Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het concurrentieverschil per gemeente met betrekking tot de invoering van nieuwe zonale parkeertarieven

Indiener(s)
Clémentine Barzin
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 738)

 
Datum ontvangst: 17/07/2023 Datum publicatie: 10/10/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 28/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Een jaar na de invoering van de nieuwe parkeerordonnantie wil ik u vragen wat de gevolgen zijn van de nieuwe parkeertarieven voor de winkels wat de bezoekersaantallen en concurrentie tussen handelswijken betreft.
  • Hoe beoordeelt u de gevolgen van de parkeerordonnantie voor de Brusselse winkels, vooral in de huidige sociaaleconomische context?

  • Hoe hebben het Gewest en de gemeenten de economische actoren betrokken bij de opsplitsing in tariefzones? Welke contacten onderhoudt u met de handelaarsverenigingen in het kader van de nieuwe structurering van de tariefzones?

  • Wat vindt u van de concurrentie tussen handelswijken waar grote tariefverschillen bestaan?

  • Hoeveel lege cellen telt hub.brussels in die handelskernen? Wat is de evolutie sinds de laatste berekening?

  • Heeft u samen met hub.brussels en/of het Overzicht van de Handel de impact van de wijzigingen van de parkeertarieven op het winkelbezoek gemeten?

  • Heeft u de reële capaciteit van de parkeerterreinen naast de openbare weg in elke handelswijk gecontroleerd, met uitsluiting van de parkeerplaatsen die per maand gereserveerd worden en dus niet beschikbaar zijn?

 
 
Antwoord    Ik nodig u uit om mijn collega Elke Van den Brandt, minister bevoegd voor Mobiliteit, te vragen naar de resultaten van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Overigens zijn het inventariseren van de parkeerplaatsen buiten de openbare weg en het evalueren van de bezettingsgraad ervan opdrachten van parking.brussels. De daarbij gebruikte methodologie kunt u vinden op de website van het Parkeerobservatorium:
https://data.mobility.brussels/nl/info/parkingonstreet_demand/

Ik zal hier dan ook alleen de vragen beantwoorden die onder mijn bevoegdheden vallen.

Volgens de inventarisatie van de parkeerplaatsen die in 2019 (dus vóór de nieuwe ordonnantie) door Brussel Mobiliteit en parking.brussels werd uitgevoerd, beschikten de 123 handelskernen van het Gewest over ongeveer 125.000 parkeerplaatsen, waarvan 43% buiten de openbare weg. Voor de resterende 57% was de uitsplitsing als volgt:
- 3% in rode of oranje zones (betalend, max. 2 uur parkeren - hoofdstraten in dichtbevolkte handelswijken van de eerste en tweede kroon);
- 6% in grijze zones (betalend, max. 4,5 uur parkeren - voornamelijk het volledige zuidelijke deel van de eerste kroon);
- 31% in groene zones (betalend, onbeperkt parkeren - de rand van de handelswijken, dat wil zeggen de straten die eerder bestemd zijn voor de buurtbewoners);
- 17% in blauwe en witte zones (gratis, max. 2 uur parkeren - de straten achter de groene zones).
In alle betaalzones mag gedurende 15 minuten gratis worden geparkeerd.

Na de aanname van de nieuwe ordonnantie over parkeren in juli 2022 en de wijziging van het besluit betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten in oktober 2022 is de tarifering in de parkeerzones gereguleerd en wordt in alle betaalzones 15 minuten gratis parkeren toegestaan.

Anderzijds weten we dat een van de effecten van het verhogen van de parkeertarieven op de openbare weg, waarbij de prijzen exponentieel stijgen met elk (half)uur, de rotatie bevordert. Dit rotatiefenomeen is gunstig voor de handelszaken, omdat het betekent dat de automobilisten minder lang geparkeerd blijven staan, waardoor er ruimte overblijft voor de volgende voertuigen.

Wat betreft de verdeling van de tariefzones: de gemeenten leggen die zones vast op hun grondgebied. Het Gewest heeft dus geen zicht op eventueel overleg tussen de gemeenten en de handelaren (of handelaarsverenigingen) in het kader van de vastlegging van de zones. Het vastleggen van de zones door de gemeenten kan inderdaad verschillen met zich meebrengen tussen de zones met handelszaken. Een van de doelstellingen van het vastleggen van de tarieven op gewestelijk niveau is net om een zekere mate van harmonisering mogelijk te maken. Het is echter ook belangrijk om de gemeenten enige speelruimte te laten gezien hun kennis van de situatie en de lokale realiteit.

Met andere woorden: het Brussels Gewest schept een zo harmonieus mogelijk kader maar laat tegelijkertijd de gemeenten hun autonomie behouden. Ik verwijs u dus naar de gemeenten en de colleges, die het dichtst bij de realiteit op het terrein staan.

Hub.brussels heeft de impact van de gewijzigde parkeertarieven op het aantal bezoekers van de handelszaken niet gemeten.

Wat betreft je vraag over leegstaande ruimten: volgens de laatste bijwerking van de commerciële enquête van hub.brussels (voorjaar 2023) bedraagt de commerciële leegstand 13,9% op het hele grondgebied, wat een gemiddelde is dat vrij dicht in de buurt ligt van 2022 (13,5%) en 2021 (13,7%).

De leegstand in de handelskernen bedraagt 12,8%. Over het algemeen wordt een leegstand van 10% niet als problematisch beschouwd (omdat het de rotatie van het aanbod en de komst van nieuwe merken bevordert).

Via het platform analytics.brussels kunt u de leegstaande ruimten per gemeente en op een kaart raadplegen:
https://analytics.brussels/nl/library/product-details/498