Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mogelijke verhoging van de milieubelasting op overtollige parkeerplaatsen

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1514)

 
Datum ontvangst: 18/07/2023 Datum publicatie: 10/10/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 28/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

In de algemene beleidsverklaring staat de volgende verbintenis opgenomen: “Het verminderen van het aantal parkeerplaatsen voor kantoorgebouwen is een doeltreffend beleid om het autogebruik voor woon-werkverkeer te verminderen. Om de doeltreffendheid van de bestaande maatregelen met het oog op de modal shift te vergroten, zal de Regering, afhankelijk van de situatie in de wijken, de milieubelasting verhogen die geïnd wordt voor overtollige parkeerplaatsen die niet getransformeerd, verwijderd of gedeeld worden ten behoeve van de bewoners. Het begrip parkeerplaatsen zal worden uitgebreid tot de parkeerplaatsen die gehuurd worden door bedrijven in openbare parkeergarages.”

In het gewestelijk Lucht-, Klimaat- en Energieplan wordt deze verbintenis bevestigd en staat dat er in het kader hiervan een juridische studie werd gelanceerd.

 
  1. In het gewestelijke LKEP staat het volgende: “De huidige parkeerbepalingen in het BWLKE worden niet alleen versterkt, maar er wordt ook gestreefd naar het verzekeren van hun rechtszekerheid.” Het is mij niet geheel duidelijk wat hiermee bedoeld wordt. Kan u dit concretiseren?

  2. Wat zijn de precieze krachtlijnen van de hervorming die u voor ogen heeft?

    1. Wordt het aantal parkeerplaatsen dat een kantoorgebouw mag voorzien verminderd?

    2. In welke mate zal de milieubelasting verhoogd worden? Heeft u al een idee van concrete bedragen? Zo nee, van de grootteorde?

  3. Werd de juridische studie rond dit onderwerp reeds afgerond? Wat zijn de conclusies van de studie?

 

 
 
Antwoord    1.
Zie hiervoor de antwoorden op de derde en vierde vraag.

2.
Sinds de inwerkingtreding van het BWLKE zijn verschillende studies en juridische nota’s uitgevoerd over het onderdeel ‘parkeren’ van het BWLKE, en met name met het oog op het verwezenlijken van de doelstellingen van de regering. Op basis daarvan wordt de sector momenteel geraadpleegd om de grote lijnen van de geplande herziening te bepalen. In dit stadium wordt nog altijd aan het definitieve ontwerp gewerkt. Het is dus moeilijk om uw vraag te beantwoorden.

3.
Zie het antwoord op de tweede vraag hierboven. Dit aspect van de herziening wordt momenteel nog besproken met de sector. Het is dus moeilijk om u in dit stadium een antwoord te geven.

4.
Zoals hierboven vermeld, zijn er de afgelopen jaren verschillende studies en juridische analyses uitgevoerd over het onderdeel ‘parkeren’. De belangrijkste conclusies en voorstellen voor verbetering vormen de basis van een voorontwerp van herziening van het BWLKE, waaraan de administratie momenteel nog altijd werkt.

Dat voorontwerp van herziening is bedoeld om de volgende hoofddoelstellingen te verwezenlijken:
· de efficiëntie van het BWLKE verhogen, en met name het aantal afgeschafte en/of herbestemde parkeerplaatsen, en het aantal overtollige plaatsen dat wordt gehandhaafd in ruil voor de betaling van de belasting verminderen;
· de eerlijke behandeling tussen de uitbaters vergroten door de verschillen in de bedragen van de milieubelasting die van toepassing zijn op ‘de eerste en laatste gebruikers’ te verkleinen;
· de juridische valkuilen die zich sinds de inwerkingtreding van de tekst hebben voorgedaan oplossen, en met name het ontbreken van een kader voor ‘openbare parkeerplaatsen’;
· de administratieve procedures voor het verwerken en opvolgen van de dossiers vereenvoudigen en het delen van parkeerplaatsen tussen meerdere gebouwen vergemakkelijken.

Het document wordt dus gebaseerd op diepgaande analyses en reflecties, maar ook op nauw overleg met de sector. Zodra het zijn definitieve vorm heeft, kan het ter goedkeuring aan de regering worden voorgelegd.