Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de instemming met CETA

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Ans Persoons, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 887)

 
Datum ontvangst: 24/07/2023 Datum publicatie: 20/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 08/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
31/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   
  1. Wat is de stand van zaken in de ratificatie van CETA?

  2. Wat maakt dat het handelsakkoord in Brussel nog niet goedgekeurd werd? Welke barrières zijn er?

  3. Wordt de ordonnantie ter instemming met het handelsakkoord deze legislatuur nog voorgelegd aan het parlement?

 

 
 
Antwoord    1/

Stand van de procedures op Belgisch niveau:

- Federaal: wet van 05/09/2018;
- Vlaanderen: decreet van 29/06/2018;
- Waals Gewest: procedure op regeringsniveau;
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: procedure op regeringsniveau;
- Franse Gemeenschap: procedure op regeringsniveau;
- Duitstalige Gemeenschap: procedure op administratief niveau.


Stand van de procedures op Europees niveau:

Ratificatie partner: ja (16/05/2017)

Ratificatie op EU-niveau :
- Geratificeerd: AT, CZ, DE, DK, EE, ES, FI, HR, LT, LU, LV, MT, NL, PT, RO, SE, SK (17/27);
- Niet geratificeerd : BE, BG, IE, EL, FR, IT, CY, HU, PL, SL (10/27).












2/3/

Het verdrag in kwestie maakt voorwerp uit van besprekingen die hierover met regelmaat binnen de meerderheid plaatsvinden. Die besprekingen bepalen zowel de prioriteit alsook de politieke opportuniteit om een verdrag voor te leggen aan de regering en het parlement ter instemming.

Gegeven de discretie die gepaard gaat met deze besprekingen, kan ik niet vooruitlopen op welke verdragen er al dan niet deze legislatuur zullen goedgekeurd worden.

In alle geval geldt als algemene leidraad het regeerakkoord dat bepaalt dat aan handels- en investeringsverdragen de voorwaarde verbonden is dat zij sociale en milieubepalingen moeten bevatten met effectieve uitvoerings- en controlemechanismen, naast bepalingen over de naleving van de mensenrechten en de fundamentele normen van de IAO (waaronder de vakbondsrechten van de werknemers).