Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende luchtkwaliteit in de metro

Indiener(s)
Ingrid Parmentier
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1689)

 
Datum ontvangst: 19/07/2023 Datum publicatie: 20/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 15/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Ik dank u voor uw antwoorden op mijn vraag nr. 12342 over luchtvervuiling in de metro.

Omdat mijn aanvullende vragen nogal technisch waren, stelde u voor dat ik ze schriftelijk zou stellen. Hier komen ze.

In uw antwoord staat dat de metingen van de MIVB betrekking hebben op de beroepsmatige blootstelling aan inhaleerbaar en alveolair stof.

  • Kunt u precies aangeven welke stoffen worden gemeten?

  • Worden met name fijne deeltjes met een diameter van minder dan 2,5 micrometer (PM2,5) en PM10 gemeten? Wat zijn de resultaten?

  • Sinds wanneer worden deze metingen uitgevoerd in het metronet van de MIVB?

  • In welke stations werd tot nu toe gemeten (+ jaar)?

  • Wat betreft de luchttoevoer die wordt gebruikt om verse lucht in de metro te brengen: zijn er luchttoevoerroosters op straatniveau in de directe nabijheid van verkeersroutes (en dus uitlaatpijpen)?

  • Tot slot zou ik willen weten waarom de MIVB de resultaten van deze studies (resultaten per station, indien beschikbaar) niet op haar website publiceert, aangezien ze volgens het antwoord dat ik op mijn vraag nr. 12342 kreeg, geruststellend zijn.

 
 
Antwoord    Zoals reeds vermeld en gespecifieerd in het antwoord op vraag 12342, zijn de gemeten bestanddelen: inhaleerbaar stof, alveolair stof, benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen en CO. De inhaleerbare fractie komt overeen met de fractie van deeltjes die aanwezig zijn in de ademhalingszone en die waarschijnlijk via de neus of mond worden ingeademd, en de alveolaire fractie met de fractie van deeltjes die worden ingeademd en luchtwegen binnendringen voorbij de niet-gecilieerde bronchiën. De alveolaire fractie omvat PM2.5 maar niet PM10, dat deel uitmaakt van de inhaleerbare fractie.
Er worden al ongeveer tien jaar metingen uitgevoerd in het ondergrondse netwerk. Er werd in verschillende stations gemeten, allemaal met zeer vergelijkbare resultaten. De laatste metingen werden uitgevoerd:
- De Brouckère – Q1-2014
- Rogier – Q1-2014
- Montgomery -  Q1-2014
- Maalbeek – Q2-2016
- Vandervelde – Q1-2023
- Ribaucourt – Q1-2023
- Zuidstation – Q1-2023

Stations en tunnels worden geventileerd langsheen de metrolijnen, die rechtstreeks in verbinding staan met de bovengrond, via alle ventilatieroosters die langs de ondergrondse delen zijn geïnstalleerd. Aangezien de metrolijnen in Brussel het tracé volgen van de voornaamste lanen, boulevards of spoorlijnen, worden de luchtinlaten op deze punten gemaakt, zonder onderscheid te maken tussen rijbanen voor auto's of voetgangers.
Zoals u aangeeft, liggen de resultaten van de metingen uitgevoerd met betrekking tot de Belgische wettelijke referenties voor blootstelling van werknemers aan stof en verontreinigende stoffen (codex welzijn op het werk - boek VI titel 1) allemaal ruim onder de maximale toepassingsdrempels, wat betekent dat de luchtkwaliteit goed is.
Gezien de beoordeling van deze resultaten gebeurt ten opzichte van zeer technische reglementaire referenties, is de MIVB van mening dat het contraproductief zou zijn om ze op haar website te publiceren.