Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de overlast veroorzaakt door trams op bepaalde wegen

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1694)

 
Datum ontvangst: 17/07/2023 Datum publicatie: 20/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 08/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   
In verschillende wijken waar trams van de MIVB rijden, is er sprake van trillingen, scheuren en geluidshinder. Sommige buurtbewoners en woningen ondervinden dergelijke overlast, vaak op smalle wegen waar de trams niet in een eigen baan rijden.

Onlangs hebben bewoners van de Steylsstraat in Laken terecht geklaagd over overlast en schade aan hun woningen, vooral omdat de straat zich in slechte staat bevindt en de tramsporen nog niet vernieuwd zijn.

Ik heb de regering al meermaals vragen kunnen stellen over dit soort overlast in bepaalde Brusselse wijken. Het is vaak het type tram en de snelheid die voor overlast kunnen zorgen. Zo zijn de trams van het type T2000 lawaaieriger dan die van het type T3000. De geluidshinder en trillingen zijn vaak recht evenredig met de snelheid van de tram.

In het geval van de Steylsstraat heeft de MIVB geantwoord dat de tramsporen in 2027 volledig vernieuwd zullen zijn, met de installatie van antitrillings- en antigeluidssystemen In afwachting zullen er slijpwerken worden uitgevoerd op de plaatsen waar de tramsporen versleten zijn om de trillingen te verminderen.

  1. Hoeveel "Steylsstraten" zijn er in het Brussels Gewest? Met andere woorden, welke wegen zijn vandaag "zwarte punten” die bijzonder veel hinder van het tramverkeer ondervinden (trillingen, lawaai, scheuren)?

  2. Hoe ziet het tijdschema voor de vernieuwing van de tramsporen eruit? Worden er op elke weg metingen uitgevoerd om de slijtage en mogelijke hinder voor de buurt te beoordelen? Zo ja, hoe worden de wegen geselecteerd en hoe vaak worden de metingen uitgevoerd?

  3. Treft  de MIVB, naast de slijpwerken, nog andere maatregelen om de hinder voor de buurtbewoners en gebouwen te beperken? Zo ja, welke?

 
 
Antwoord   

Het gewest heeft aandacht voor geluids- en trillingshinder en wil de hinder die het openbaar vervoer veroorzaakt maximaal beperken. Daartoe legt een conventie geluid, ondertekend in 2004 tussen de MIVB en Leefmilieu Brussel, drempelwaarden vast die niet mogen worden overschreden bij de vernieuwing van sporen of de uitbreiding van het net. Daarnaast voorziet het contract voor openbare dienst tussen de MIVB en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in preventieve maatregelen: opname van geluidsnormen in het bestek voor de aankoop van voertuigen, onderhouds- en vernieuwingsprogramma voor uitrusting en infrastructuur, enz.

Leefmilieu Brussel heeft een kadaster opgesteld van het geluid, afkomstig van onder meer het openbaar vervoer. Dit laat toe zwarte punten te identificeren, zodat daar actie kan worden ondernomen. Dit kadaster toont trouwens de marginale bijdrage van het openbaar vervoer weer aan het omgevingslawaai in vergelijking met andere geluidsbronnen.

De belangrijkste oorzaken van geluids- en trillingshinder door het openbaar vervoer zijn slijtage van de wielen en sporen door hoge frequenties.

De MIVB implementeert dagelijks maatregelen om de geluids- en trillingshinder veroorzaakt door het stedelijk spoorvervoer te beheersen, zowel preventief als curatief.

- Monitoring sporen en wielen:

De monitoring wordt continu uitgevoerd. Hierdoor kan slijtage en eventuele schade gecontroleerd worden, technische interventies beheerd en, indien nodig, vernieuwingsplannen aangepast. De customer care van de MIVB volgt ook klachten van klanten op. In de meeste gevallen zal een eenvoudige observatie de oorzaak van het probleem detecteren: een plaatselijk defect in het spoor, het loskomen van een plaat, enz.

- Programma technisch interventies:

Het onderhoud, de herstelling en de vervanging van onderdelen die bron van geluid en trillingen zijn, worden dagelijks of zo snel mogelijk uitgevoerd om de veroorzaakte hinder te verminderen of te beperken. Dit werk wordt zowel uitgevoerd op het rollend materieel (herprofileren van de tramwielen) als op onderdelen van de spoorinfrastructuur (in orde maken van wissels en cuvettes, gebogen rails, slijpen van loopvlak van sporen door slijptreinen, invetten van bochten).

Het slijpen van tramsporen om ovaalvorming te beperken wordt georganiseerd in 2 preventieve campagnes van 6 tot 8 weken per jaar, evenals punctueel slijpen als dat nodig is. 

Smeersystemen worden geleidelijk geïnstalleerd op trams en zijn standaard op trams van de "nieuwe generatie". Met dit systeem kan vet op het wiel worden gespoten en tijdens bochten op de sporen worden gedeponeerd, wat een positieve invloed heeft op het contact tussen wiel en spoor. Dit vermindert de wrijving, wat op zijn beurt de slijtage van de rails in bochten vermindert en zo ook het geluid in bochten vermindert.

Sporen met groeven worden minstens twee keer per jaar schoongemaakt (zand verwijderd) om het piepend geluid in bochten te verminderen.

- Tienjarenplan spoor:

Dit plan voorziet in de vernieuwing van gemiddeld 15 km enkelspoor per jaar, plus netwerkuitbreidingen. Prioritaire projecten worden bepaald op basis van parameters voor spoorwegveiligheid en slijtage van het spoor. Het tienjarenplan wordt elke 6 maanden bijgewerkt.

Wanneer er sporen worden vernieuwd, wordt er een geluids- en trillingsimpactstudie uitgevoerd. Op basis hiervan worden de gepaste preventieve maatregelen bepaald: antitrillingsmatten, pads onder de spoorbasis, ingekapselde sporen, zwevende platen, enz.

Wat de structurele impact op gebouwen (stabiliteit, scheuren) betreft, worden meetcampagnes volgens de huidige DIN 4150-3 norm uitgevoerd tijdens de exploitatie, alsook tijdens de ontmanteling van het spoor of de grondwerken op verschillende sites. Tot op heden is altijd aan de criteria voldaan en is de structurele integriteit van de gebouwen behouden gebleven.

Enkele van de locaties die de MIVB nauwlettender in de gaten houdt op het gebied van geluid en trillingen zijn: de Terkamerenboslaan, Derbylaan, het kruispunt Albert/Molière en de Regentschapstraat in de buurt van de Zavel. De complete cartografie van het geluid van het openbaar vervoer zijn beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel.

 

Cartografie van het geluid van stedelijk openbaar vervoer: https://leefmilieu.brussels/burgers/tools-en-data/kaarten/cartografie-van-het-geluid-van-stedelijk-openbaar-vervoer