondertussen heeft Uber gestaag de marktaandelen van de sector een voor een veroverd door zijn activiteiten illegaal en op dubieuze wijze uit te oefenen, zoals gebleken is uit de Uber Files en de hoorzittingen van de bijzondere Uber-commissie. Uiteindelijk heeft u een nieuw taxiplan laten goedkeuren met als enig doel Uber en zijn wurggreep op de sector te legitimeren. Vandaag worden de straattaxichauffeurs geconfronteerd met onaanvaardbare praktijken van de multinational Uber, waaronder:

1) gebrek aan transparantie over de ritten: de chauffeurs kennen noch de bestemming noch de prijs van de rit wanneer ze worden opgeroepen. Uber moet deze praktijk onmiddellijk wijzigen om volledige transparantie voor de straattaxichauffeurs te bieden. In Parijs verplicht de wet-LOM, L 1326-2, Uber om die transparantie te bieden. Wat heeft u al ondernomen om ervoor te zorgen dat Uber deze verplichting ook in Brussel nakomt?

2) een zeer hoge commissie voor Uber: Uber neemt momenteel de hoogste commissie van de markt voor straattaxi's, namelijk 25%. Dit percentage, dat door de multinational wordt aangerekend, moet verlaagd worden om het in overeenstemming te brengen met het percentage van andere platformen. Anders zullen alle platformen zich afstemmen op Uber ten nadele van alle chauffeurs en de gebruikers. Wat heeft u al ondernomen om de commissie van Uber tot een fatsoenlijk niveau te verlagen?

3) Onterechte en buitensporige blokkering van bepaalde chauffeurs: de straattaxichauffeurs kunnen op elk moment onterecht geblokkeerd worden zonder enige rechtvaardiging. Na een opmerking van een gebruiker of omdat hij een vakbondseis heeft geformuleerd, kan een chauffeur geblokkeerd worden en kan hij zijn beroepsactiviteit niet meer uitoefenen. Wat heeft u al ondernomen om Uber ertoe te dwingen een einde te maken aan die praktijk?

4) Ongelijkheden tussen straattaxi's en standplaatstaxi's: om chauffeurs die op andere platformen werken, weg te lokken, biedt Uber hun een premie aan die chauffeurs die al voor Uber werken, niet aangeboden krijgen. Waarom kunnen die straattaxichauffeurs niet dezelfde premies en voordelen als de standplaatstaxichauffeurs krijgen? Ze worden gediscrimineerd. Hoe lang gaat u dat nog accepteren?

5) Problematische arbeidsvoorwaarden: sommige van de nieuwe voorwaarden die Uber oplegt aan de straattaxichauffeurs, zijn in strijd met de wetgeving, wat onder meer het gebruik van de talen betreft (bij twijfel heeft bijvoorbeeld de Engelse versie van de voorwaarden voorrang). Wat heeft u al ondernomen om dat te verhelpen?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u de volgende elementen van antwoord mee te delen:

Krachtens de Franse mobiliteitswet waarnaar u verwijst, moeten platformen vooraf vermelden hoeveel de afstand van een voorgestelde rit bedraagt.

Daardoor krijgen de chauffeurs meteen te zien met welke ritten veel te verdienen valt, maar worden er ook meer ritten geweigerd. De chauffeurs “kiezen” immers de ritten die hen het meest opbrengen. Klanten die vragen om een korte en dus minder lucratieve rit uit te voeren, blijven zo in de kou staan.


Andere reserveringstussenpersonen in Brussel delen de afstand van de rit wel mee. De chauffeurs zijn vrij om zich aan te sluiten bij die platformen, die niet dezelfde handelspraktijken als Uber hanteren.


We mogen ons niet bemoeien met de manier waarop de bemiddelingstussenpersonen en hun leden zich tot elkaar verhouden en geen voorwaarden opleggen die indruisen tegen de handelsvrijheid.

Het Gewest is niet bevoegd om te bepalen welk commercieel beleid een bemiddelingstussenpersoon moet voeren en of die bonussen of voordelen aan de nieuwe leden moet toekennen. Dat valt onder de federale wetgeving over handelspraktijken. Dit onderwerp werd al besproken tijdens het goedkeuringsproces van de ordonnantie van 9 juni 2022 in de commissie Binnenlandse Zaken (zie A-541/2, p. 91 en 92).

Het taxiplan biedt chauffeurs echter de mogelijkheid om zich bij een andere, zelf gekozen reserveringstussenpersoon aan te sluiten. Vroeger was dat niet mogelijk. Een van de doelstellingen van de hervorming was om de chauffeurs meer vrijheid te geven ten aanzien van de platformen.

Dankzij het nieuwe taxiplan zijn de chauffeurs beter beschermd tegen tussenpersonen die hun dominante positie misbruiken door hen te verbieden zich bij een andere applicatie aan te sluiten.

U merkt op dat een chauffeur zonder enige rechtvaardiging geblokkeerd kan worden en op die manier zijn beroepsactiviteit kan verliezen. Ik wil er in dat verband eerst en vooral op wijzen dat de beslissing om een chauffeur uit te sluiten weldoordacht gebeurt en nooit genomen wordt “op basis van een commentaar van een gebruiker”. Vooral nu er zo’n groot tekort is aan chauffeurs.

Het Gewest kan een reserveringstussenpersoon overigens niet dwingen om verder samen te werken met een chauffeur die zich niet aan de algemene voorwaarden of aan de regelgeving heeft gehouden.

Indien een chauffeur van oordeel is dat hij het slachtoffer is van een ongegronde beslissing, kan hij zich wenden tot Brussel Mobiliteit dat de reserveringstussenpersoon kan oproepen en zo nodig diens erkenning overeenkomstig artikel 25 van de ordonnantie kan opschorten of zelfs intrekken.

Economische partners zijn ten slotte vrij om te kiezen welke taal zij in hun commerciële betrekkingen gebruiken. De wetgeving over het taalgebruik in sociale betrekkingen is van toepassing op de betrekkingen tussen werkgevers en werknemers. De verhouding tussen een chauffeur en een reserveringstussenpersoon valt daar niet onder.

Het hof van beroep van Brussel boog zich in zijn tussenarrest van 15 januari 2021 over de arbeidsrelatie tussen de chauffeurs die ritten uitvoeren voor UberX en Uber B.V. en kwam tot de conclusie dat “het bewijs van de vereiste arbeidsovereenkomst (…) niet geleverd is”.